Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:CBB:2022:781 
 
Datum uitspraak:01-12-2022
Datum gepubliceerd:01-12-2022
Instantie:College van Beroep voor het bedrijfsleven
Zaaknummers:22/2340
Rechtsgebied:Bestuursrecht
Indicatie:Verzoek om een voorlopige voorziening artikel 8:81 Awb.. Besluit houders van dieren. Verweerder heeft in de bij verzoekster aangetroffen situatie aanleiding mogen zien om spoedbestuursdwang toe te passen en daarbij alle dieren (56 katten en zes honden) in bewaring te nemen. Op het moment van de toegepaste spoedbestuursdwang was de situatie zodanig onhoudbaar geworden, dat onmiddellijk ingrijpen vereist was. De voorzieningenrechter acht het bestreden besluit vooralsnog niet onrechtmatig. Het belang dat is gediend met het bestreden besluit, te weten het welzijn en de gezondheid van de dieren, weegt zwaarder dan het belang van verzoekster om (al) haar dieren terug te krijgen. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen.
Trefwoorden:bestuursdwang
landbouw
landbouw, natuur en voedselkwaliteit
ureum
Wetreferenties:Wet dieren
 
Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/2340

uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 december 2022 in de zaak tussen


[naam 1] , verzoekster,
(gemachtigde mr. R. Joosen)

en

de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
(gemachtigde: mr. M.W. Schilperoort).




Procesverloop

Met het besluit van 12 oktober 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het besluit tot toepassing van spoedbestuursdwang op 5 oktober 2022 wegens overtredingen van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren op schrift gesteld. Met de spoedbestuursdwang zijn 56 katten en zes honden van verzoekster in bewaring genomen.

Verzoekster heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

Verder heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft de zaak op 24 november 2022 op een zitting behandeld. Hieraan hebben verzoekster, haar gemachtigde, de gemachtigde van verweerder en [naam 2] , districtsinspecteur van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, deelgenomen.


Overwegingen


1. Op grond van het bepaalde in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien voorafgaand aan een mogelijk beroep, bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.


2.1
De toezichthouder van de Landelijke Inspectiedienst van Dierenbescherming heeft op 18 augustus 2022, 28 september 2022 en 5 oktober 2022 de woning van verzoekster bezocht. Van deze bezoeken heeft toezichthouder [naam 2] een rapport - gedateerd 18 oktober 2022 - opgemaakt. De belangrijke onderdelen uit het toezichtrapport zijn opgenomen in de bijlage. De bijlage maakt onderdeel uit van de uitspraak.



2.2
Verweerder heeft op 5 oktober 2022 spoedbestuursdwang toegepast vanwege twee overtredingen. Ten eerste was geen sprake van een schone en zindelijke huisvesting van de katten en honden. Dat is een overtreding van artikel 1.7 sub d van het Besluit houders van dieren. Ten tweede was niet de nodige medische verzorging aan de katten en honden gegeven. Dit is een overtreding van artikel 1.7 sub c van het Besluit houders van dieren. Verweerder heeft de dieren meteen in bewaring genomen en verzoekster niet de tijd gegeven de situatie zelf te herstellen, omdat de gezondheid en het welzijn van de dieren erg slecht waren en er sprake was van zeer besmettelijke ziekten.



2.3
In zijn brief van 13 oktober 2022 heeft verweerder toegelicht onder welke voorwaarden verzoekster haar dieren terug kan krijgen. Daarvoor is nodig dat de dieren voldoende zijn hersteld, dat verzoekster de geschatte gemaakte kosten van € 10.452,50 voldoet, de huisvesting schoon en Giardia-vrij is en verzoekster de locatie doorgeeft waar zij de dieren (tijdelijk) gaat huisvesten.


Standpunt van partijen




3.1
Verzoekster wil dat de werking van het bestreden besluit wordt geschorst tot op het bezwaarschrift is beslist. Zij wil primair dat verweerder wordt verplicht per ommegaande de ingenomen dieren - in ieder geval de honden en een deel van de katten - aan haar terug te geven en subsidiair dat de overdracht van de dieren aan derden voor de duur van de procedure wordt verboden.



3.2
Volgens verweerder is op goede gronden spoedbestuursdwang toegepast. Op 5 oktober 2022 was de (gezondheids)situatie van de dieren in de woning van verzoekster volkomen onhoudbaar geworden. Een begunstigingstermijn was daarom niet (meer) aan de orde.


Spoedeisend belang


4. De voorzieningenrechter neemt aan dat sprake is van een spoedeisend belang, nu verzoekster met haar verzoek om een voorlopige voorziening wil bereiken dat de in beslag genomen dieren aan haar worden teruggegeven en in de tussentijd niet aan derden kunnen worden overgedragen.


Beoordeling




5.1
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder terecht vastgesteld dat op 5 oktober 2022 sprake was van overtreding van artikel 1.7 sub c van het Besluit houders van dieren, vanwege het ontbreken van een schone en zindelijke huisvesting voor de dieren, en van artikel 1.7 sub d van het Besluit houders van dieren, omdat aan de dieren niet de nodige medische zorg werd gegeven. Dit blijkt duidelijk uit de constateringen van het toezichtrapport, de daarbij gevoegde foto’s en de in het rapport geciteerde verklaringen van de dierenarts. Verzoekster heeft de tegen de inhoud van dit rapport geen overtuigende of gemotiveerde argumenten ingebracht. Ook los daarvan ziet de voorzieningenrechter geen reden om niet van de inhoud van dat rapport uit te gaan. Het rapport geeft de feitelijke situatie bij de verschillende bezoeken duidelijk en uitvoerig weer.



5.2
Verweerder heeft verder in de op 5 oktober 2022 aangetroffen situatie aanleiding mogen zien om spoedbestuursdwang toe te passen en daarbij alle aanwezige dieren in bewaring te nemen. Uit de beschrijving in het rapport blijkt dat een zeer groot deel van de katten en kittens ziek was en besmet met niesziekte, de darmparasieten Campylobacter en Giardia en de Pasteurella-bacterie. Een aantal katten en kittens is overleden of afgemaakt. Besmette dieren konden niet worden geïsoleerd - en dus niet herstellen - en de onderlinge besmettingen zouden, gelet op het zeer grote aantal katten in de rijtjeswoning, blijven voortduren. Het was daarom onverantwoord om de dieren nog langer in de woning van verzoekster te laten. Een beschrijving van de gezondheidstoestand of een diergeneeskundige verklaring van elk individueel dier was in dit geval niet nodig voor deze conclusie. Verder was dit besmettingsgevaar (van met name van de darmparasieten) ook voor de honden aanwezig. Daarom mocht verweerder de honden ook in bewaring nemen, ook al waren zij (nog) niet ziek.



5.3
Verzoekster heeft aangevoerd dat zij liever had gezien dat haar eerst – bijvoorbeeld bij gelegenheid van het bezoek op 28 september 2022 – een last onder bestuursdwang was opgelegd met een begunstigingstermijn, zodat zij nog zelf had kunnen proberen de situatie te verbeteren. Dat verweerder dat toen niet heeft gedaan, maakt de op 5 oktober 2022 toegepaste spoedbestuursdwang naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet onrechtmatig. Op het moment van de toegepaste spoedbestuursdwang was de situatie immers zodanig onhoudbaar geworden, dat onmiddellijk ingrijpen vereist was. Verder vindt de voorzieningenrechter van belang dat verzoekster zich bij het eerdere bezoek op 28 september 2022 bewust leek te zijn van de ernstige situatie en zich bereid verklaarde om mee te werken aan verbetering van de omstandigheden. Zoals verweerder heeft toegelicht, zag hij daarom op die datum (nog) geen aanleiding voor oplegging van een last onder bestuursdwang. Op 5 oktober 2022 bleek echter dat verzoekster er niet in geslaagd was de situatie te verbeteren en dat onmiddellijk moest worden ingegrepen.

6. Uit het voorgaande volgt dat de voorzieningenrechter het bestreden besluit vooralsnog niet onrechtmatig acht. Het belang dat is gediend met het bestreden besluit, te weten het welzijn en de gezondheid van de 56 katten en zes honden, weegt zwaarder dan het belang van verzoekster om (al) haar dieren terug te krijgen. Bij de belangenafweging heeft de voorzieningenrechter in aanmerking genomen dat verzoekster (een deel van) haar dieren terug kan krijgen, als wordt voldaan aan enkele voorwaarden. Verweerder heeft ter zitting toegelicht dat daarvoor nodig is dat de dieren gezond zijn (voor de katten was dat op het moment van de zitting nog niet het geval, voor de honden wel), dat de dieren nog niet aan derden zijn overgedragen, en dat verzoekster de opvangkosten voor de dieren die zij terug wil direct betaalt. Verweerder heeft toegezegd dat de dieren van verzoekster in ieder geval tot en met vrijdag 2 december 2022 niet aan derden zullen worden overgedragen.
7. Uit het voorgaande volgt dat de voorzieningenrechter het verzoek afwijst.

8. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.









Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.


Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Brugman, in aanwezigheid van mr. H.G. Egter van Wissekerke, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 december 2022.



D. Brugman H.G. Egter van Wissekerke


BIJLAGE


Het toezichtrapport van 18 oktober 2022 vermeldt – onder meer – het volgende:
“Op donderdag 18 augustus 2022, omstreeks 18.15 uur was ik, rapporteur, ter plaatse bij het woonadres [adres] te [plaats 1] . Ter plaatse heb ik, rapporteur, een onderzoek ingesteld naar de aanwezige dieren. (…)
Ik, rapporteur, trof in totaal 36 katten aan op de bovenverdieping. Ik zag dat de katten verdeeld gehuisvest zaten in 3 slaapkamers. Slaapkamer 1, aan de voorzijde van de woning, betrof een groep van 9 volwassen katten. Slaapkamer 2 aan de rechterachterzijde van de woning betrof een groep van 12 kittens en slaapkamer 3 aan de linkerachterzijde van de woning betrof een groep van 15 kittens. Ik, rapporteur, hoorde betrokkene zeggen dat de katten en kittens normaliter vrij in de woning rondlopen. Echter, daar er momenteel enkele kittens ziek waren, had betrokkene de dieren apart in verschillende ruimtes gezet om verdere verspreiding te voorkomen. Ik zag in de derde slaapkamer, waar de zieke kittens gehuisvest zaten, dat enkele kittens symptomen van mogelijk niesziekte vertoonden, zoals snotterige neusjes en ontstoken ogen. (…)

Op vrijdag 9 september 2022 omstreeks 10.00 uur ontving ik, rapporteur, van Diergeneeskundig Centrum [plaats 2] telefonisch het bericht dat zij zorgen hadden over de grote hoeveelheid aanwezige katten bij betrokkene thuis. (…)

Op dinsdag 27 september 2022 omstreeks 09.55 uur werd ik, rapporteur, opnieuw gebeld door Diergeneeskundig Centrum [plaats 2] . Sinds ons telefonische contact van vrijdag 9 september 2022 waren er in tussentijd verschillende kittens met spoed door betrokkene naar de kliniek gebracht. Al deze binnengebrachte kittens toonden ernstige niesziekte en werden direct opgenomen op de Intensive Care van de kliniek. (…)

Op woensdag 28 september 2022 omstreeks 13.35 uur werd ik, rapporteur, gebeld door Diergeneeskundig Centrum [plaats 2] . Er was die dag weer een ernstig zieke kitten, naam onbekend, binnengebracht (…). Tevens was er op maandag 26 september 2022 nog een andere ernstig zieke kitten (…) bij de kliniek binnengebracht. (…) Beide katten bleken het niet te redden en euthanasie was uiteindelijk voor beide de enige optie om ze uit hun lijden te verlossen. De kliniek gaf aan dat hiermee de urgentie voor een huisbezoek nu meer spoed had en verzocht het huisbezoek zo snel mogelijk uit te voeren. (…)
Er werd afgesproken dat ik gezamenlijk met dierenarts [naam 3] diezelfde dag omstreeks 17.00 bij betrokkene ter plaatse zouden gaan. (…)

Op woensdag 28 september 2022 omstreeks 17.00 uur, was ik, rapporteur, ter plaatse bij het woonadres van betrokkene. (…) Omstreeks 17.30 uur kwam dierenarts [naam 3] ter plaatste. (…) De katten bleken inmiddels verdeeld gehuisvest over de woonkamer en in de drie slaapkamers op de bovenverdieping. (…) Hieronder de bevindingen door dierenarts [naam 3] en mij, rapporteur, per ruimte beschreven.
‘Ruimte 1 - de woonkamer, op de benedenverdieping, 9 katten geteld; in deze ruimte verblijven reeds herstelde katten na een niesziekte episode. Deze groep katten zag in een relatief goede gezondheid. Enkele toonden nog duidelijke symptomen van (chronische) niesziekte. Deze ruimte en de kattenbakken zagen voldoende schoon. (…)
Ruimte 2 - slaapkamer 1, aan de voorzijde op de bovenverdieping, 11 katten geteld; alle geziene katten toonden duidelijke symptomen van (chronische) niesziekte en mogelijk een Pasteurella infectie, oftewel besmettelijke snot/een ontsteking van de neusholte. De dierenarts zag niezende en hoestende katten, katten met oogontstekingen, geïrriteerde en/of ontstoken neusslijmvliezen, opgezette kelen, versterkt slikken en kokhalsreflexen. Duidelijk teveel dieren voor deze oppervlakte en de infectiedruk. Het advies van de dierenarts was om het aantal katten in de ruimte te verkleinen, zodat de katten minder kans hebben op herbesmetting. Bij deze grote hoeveelheid katten in een kleine ruimte, zullen de problemen blijven komen en/of verergeren. (…) Daarnaast waren er duidelijke gedragskwesties te zien, zoals onderling dominant gedrag en wegpesten door enkele katten. Sommige dieren leken geen rust te kunnen vinden en werden opgejaagd. Stress bij een kat verlaagt de weerstand, waardoor ze vatbaarder zijn voor ziektes. Ondanks het tekort aan voldoende kattenbakken voor de hoeveelheid dieren, zag deze ruimte en de kattenbakken voldoende schoon.
Ruimte 3 - slaapkamer 2, aan de rechter achterzijde op de bovenverdieping, 23 kittens geteld; alle geziene kittens toonden duidelijk symptomen van (vergevorderde) niesziekte. De dierenarts zag kittens die oogontstekingen, geïrriteerde en/of ontstoken neusslijmvliezen toonden, versterkt slikten, de bekjes open en de neusjes omhoog hielden om te kunnen ademen. Een deel van de kittens toonden vermagerd en enkele ernstig vermagerd door ondervoeding. Ik, rapporteur, zag en voelde de botten uitsteken. Zes kittens toonden zo ernstig vermagerd en ziek, dat vier van deze zes direct op de intensive care opgenomen dienden te worden. De andere twee konden niet meer gered worden en dienden geëuthanaseerd te worden. (…) Ik, rapporteur, rook in deze ruimte een hoge ammoniakdruk. Ik voelde het op mijn keel slaan en prikken in mijn ogen. Ik zag dat er smalle ventilatieroosters boven de ramen open stonden, echter gaf dit niet voldoende frisse lucht. (…) Ik, rapporteur, zag dat er onvoldoende kattenbakken aanwezig waren. Ik zag dat de vloer en het bed besmeurd was met uitgelopen ontlasting en urine. Ik zag dat er in de kattenbakken slijmerige tot waterige diarree, vermengd met bloed, lag. Ik zag kittens rondlopen met ontlasting aan hun achterwerk vastgekoekt. De dierenarts nam een kweek van de ontlasting uit de kattenbakken uit deze ruimte voor een ontlastingsonderzoek. (…)
Ik, rapporteur, was geschokt door de verslechtering in de leefomgeving en gezondheidstoestand van deze dieren sinds mijn bezoek van donderdag 18 augustus 2022. Ik vroeg aan betrokkene hoe het was gekomen dat het zo drastisch achteruit was gegaan, terwijl ik ondertussen naar een witte kitten, één van kittens die geëuthanaseerd zou gaan worden, ter voorbeeld wees. (…) Ik hoorde betrokkene geëmotioneerd en boos zeggen dat ze mijn reactie onprettig vond, daar zij zich al schaamde en ook wel wist dat het niet goed ging met de katten. Ik stelde aan [naam 4] nagenoeg dezelfde vraag met betrekking tot waarom het zover was gekomen dat de situatie zo ernstig achteruit was gegaan. Waarop ik [naam 4] hoorde zeggen dat ze het niet meer overzagen door de grote aantallen dieren, het hun teveel was geworden en het eigenlijk niet meer aan konden. (…)
Ruimte 4 - slaapkamer 3, aan de linker achterzijde op de bovenverdieping, 16 kittens geteld; ook hier toonden alle kittens symptomen van (vergevorderde) niesziekte. De dierenarts zag meerdere kittens niezen, hoesten, met oogontstekingen, geïrriteerde en/of ontstoken neusslijmvliezen. De dierenarts hoorde krakende geluiden in de borstkasten bij ademen en piepende ademgeluiden door vernauwing. De dierenarts voelde warme, zweterige lijfjes. Het snot was te zien aan de krabpalen. Enkele kittens toonden ook hier te vermagerd door ondervoeding. (…) Duidelijk teveel dieren voor deze zeer kleine oppervlakte en de infectiedruk. Ik zag dat de vloer besmeurd was met uitgelopen ontlasting/diarree en urine. Tevens zag de dierenarts urine in de kattenbakken naar boven drijven. (…)
Er werden door mij, rapporteur, en de dierenarts in totaal 60 katten en 6 honden geteld in de gehele woning.’ Advies van de dierenarts: Al met al hield betrokkene en haar partner veel te veel (zieke) katten in te kleine, vervuilde, slecht geventileerde ruimtes en het aantal katten diende drastisch naar beneden gezet te worden opdat een medische behandeling voldoende kon aanslaan. (…)

Op dinsdag 4 oktober 2022 omstreeks 17.05 uur ontving ik, rapporteur, telefonisch bericht
van Diergeneeskundig Centrum [plaats 2] (…). [naam 4] (zou) op maandag 3 oktober 2022 weer acht nieuwe katten, waarvan vijf kittens en drie volwassen katten naar Diergeneeskundig Centrum [plaats 2] hebben gebracht, die wederom ernstig ziek toonden.(…) Deze vijf kittens waren al in een dusdanige verslechterde toestand dat ze geëuthanaseerd dienden te worden. Tevens zou [naam 4] vermeld hebben dat nog meer katten in de woning, uit ruimte 1 en ruimte 2, ziek en koortsig toonden. (…) Ook gaf de dierenarts in het telefoongesprek aan dat de laboratoriumuitslagen betreft de genomen ontlastingskweek van ruimte 3 bij Diergeneeskundig Centrum [plaats 2] dinsdag 4 oktober 2022 waren binnengekomen en met [naam 4] waren besproken. Ruimte 3 was positief getest op Giardia, oftewel een darmparasiet, Campylobacter oftewel een darmbacterie en wormen. Alle aanwezige katten en de aanwezige 6 honden, dienden hiervoor behandeld te worden, daar dit erg besmettelijk is. Ook zouden betrokkene en [naam 4] zichzelf ziek voelen. Giardia en Campylobacter is overdraagbaar naar de mens. (…) Het dringende advies van de dierenarts was om de dieren tijdens te behandeling te spreiden. Zodat de katten de eerlijke kans kregen om volledig te kunnen genezen en om te voorkomen dat er nog meer katten zouden komen te overlijden. Betrokkene had aangegeven bij de dierenarts om van een aantal katten vrijwillig afstand te willen doen. Al wilde betrokkene zelf beslissen om welke katten dit zou gaan en graag 35 à 40 katten te willen houden. Dit voorstel van betrokkene was volgens de dierenarts onrealistisch. Met deze grote huidige hoeveelheid katten, ook met een vermindering naar 35 à 40 katten, tezamen met de huidige infectiedruk en stress in deze huisvesting, zou volgens de dierenarts een volledige behandeling maanden duren. Naar schatting zouden er volgens de dierenarts in deze maanden, in deze onwenselijke situatie bij betrokkene thuis, 1 op de 3 katten gaan uitvallen.
Ik, rapporteur, achtte betrokkene en [naam 4] niet in staat om de katten te kunnen voorzien van de nodige langdurige medische zorg in deze huidige hoeveelheid katten bij elkaar, in deze onwenselijke leefsituatie en (her)besmettingsrisico's. Door nalatigheid in voldoende zorg door betrokkene en [naam 4] , waren er in een kort tijdsbestek zoveel katten ernstig ziek bevonden en letterlijk omvielen. Zieke dieren werden niet tijdig herkend en het de nodige medische zorg werd telkens niet tijdig inroepen. Wat resulteerde in ernstig verzwakte dieren en zover mij bekend in minstens 13 katten die het leven hebben moesten laten. Het ’redden’ van dieren van Markplaats, om ze uiteindelijk in zulke grote aantallen in zo'n onwenselijke situatie te huisvesten, waardoor ze het nog slechter kregen en zelfs stierven, is een onrealistische kijk op in het voldoende kunnen zorgdragen voor dieren. Op advies van de dierenarts was het noodzakelijk dat de dieren (of in elk geval een groot deel) elders ondergebracht dienden te worden om de infectiedruk te verlagen, zodat alle katten een zo goed mogelijke kans op herstel en overleven konden krijgen. De urgentie voor de kittens uit ruimte 3 en 4 waren het grootst. Alhoewel er in ruimte 1 en 2 inmiddels meer katten verergerde ziekteverschijnselen begonnen te tonen.

Op dinsdag 4 oktober 2022 omstreeks 17.30 uur nam ik, rapporteur, telefonisch contact op met de Rijksdienst van Ondernemend Nederland en sprak met [naam 5] . Deze gaf akkoord om op bovenstaand advies van de dierenarts over te gaan op een in bewaring name van het gewenste aantal in dieren op aanbeveling van de dierenarts ter plaatste.

Op woensdag 5 oktober 2022 omstreeks 15.15 uur was ik, rapporteur, in gezelschap van twee collega's van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, [naam 6] en [naam 7] en de dierenarts van Diergeneeskundig Centrum, [naam 3] , ter plaatse bij de woning van betrokkene. (…) Hieronder de bevindingen door dierenarts [naam 3] per ruimte beschreven.
‘Ruimte 1 - de woonkamer, op de benedenverdieping, 12 katten geteld; meer katten dan vorige keer. Katten ook duidelijk meer niesziekte klachten dan vorige keer. Achter de eetkamertafel ook smeuïge ontlasting/slijmerige diarree te vinden. Kattenbakken duidelijk schoongemaakt. Ruimte 2: slaapkamer 1, voorzijde bovenverdieping, 11 katten geteld. Meer niesziekte symptomen dan vorige keer. Nog steeds stress-gedragskwesties onder de katten. Kattenbakken duidelijk schoongemaakt. Ruimte 3: slaapkamer 2, rechter achterzijde bovenverdieping, 17 kittens geteld. Minder diarreeklachten. Kamer schoongemaakt en kattenbakken ververst. Daarentegen meer niesziekte klachten dan vorige keer. Meerderheid van de katten duidelijke niesziekte klachten. Meerdere katten met koorts. Ruimte 4: slaapkamer 3, linker achterzijde bovenverdieping, 13 kittens geteld. Ernstige niesziekte. Meerdere dieren met Melting Eyes, oftewel: een hoornvliesontsteking als ernstige complicatie van niesziekte. Meerdere dieren met pneumonie, oftewel longontsteking. Tevens nam collega [naam 6] een omgevingstemperatuur waar van 26,1 graden middels een meegebrachte thermometer.’ (…)
Er werden door mij, rapporteur, in totaal 54 katten en 6 honden geteld in de gehele woning en er verbleven opdat moment nog twee katten in de opname bij Diergeneeskundig Centrum [plaats 2] . Advies van de dierenarts: samengevat moet er voor een correcte behandeling niet alleen een fysieke behandeling van de dieren plaatsvinden, maar moeten de dieren zeker tijdelijk allemaal uit huis om alles degelijk te kunnen reinigen en desinfecteren. Om te voorkomen dat het weer zodanig uit de hand loopt en het in de toekomst houdbaar blijft, verklaart de dierenarts dat er zeker 5/6 katten permanent uit huis geplaatst moeten blijven. Hiermee zou betrokkene in de toekomst voor ongeveer maximaal 9 katten (financieel) op een gewenste wijze moeten kunnen zorgdragen.
1. Hygiëne en infectie druk: meerdere zaken die hierin van belang zijn. Allereerst heerst er Giardia en Campylobacter Jejuni (beide zoönoses en dus van belang voor humane gezondheidzorg). (…) Met de hoeveelheid dieren gehuisvest in dergelijk kleine ruimtes is goed reinigen en desinfecteren onmogelijk geworden. Daarnaast herbesmetten dieren zichzelf en elkaar steeds waardoor infectiedruk steeds hoger wordt. Eigenaren geven zelf ook aan sinds vorige week vrijdag 30 september 2022 ziek te zijn.
2. Algemeen ureum en ammoniakdruk: werkt irriteren voor slijmvliezen. Bij openen deuren ruimte 3 en 4, en in mindere mate ruimte 2, werkt het direct irriterend voor eigen slijmvliezen. Dit staat een goed herstel van de niesziekte klachten in de weg.
3. Infectiedruk voor de niesziekte dieren: het aantal dieren zou minder dan 1/5 moeten zijn om een goed herstel te krijgen en een correcte spreiding van de dieren te bewerkstelligen. Een aantal van de virussen en bacteriën die aanwezig zijn is Calicivirus, Mycoplasma, Pasteurellose en Pseudomonas. Spreiding en wegwerken van die biofilm, oftewel een laag micro-organismen vastgehecht aan een oppervlak, waarin en waarop de dieren leven is van uitermate belang. Reeds eerder overleg met eigenaren gehad over verminderen aantal dieren door herplaatsing of katten proberen te laten verplaatsen naar schuur/buiten leverde niks op.
4. Gedragskwesties katten: te veel katten per oppervlakte die niet op korte (of middellange) termijn gescheiden kunnen worden in deze woning.
5. Infectiedruk en gedragskwesties honden: Naast de infectiedruk en het zoönotisch effect van de diarree verwekkers, zijn er ook gedragskwesties gaande bij de honden. (…)
6. Betrokkene en [naam 4] niet in staat om voldoende zorg te kunnen bieden: Eigenaren geven aan zelf deze zorg niet te kunnen leveren. Dit blijkt ook uit een eerder bezoek op de praktijk waarbij ze uitdrukkelijk vroegen om te helpen omdat ze het niet meer aankonden en overzagen. (…)
Ik, rapporteur, heb betrokkene en [naam 4] gezien de aangetroffen feiten en omstandigheden aangegeven dat er overleg ging plaatsvinden met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (…) Na bovenstaande bevindingen en het behandeladvies van de dierenarts te hebben voorgelegd, werd er akkoord gegeven om over te gaan op een inbewaringname van alle aanwezige dieren in de woning aan de [adres] te [plaats 1] . (…)
Op woensdag 5 oktober 2022 omstreeks 19.30 uur waren alle dieren uit de woning ingeladen, 54 katten en 6 honden. (…) De twee overgebleven kittens die na het huisbezoek van woensdag 28 september 2022 op de Intensive Care waren opgenomen, werden tevens door de opslaghouder bij de kliniek opgehaald. Hiermee werden er in totaal 56 katten en 6 honden in bewaring genomen. (…)
Overtredingen: Een groot gedeelte van alle aanwezige katten vertonen ziekteverschijnselen van (vergevorderde) niesziekte. Ze tonen koortsig, niezen, hoesten, oogontstekingen, geïrriteerde of ontstoken neusslijmvliezen en voelbare en hoorbare krakende geluiden in de borstkasten bij ademen, hoorbare piepende ademgeluiden door vernauwing en voelbare warme, zweterige lijfjes. Het snot was te zien aan de krabpalen. Een groot gedeelte van alle aanwezige katten vertonen diarree. Gezien de grote hoeveelheid katten met ziekteverschijnselen en de vele aanwezige diarree, welke aangetroffen zijn in de woning en in de kattenbakken, duidt dit op een structureel probleem en niet op een individueel geval. Een groot gedeelte van alle aanwezige katten tonen (ernstig) vermagerd door ondervoeding. Er werd door de dierenarts bevestigd, door het afnemen van kweken, dat er een Giardia bacterie en een Campylobacter bacterie in de woning heerst, waarvoor de dieren in deze aantallen en met deze infectie/besmettingsdruk niet behandeld kunnen worden in de woning zelf. Er zijn teveel dieren in de ruimtes aanwezig voor geboden oppervlakte in de woning. In het merendeel van de ruimtes waar de katten verblijven wordt er onvoldoende verse lucht geboden en heerst er een te hoge concentratie ammoniakdamp. Daarnaast heerst er stress onder de dieren, zoals onderlinge dominantie en wegpesten. Wat zeer nadelig is voor de weerstand van de dieren en de infectie/besmettingsdruk.(…) ”
Link naar deze uitspraak