Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:RBROT:2025:7672 
 
Datum uitspraak:26-06-2025
Datum gepubliceerd:04-07-2025
Instantie:Rechtbank Rotterdam
Zaaknummers:C/10/691713 / HA RK 24-11
Rechtsgebied:Civiel recht
Indicatie:Verzoek voorlopig deskundigenbericht. Toewijzing en benoeming deskundige.
Trefwoorden:kunstmest
 
Uitspraak
beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven


zaaknummer / rekestnummer: C/10/691713 / HA RK 24-1172


Beschikking van 26 juni 2025


in de zaak van



[verzoekster]
,
gevestigd te [plaats 1] ,
verzoekster,
advocaat mr. P.R. van der Vorst te Rotterdam

tegen




1TIMAB NL B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
belanghebbende,
niet verschenen,
2. DAILY FRESH RADISH B.V.,
gevestigd te Westland,
belanghebbende,
advocaat mr. M. Buitelaar te Naaldwijk.


Partijen worden hierna [verzoekster] , TIMAB en DFR genoemd.





1De procedure

1.1.
Op 24 december 2024 is bij de rechtbank ingekomen het verzoek van [verzoekster] .



1.2.
Op 27 december 2024 heeft de rechtbank TIMAB en DFR bericht gestuurd dat een verzoek van [verzoekster] tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht is ontvangen. Hen is verzocht om binnen twee weken na schrijven mee te delen of zij verweer wensen te voeren tegen en/of gehoord willen worden op het verzoekschrift. Daarbij is aangegeven dat als de rechtbank niets binnen die twee weken van TIMAB en DFR verneemt, de zaak zonder mondelinge behandeling wordt afgedaan.



1.3.
Op 6 januari 2025 heeft DFR de rechtbank bericht geen verweer te voeren tegen het verzoek tot het houden van een voorlopig deskundigenonderzoek. Van TIMAB is geen reactie ontvangen.






2De beoordeling

2.1.
De rechtbank is bevoegd van het verzoek kennis te nemen. Het verzoek komt voort uit de aansprakelijkstelling van [verzoekster] door DFR een en ander op grond van non-conformiteit van geleverde kunstmest. [verzoekster] heeft op haar beurt TIMAB aansprakelijk gesteld voor ontstane schade. [verzoekster] en Timab zijn beiden gevestigd in het rechtsgebied van deze rechtbank (artikel 203 Rv zoals geldend tot 1 januari 2025, en artikel 99 Rv).



2.2.
Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht beveelt.



2.3.
TIMAB en DFR hebben geen verweer gevoerd tegen het verzoek.



2.4.
Het verzoek komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt daarom toegewezen.



2.5.
De rechtbank gaat over tot de benoeming van de hierna te noemen deskundige. Aan deze deskundige worden de in de beslissing vermelde vragen voorgelegd. De rechtbank heeft daarbij de door [verzoekster] voorgestelde vragen als uitgangspunt genomen. Vragen van juridische aard zijn niet overgenomen en voor zover mogelijk vervangen met vragen over feitelijke vaststellingen. De voorgestelde vraag aan de deskundige om aan te geven op welke feiten en omstandigheden hij zich baseert, wordt niet gesteld, omdat daarop al wordt gewezen in de onder 3.8 genoemde leidraad.


het voorschot




2.6.
De in de procedure verschenen partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de door de deskundige opgestelde begroting van het voorschot van € 23.550,- (inclusief btw). Zij hebben te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen de begroting van het voorschot.



2.7.
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige in beginsel door de verzoekende partij moet worden gedeponeerd. Dit voorschot moet daarom door [verzoekster] worden betaald.


de medewerkingsplicht




2.8.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.



2.9.
Als een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.



proceskosten




2.10.
De rechtbank ziet geen aanleiding om een van partijen in de proceskosten te veroordelen.






3De beslissing
De rechtbank


3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:



Bevat de aan DFR op 6 oktober 2022 door [verzoekster] geleverde kunstmest een perchloraatgehalte van meer dan 50 mg/kg? Zo ja, kunt u vaststellen welk bestanddeel van de kunstmest het te hoge perchloraatgehalte bevat?


In het geval het bestanddeel van de kunstmest met het te hoge perchloraatgehalte de magnesiumsulfaat monohydraat (hierna: de MM) is, kunt u aangeven wat de herkomst is van de MM in de op 6 oktober 2022 aan DFR geleverde kunstmest? Is deze MM onderdeel geweest van (alleen) een door [verzoekster] van TIMAB gekochte lading?


Ingeval het bestanddeel van de kunstmest met het te hoge perchloraatgehalte de MM is, kunt u vaststellen wat de oorzaak daarvan is? En als dat niet mogelijk is, wat is in uw visie de meest aannemelijke oorzaak van de vervuiling?


Als het bestanddeel van de kunstmest met het te hoge perchloraatgehaltede MM is die door TIMAB aan [verzoekster] is geleverd, kunt u vaststellen op welk moment die MM een te hoog perchloraatgehalte heeft gekregen?


Zijn er verdere omstandigheden of heeft u verdere opmerkingen die volgens u van belang zijn naar aanleiding van uw onderzoek?,





3.2.
benoemt tot deskundige:



[deskundige]
,
correspondentieadres: [adres] , [postcode] [plaats 2] ,
telefoon: [telefoonnummer] ,
e-mailadres: [e-mailadres] ,


het voorschot



3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 23.550,-,



3.4.
bepaalt dat [verzoekster] het voorschot dient over te maken binnen twee weken na de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,



3.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,


het onderzoek



3.6.
bepaalt dat [verzoekster] haar procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,



3.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,



3.8.
wijst de deskundige er op dat:


de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),


de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,


de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,


de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,


indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,





3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,


het schriftelijk rapport



3.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk zes maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,



3.11.
wijst de deskundige er op dat:


uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,


de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,





3.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,


proceskosten




3.13.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,


overig




3.14.
bepaalt dat de deskundige in geval van onduidelijkheden, vragen of opmerkingen over deze beschikking, het onderzoek of de kosten contact dient op te nemen met het deskundigenbureau van de rechtbank (deskundigenbericht.rb.rotterdam@rechtspraak.nl).


Deze beschikking is gegeven door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2025.
[3718/2009]
Link naar deze uitspraak