|
|
|
| ECLI:NL:RBAMS:2025:8205 | | | | | Datum uitspraak | : | 02-12-2025 | | Datum gepubliceerd | : | 05-12-2025 | | Instantie | : | Rechtbank Amsterdam | | Zaaknummers | : | 200.349.214 | | Rechtsgebied | : | Civiel recht | | Indicatie | : | In deze zaak gaat het om een online bestelling van twee iPhones die door koper zijn betaald maar niet zouden zijn ontvangen. Het hof stelt vast dat voldoende duidelijk is geworden dat partijen reeds tijdens de procedure in eerste aanleg tot een schikking zijn gekomen die ertoe strekt het geschil tussen hen te beëindigen. Nadien hebben partijen aan deze regeling ook uitvoering gegeven. Dit brengt mee dat de vordering in eerste aanleg reeds om die reden dient te worden afgewezen. Het hof vernietigt het bestreden vonnis. | | Trefwoorden | : | belastingrecht | | | wettelijke rente | | | | Uitspraak | GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.349.214/01
zaak-/rolnummer rechtbank Noord-Holland : 10847308 \ CV EPL 23-5564 / K.R.
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 2 december 2025
in de zaak van
ART & CRAFT MEDIA N.V.,
gevestigd te Gent, België,
appellante,
advocaat: mr. G.P. Polders te Blaricum,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonend te [plaats] , gemeente Hollands Kroon,
geïntimeerde,
niet verschenen.
Partijen worden hierna Art & Craft en [geïntimeerde] genoemd.
1De zaak in het kort
In deze zaak gaat het om een online bestelling van twee iPhones die door [geïntimeerde] zijn betaald maar niet zouden zijn ontvangen. Het hof stelt vast dat voldoende duidelijk is geworden dat partijen reeds tijdens de procedure in eerste aanleg tot een schikking zijn gekomen die ertoe strekt het geschil tussen hen te beëindigen. Nadien hebben partijen aan deze regeling ook uitvoering gegeven. Dit brengt mee dat de vordering in eerste aanleg reeds om die reden dient te worden afgewezen. Het hof vernietigt het bestreden vonnis.
2Het geding in hoger beroep
Art & Craft is bij dagvaarding van 16 oktober 2024 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar (hierna: de kantonrechter), van 17 juli 2024 onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [geïntimeerde] als eiseres in conventie tevens verweerster in reconventie en Art & Craft als gedaagde in conventie tevens eiseres in reconventie (hierna: het bestreden vonnis).
Bij rolbeslissing van 7 januari 2025 heeft het hof geoordeeld dat het exploot van dagvaarding aan een gebrek lijdt dat ingevolge het bepaalde in artikel 120 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) nietigheid meebrengt. De zaak is op de rol van 21 januari 2025 geplaatst voor akte aan de zijde van Art & Craft. Art & Craft is daarbij bevolen voornoemde roldatum aan [geïntimeerde] aan te zeggen, met herstel van het gebrek op haar kosten.
Op 21 januari 2025 heeft Art & Craft een akte genomen waarbij zij vier producties heeft overgelegd, waaronder het herstelexploot van 13 januari 2025 waarbij [geïntimeerde] is opgeroepen om op 21 januari 2025 om 10.00 uur niet in persoon maar vertegenwoordigd door een advocaat ter zitting van het hof te verschijnen.
Op de rolzitting van 21 januari 2025 is tegen [geïntimeerde] verstek verleend.
Art & Craft heeft daarna een memorie van grieven, met producties, ingediend.
Ten slotte is een datum voor arrest bepaald.
3Feiten
Het hof gaat uit van de volgende feiten.
3.1
Art & Craft exploiteert een webwinkel voor onder meer consumentenelektronica.
3.2
[geïntimeerde] heeft op 5 juli 2023 een bestelling geplaatst op de website van Art & Craft voor twee nieuwe iPhones ter waarde van in totaal € 2.958,-- (hierna: de iPhones).
3.3
Na ontvangst van de betaling van de bestelling heeft Art & Craft via haar bezorgdienst aan [geïntimeerde] bericht dat de iPhones op 7 juli 2023 bij het door [geïntimeerde] opgegeven adres zijn afgeleverd. Daarbij is digitaal voor ontvangst getekend.
3.4
Bij e-mailberichten van 7 en 8 juli 2023 heeft [geïntimeerde] aan Art & Craft bericht dat haar bestelling niet is bezorgd.
3.5
[geïntimeerde] heeft Art & Craft bij exploot van 21 november 2023 gedagvaard om te verschijnen bij de rechtbank Noord-Holland en heeft de hierna vermelde vordering tegen Art & Craft ingesteld.
3.6
Bij e-mail van 3 mei 2024 heeft [naam 1] van Webshop Juristen (hierna: [naam 1] ) namens [geïntimeerde] aan [naam 2] , de gemachtigde van Art & Craft (hierna: [naam 2] ), bericht dat [geïntimeerde] bereid is een schikking te treffen ter voorkoming van verdere juridische kosten.
3.7
Bij e-mail van 8 mei 2024 heeft [naam 1] namens [geïntimeerde] aan [naam 2] bericht dat [geïntimeerde] alsnog een regeling wenst te treffen en dat zij akkoord kan gaan met het voorgestelde bedrag van € 2.500,--.
3.8
Bij e-mail van 13 mei 2024 heeft [naam 2] [naam 1] bericht dat Art & Craft schriftelijk heeft bevestigd te willen afsluiten voor € 2.500,--.
3.9
Bij brief van 14 juni 2024 heeft [naam 2] namens Art & Craft aan de rechtbank Noord-Holland bericht dat partijen een regeling hebben getroffen. Daarbij is vermeld dat een ontwerp van dading door Art & Craft is aanvaard en getekend en dat de reeds door Art & Craft aan [naam 2] betaalde overeengekomen som zal worden doorgestort.
3.10
Bij e-mail van 17 juli 2024 (de dag waarop ook het bestreden vonnis is gewezen) heeft [naam 1] het volgende aan [naam 2] bericht:
“Uw laatste e-mails zijn om onbekende redenen in de spam-folder gekomen.
In reactie op uw berichten:
(…)
Een simpele `toezegging’ betekent helemaal niets. Als er geen document getekend is en er geen betaling is verricht dan is er nul juridische waarde.
U heeft het document. Uw cliënt had dit al lang kunnen tekenen. De betaling dient verricht te worden binnen 48 uur na heden op (…) t.n.v. Webshop Juristen onder vermelding van “ [geïntimeerde] 542024”.”
3.11
Op 18 juli 2024 is namens Art & Craft een bedrag van € 2.500,-- overgemaakt naar bovengenoemd rekeningnummer van Webshop.nl met de mededeling:
“Art en Craft – [geïntimeerde] . Volgens akkoord van 8 5 2024”
4Eerste aanleg
4.1
[geïntimeerde] heeft in eerste aanleg, samengevat, terugbetaling van de koopsom van € 2.958,-- gevorderd alsmede betaling van € 509,17 inclusief 21% btw aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente, met veroordeling van Art & Craft in de proceskosten. Aan die vordering heeft [geïntimeerde] ten grondslag gelegd dat zij heeft betaald voor producten die zij nooit heeft ontvangen.
4.2
Art & Craft heeft gemotiveerd aangevoerd dat de iPhones wel door [geïntimeerde] zijn ontvangen. In reconventie heeft zij € 1.482,25 aan schadevergoeding gevorderd van [geïntimeerde] wegens het inschakelen van juridische bijstand en € 509,17 aan buitengerechtelijke incassokosten. [geïntimeerde] heeft verweer gevoerd in reconventie.
4.3
De kantonrechter heeft de vordering van [geïntimeerde] toegewezen. Daartoe is overwogen dat Art & Craft de stelling van [geïntimeerde] dat partijen uiteindelijk toch niet tot een regeling zijn gekomen niet heeft weersproken. De kantonrechter heeft de tegenvordering van Art & Craft afgewezen omdat zij, hoewel zij daartoe in de gelegenheid is gesteld, niet meer heeft gereageerd op het verweer van [geïntimeerde] .
5Beoordeling
5.1
Art & Craft heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en opnieuw rechtdoende - uitvoerbaar bij voorraad - de vorderingen van [geïntimeerde] zal afwijzen en de vorderingen van Art & Craft zal toewijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties.
5.2
Art & Craft heeft in hoger beroep twee grieven aangevoerd tegen het bestreden vonnis. De grieven komen erop neer dat partijen op 13 mei 2024 een schikking hebben getroffen waartoe Art & Craft om proceseconomische redenen heeft besloten. Daarom heeft Art & Craft geen nader processtuk ingediend. Later bleek dat [geïntimeerde] de rechtbank, achter de rug van Art & Craft om, heeft bericht dat partijen niet tot een schikking waren gekomen. Dat bericht heeft Art & Craft nooit ontvangen. Het vonnis kwam voor haar als een verrassing. De vordering tot betaling van de koopsom dient dan ook te worden afgewezen. Voorts heeft Art & Craft in eerste aanleg wel degelijk verweer gevoerd tegen de stellingen van [geïntimeerde] .
5.3
Het hof stelt vast dat uit de processtukken, waaronder de correspondentie tussen (de gemachtigden van) partijen zoals hiervoor onder rechtsoverweging 3.6 tot en met 3.11 weergegeven, voldoende duidelijk is geworden dat partijen reeds tijdens de procedure in eerste aanleg op 13 mei 2024 tot een schikking zijn gekomen die ertoe strekt het geschil tussen hen te beëindigen. Die schikking houdt in dat Art & Craft ter beëindiging van het geschil een bedrag van € 2.500,-- aan [geïntimeerde] zou voldoen. Nadien hebben partijen ook uitvoering aan deze regeling gegeven en heeft Art & Craft voornoemd bedrag, binnen de door [geïntimeerde] gestelde termijn van 48 uur, op 18 juli 2024 betaald. Aangezien hiermee de rechtsgrond aan het bestreden vonnis is komen te ontvallen dient de vordering van [geïntimeerde] reeds om die reden te worden afgewezen. Dit heeft tot gevolg dat het bestreden vonnis niet in stand kan blijven en zal worden vernietigd. De vordering van [geïntimeerde] zal alsnog worden afgewezen. Onder deze omstandigheden behoeft hetgeen overigens is aangevoerd geen behandeling meer.
5.4
Art & Craft vordert in hoger beroep toewijzing van `de vorderingen van appellant’. Het hof begrijpt dat zij hiermee doelt op haar reconventionele vorderingen in eerste aanleg. Nu Art & Craft geen grieven tegen de afwijzing door de kantonrechter van die vorderingen heeft gericht en zij deze ook niet heeft onderbouwd, zal het hof de vorderingen afwijzen.
5.5
Tot slot overweegt het hof dat [geïntimeerde] de kantonrechter onjuist heeft geïnformeerd door te stellen dat er geen schikking tot stand is gekomen, terwijl uit het dossier en hetgeen hiervoor is overwogen blijkt dat dit wel degelijk het geval is. Nu deze onjuiste voorstelling van zaken ertoe heeft geleid dat de procedure in eerste aanleg ten onrechte is voortgezet, ziet het hof aanleiding om [geïntimeerde] zowel in de proceskosten in eerste aanleg als in de proceskosten in hoger beroep te veroordelen.
Beslissing
Het hof:
vernietigt het bestreden vonnis voor zover dit de conventie betreft en in zoverre opnieuw rechtdoende:
wijst de vorderingen van [geïntimeerde] tegen Art & Craft af;
veroordeelt [geïntimeerde] in de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep, welke tot op heden aan de zijde van Art & Craft in eerste aanleg worden begroot op € 442,-- aan salaris en in hoger beroep op € 939,37 aan verschotten en op € 1.214,-- aan salaris;
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mr. W. Aardenburg, mr. F.J. van de Poel en mr. W.J.J Wetzels en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 2 december 2025. | Link naar deze uitspraak
|
| | |
|
|