Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:RBLIM:2022:5012 
 
Datum uitspraak:01-07-2022
Datum gepubliceerd:08-08-2022
Instantie:Rechtbank Limburg
Zaaknummers:C/03/299283 / HA RK 21-37 C/03/299283 / HA RK 21-37
Rechtsgebied:Ondernemingsrecht
Indicatie:Verzet ex artikel 2:23b lid 5 BW tegen plan van verdeling ontbonden coöperatie. • Rechtsgebied: Ondernemingsrecht.
Trefwoorden:burgerlijk wetboek
compost
uitkering
wettelijke rente
 
Uitspraak
beschikking
RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Roermond


Zaaknummer / rekestnummer: C/03/299283 / HA RK 21-372


Beschikking van 1 juli 2022


in de zaak van




1 [Verzoeker 1] ,
wonende te [woonplaats] ,
2. de vennootschap onder firma


[Verzoeker 2]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

RODESI B.V.,
gevestigd te Ophemert,
verzoeksters,
advocaat: mr. P.J.M. Boomaars,


tegen


4. de coöperatie

COÖPERATIEVE NEDERLANDSE CHAMPIGNONKWEKERS-VERENIGING U.A. IN LIQUIDATIE,
gevestigd te Milsbeek,
verweerster,
advocaten: mrs. J. van Bekkum en F.B. Corpeleijn,


en


5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 1]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 2]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 3]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 4] .,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 5]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SIKES CHAMPIGNONS B.V.,
gevestigd te Ysselsteyn,
11. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SIKES POTTEVENWEG B.V.,
gevestigd te Ysselsteyn,
12. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 6]
,
gevestigd te Rossum,
13. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CHAMPIGNONKWEKERIJ CARPE DIEM B.V.,
gevestigd te Baarlo,
14. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 7]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
15. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 8]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
16. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 9]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweersters,
advocaat: mr. M.A. Poelman,


en





17 [Verweerster 10] ,
wonende te [woonplaats] ,
verweerder,
advocaten: mrs. J.M.M. Menu en M. Smout,


en


18. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 11]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
19. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 12]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
20. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 13]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
21. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 14]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
22. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

VAC TEELT B.V.,
gevestigd te Boekel,
23. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 15]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
24. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 16]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
25. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 17]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
26. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

R.V.A. MUSHROOMS B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
27. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 18]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
28. de vennootschap naar buitenlands recht


[Verweerster 19] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] (Duitsland),
29. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 20]
, als rechtsopvolger van [Verweerster 26] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
30. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 21] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
31. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 22]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
32. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 23]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
33. de rechtspersoon naar buitenlands recht

EXPLOITATION DES CHAMPIGNONNIERES RUOL,
gevestigd te Billy-sur-Aisne (Frankrijk),
34. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 24]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
35. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 25]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
36. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CHAMPAS B.V.,
gevestigd te Veghel,
37. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 26]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
38. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 27]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
39. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DE MORGENSTOND B.V.,
gevestigd te Ulvenhout,
40. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DE HOPWAAG B.V.,
gevestigd te Ammerzoden,
41. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

KERKWIJK BEHEER B.V.,
gevestigd te Kerkwijk,
42. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 28]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
43. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 29]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
44. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 30]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
45. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

MUCHAMP CHAMPIGNONS B.V.,
gevestigd te Boekel,
46. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 31] .,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
47. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Verweerster 32]
,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweersters,
advocaten: mrs. S.C.M. van Thiel en C.L Kruse,


en


48. de vennootschap onder firma


[Belanghebbende 1]
,
gevestigd te Uden,
49. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 12]
,
gevestigd te Uden,
50. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CHAMPIGNONKWEKERIJ 'T VOSKE B.V.,
gevestigd te Uden,
51. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 3]
,
gevestigd te Maasdriel,
52. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 4]
,
gevestigd te Heeswijk-Dinther,
53. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 5]
,
gevestigd te Heeswijk-Dinther,
belanghebbenden,
advocaten: mrs. B.G. Arends en W.M.J. Weijers,


en


54. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 6]
,
gevestigd te Stramproy,
55. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 7]
,
gevestigd te Stramproy,
beiden vertegenwoordigd door: de heer M.W.C. Koppen,
56. [Belanghebbende 8],
wonende te Veghel,
vertegenwoordigd door: de heer P.A.S. van Asseldonk,
belanghebbenden,


en als niet verschenen belanghebbenden


57. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

AGARICA B.V.,
gevestigd te Hoogeveen,
58. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

RICHAMP B.V.,
gevestigd te Kerkdriel,
59. de maatschap


[Belanghebbende 9]
,
gevestigd te Rossum,
60. de vennootschap naar buitenlands recht


[Belanghebbende 10]
,
gevestigd te Riemst (België),
61. de maatschap


[Belanghebbende 11]
,
gevestigd te Tricht,
62. de maatschap


[Belanghebbende 12]
,
gevestigd te Kessel-Eik,
63. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 13]
,
gevestigd te Standdaarbuiten,
64. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 14]
,
gevestigd te Zeeland,
65. [Belanghebbende 15],
wonende te Bakel,
66. de vennootschap onder firma


[Belanghebbende 16]
,
gevestigd te Liessel,
67. de maatschap


[Belanghebbende 17] ,

gevestigd te Kerkdriel,
68. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 18]
,
gevestigd te Made,
69. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 19]
,
gevestigd te Beugen,
70. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 20]
,
gevestigd te Hoenzadriel,
71. [Belanghebbende 21],
wonende te Ammerzoden
72. [Belanghebbende 22],
wonende te Veghel,
73. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CHAMPIGNONKWEKERIJ BEEREPOOT B.V.,
gevestigd te Lierop,
74. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 23]
,
gevestigd te Bavel,
75. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 24]
,
gevestigd te St. Anthonis,
76. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CHAMPIBERG B.V.,
gevestigd te Boekel,
77. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

LEKKAMP CHAMP B.V.,
gevestigd te Hoenzadriel,
78. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 25]
,
gevestigd te Moergestel,
79. de maatschap


[Belanghebbende 26]
,
gevestigd te De Rips,
80. de maatschap


[Belanghebbende 27]
,
gevestigd te Dongen,
81. de vennootschap onder firma


[Belanghebbende 28]
,
gevestigd te Volkel,
82. de vennootschap onder firma


[Belanghebbende 29]
,
gevestigd te Volkel,
83. de vennootschap onder firma


[Belanghebbende 30]
,
gevestigd te Berghem,
84. de besloten de vennootschap naar buitenlands recht


[Belanghebbende 31]
,
gevestigd te Waregem Beveren (België),
85. de vennootschap onder firma


[Belanghebbende 32]
,
gevestigd te Velddriel,
86. de vennootschap onder firma


[Belanghebbende 33]
,
gevestigd te Erp,
87. de vennootschap naar buitenlands recht

FERME DE LA GONTIERE,
gevestigd te Comines (Frankrijk),
88. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

MUCHAMP CHAMPIGNONS B.V.,
gevestigd te Boekel,
89. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 34]
,
gevestigd te Erp,
90. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

MARCHAMP B.V.,
gevestigd te Mariahout,
91. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 35]
,
gevestigd te Ammerzoden,
92. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 36]
,
gevestigd te Overasselt,
93. de vennootschap naar buitenlands recht

BREECHAMP N.V.,
gevestigd te Bree (België),
94. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 37]
,
gevestigd te Hoenzadriel,
95. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 38]
,
gevestigd te Boekel,
96. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 39]
,
gevestigd te Ammerzoden,
97. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 40]
,
gevestigd te Weert,
98. de vennootschap naar buitenlands recht

FRESH CHAMP SP.Z O.O.,
gevestigd te Swidnica (Polen),
99. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CHAMPAS HOLDING B.V.,
gevestigd te Veghel,
100. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

FOUR LEAVES B.V.,
gevestigd te Zeeland,
101. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 41]
,
gevestigd te Someren,
102. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CHAMPIBERG B.V.,
gevestigd te Boekel,
103. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

AGARICA PRODUKTIE B.V.,
gevestigd te Hoogeveen,
104. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 42]
,
gevestigd te Ammerzoden,
105. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 43]
,
gevestigd te Ospel,
106. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 44]
,
gevestigd te Mariahout,
107. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid


[Belanghebbende 45]
,
gevestigd te Goirle.

Partijen worden hierna – voor zover relevant – [verzoeksters] (verzoeksters), CNC (verweerster sub 4), [verweersters sub 5 - 16] (verweersters sub 5 – 16), [verweerder sub 17] (verweerder sub 17), [verweersters sub 18-47] (verweersters sub 18 – 47) en [belanghebbenden 48 - 53] (belanghebbenden 48 – 53) genoemd.





1De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:


het verzoekschrift van [verzoeksters] ;


het verweerschrift van CNC;


het verweerschrift van [verweersters sub 5 - 16] ;


het verweerschrift van [verweerder sub 17] ;


het verweerschrift van [verweersters sub 18-47] ;


het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 20 mei 2022.





1.2.
Tot slot is beschikking bepaald.






2De feiten

2.1.
CNC is een coöperatie die 105 leden telt. Tussen CNC en [verweerder sub 17] is in geschil of [verweerder sub 17] nog lid is van CNC. Bij beschikking van heden in een door [verweerder sub 17] aanhangig gemaakte verzoekschriftprocedure oordeelt deze rechtbank dat [verweerder sub 17] geen lid (meer) is van CNC. Behoudens CNC zelf en [verweerder sub 17] betreffen partijen de leden van CNC.



2.2.
CNC is op 9 april 1954 opgericht en had tot doel te voorzien in de stoffelijke behoeften van haar leden door de exploitatie van ondernemingen op het gebied van paddenstoelen.



2.3.
CNC hield tot 9 december 2020 alle aandelen in CNC Holding B.V. (hierna: CNC Holding). CNC Holding hield tot 31 maart 2016 alle aandelen in Lutèce Holding B.V. (hierna: Lutèce) en houdt alle aandelen in CNC Grondstoffen B.V., CNC Exotic Mushrooms BV, Amco Ottersum BV en de Poolse vennootschappen Holpol Compost Sp.z.o.o. en CNC Quality Products Sp.z.o.o.



2.4.
CNC heeft de aandelen in CNC Holding per 9 december 2020 verkocht en geleverd aan Sun European Partners LLP. CNC is op 10 december 2020 ontbonden.



2.5.
CNC richtte zich vanaf haar oprichting in 1954 aanvankelijk met name op de productie van compost ten behoeve van haar leden. In 1969 heeft CNC een belang verworven in Lutèce, dat zich bezighield met de verkoop van geconserveerde paddenstoelen. Nadien voorzagen de door CNC gedreven ondernemingen enerzijds in de verkoop van compost áán de leden van CNC en anderzijds in de inkoop van paddenstoelen ván de leden van CNC.



2.6.
Op grond van de statuten betaalden de leden van CNC een entreegeld en een jaarlijkse contributie. Verder betaalden de leden ter financiering van de activiteiten van CNC bij afname van grondstoffen of bij levering van paddenstoelen telkens een van de omvang van de afname of levering afhankelijke heffing die door CNC werd geboekt als achtergestelde ledenlening die in beginsel na tien jaar opeisbaar was (hierna: de ledenlening). Daarnaast bestond voor het bestuur de mogelijkheid om een aan de leden in enig jaar toegekend winstaandeel niet uit te betalen maar toe te voegen aan de ledenleningen (hierna ook wel: participatiereserve). Over de ledenleningen werd een rente vergoed van 1,5% boven de rente voor 10-jaars kapitaalmarktleningen.



2.7.
Bij akte van 23 augustus 1995 zijn de statuten van CNC gewijzigd. Artikel 25 lid 5 van de statuten bepaalde sindsdien:

“Blijkt er bij vereffening een overschot te zijn, dan wordt dit over de leden die op het tijdstip van de ontbinding lid waren naar gelijke delen verdeeld totdat een bedrag van vijfduizend gulden per lid bereikt is en voor het overige naar verhouding van de gemiddelde bedragen in geld waarvoor zij jaarlijks gedurende de laatste drie volle boekjaren of korter lidmaatschap gedurende hun lidmaatschap goederen van de coöperatie hebben afgenomen, alles tenzij de ledenraad op het voorstel van het bestuur besluit aan het overschot geheel of gedeeltelijk een andere bestemming te geven.”




2.8.
Bij akte van 22 april 2008 zijn de statuten van CNC weer gewijzigd. Artikel 25 van de statuten bepaalde sindsdien:

“Blijkt er bij vereffening een overschot te zijn, dan wordt dit over de leden die op het tijdstip van de ontbinding lid waren, naar gelijke delen verdeeld, totdat een bedrag van tweeduizend en vijfhonderd euro (€ 2.500) per lid bereikt is en voor het overige naar verhouding van de gemiddelde bedragen in geld waarvoor zij jaarlijks gedurende de laatste drie (3) volle boekjaren (of bij korter lidmaatschap gedurende hun lidmaatschap) goederen van de coöperatie (of van een afhankelijke maatschappij) hebben afgenomen, respectievelijk aan de coöperatie (of aan een afhankelijke maatschappij) hebben geleverd, alles tenzij de algemene ledenvergadering - op voorstel van het bestuur - besluit aan het overschot geheel of gedeeltelijk een andere bestemming te geven.”




2.9.
Bij akte van 1 juli 2013 zijn de statuten van CNC opnieuw gewijzigd. Artikel 25 van de statuten bepaalde sindsdien:

“Blijkt er bij vereffening van de coöperatie een overschot te zijn, dan wordt:


(i) allereerst en voor zover mogelijk, over de leden die op het tijdstip van de ontbinding lid waren, naar gelijke delen het overschot verdeeld, totdat een bedrag van tweeduizend vijfhonderd euro (€ 2.500) per lid is bereikt;


(ii) voor het overige over de leden die op het tijdstip van de ontbinding lid waren, naar gelijke delen het overschot verdeeld, zulks naar verhouding van de gemiddelde bedragen in geld waarvoor de leden jaarlijks gedurende de laatste drie (3) volle boekjaren (of bij korter lidmaatschap gedurende hun lidmaatschap) goederen van de coöperatie (of van een afhankelijke maatschappij) hebben afgenomen, respectievelijk aan de coöperatie (of aan een afhankelijke maatschappij) hebben geleverd,


tenzij de algemene ledenvergadering - op voorstel van het bestuur - besluit aan het overschot geheel of gedeeltelijk een andere bestemming te geven. (…)”




2.10.
In verband met tegenvallende resultaten van Lutèce in de periode vanaf 2012 heeft het bestuur van CNC in 2015 besloten de aandelen in Lutèce te verkopen. Eind 2015 is daarvoor een koper gevonden. Het bestuur van CNC heeft de voorgenomen verkoop van Lutèce in de algemene ledenvergadering aangekondigd en toegelicht en daarbij uiteengezet dat de verkoop een boekverlies van € 21 miljoen zou opleveren en dat de opbrengst van de verkoop zou moeten worden aangewend ter aflossing van de bankschulden. Op een extra algemene ledenvergadering van 22 januari 2016 heeft 97% van de leden voor de voorgestelde verkoop van Lutèce gestemd. De aandelen in Lutèce zijn op 31 maart 2016 verkocht en geleverd voor € 25 miljoen.



2.11.
De verkoop van Lutèce, goed voor circa 60% van de omzet van CNC, leidde tot een terugloop van het ledental van CNC van 1.400 naar ruim 100 leden. In 2016 heeft het bestuur van CNC gekozen voor een focus op de grondstoffentak.



2.12.
Op de algemene ledenvergadering van 7 juni 2017 heeft het bestuur mede in verband met de verkoop van Lutèce voorgesteld de statuten te wijzigen, waarbij onder meer in artikel 25 de zin “respectievelijk aan de coöperatie (of aan een afhankelijke maatschappij) hebben geleverd” zou worden doorgehaald. De algemene ledenvergadering van CNC heeft op 7 juni 2017 ingestemd met de voorgestelde statutenwijziging.



2.13.
In oktober 2017 is de werkgroep coöperatie 2.0 opgericht om alternatieve toekomstscenario’s voor CNC in kaart te brengen. De werkgroep heeft in de eerste helft van 2018 gesprekken gevoerd met het bestuur van CNC en van CNC Holding, de raad van commissarissen van CNC Holding en de leden. De eerste bevindingen van de werkgroep en de voorgenomen verdere werkwijze zijn in de ledenvergadering van 20 juni 2018 aan de leden gepresenteerd en toegelicht.



2.14.
Op de algemene ledenvergadering van 20 juni 2018 is een ten opzichte van 7 juni 2017 nadere aanpassing van de statuten in stemming gebracht. In de bij de vergaderstukken gevoegde compare versie van de nieuwe statuten is zichtbaar dat in artikel 25 onder (ii) de strofe “respectievelijk aan de coöperatie (of aan een afhankelijke maatschappij) hebben geleverd” is doorgestreept. De voorgestelde statutenwijziging is door de algemene ledenvergadering van CNC unaniem goedgekeurd.



2.15.
Bij akte van 23 augustus 2018 zijn de statuten van CNC gewijzigd. In artikel 22 van deze statuten is het volgende bepaald:

“Blijkt er bij vereffening van de coöperatie een overschot te zijn, dan wordt:


(i) allereerst en voor zover mogelijk, over de leden die op het tijdstip van de ontbinding lid waren, naar gelijke delen het overschot verdeeld, totdat een bedrag van tweeduizend vijfhonderd euro (€ 2.500) per lid is bereikt;


(ii) voor het overige over de leden die op het tijdstip van de ontbinding lid waren, naar gelijke delen het overschot verdeeld, zulks naar verhouding van de gemiddelde bedragen in geld waarvoor de leden jaarlijks gedurende de laatste drie (3) volle boekjaren (of bij korter lidmaatschap gedurende hun lidmaatschap) goederen van de coöperatie (of van een afhankelijke maatschappij) hebben afgenomen, tenzij de algemene ledenvergadering - op voorstel van het bestuur - besluit aan het overschot geheel of gedeeltelijk een andere bestemming te geven. (…)”




2.16.
Tijdens de algemene ledenvergadering van 17 december 2018 is door het bestuur van CNC toegelicht dat sprake is van tegenvallende resultaten, dat een nieuwe interim bestuurder van CNC Holding is aangesteld, dat de focus nu ligt op het formuleren van een herstelplan, dat de banken op de hoogte zijn gesteld van de problemen en dat de financieringsafspraken met de banken aflossing van de ledenleningen niet mogelijk maken. De werkgroep coöperatie 2.0 heeft toegelicht dat twee scenario’s voorliggen, te weten behoud van de coöperatie of verkoop van de ondernemingen en liquidatie, en dat het bestuur en de werkgroep aan deze scenario’s gaan werken.



2.17.
In januari 2019 is CNC door de banken onder bijzonder beheer gesteld. CNC diende uiterlijk eind 2020 weer te voldoen aan de financieringslimieten.



2.18.
Het bestuur en de werkgroep coöperatie 2.0 hebben in de loop van 2019 de mogelijke scenario’s uitgewerkt, vanaf juli 2019 ondersteund door Berenschot. Op de algemene ledenvergadering van 1 oktober 2019 is meegedeeld dat de mogelijke scenario’s met concrete cijfers zijn ingevuld en dat deze de komende tijd met de leden besproken zullen worden.



2.19.
Op 4 november 2019 heeft een informele ledenbijeenkomst van CNC plaatsgevonden waarbij de toekomstscenario’s voor CNC zijn besproken en toegelicht door de werkgroep coöperatie 2.0. Daarbij is in de op voorhand toegezonden stukken ook uiteengezet wat de mogelijke opbrengst voor de leden zou kunnen zijn bij een verkoop van de onderneming en liquidatie van CNC. Uit de daarbij gepresenteerde cijfers blijkt dat een na vereffening resterend overschot zal worden verdeeld over de huidige leden op basis van hun omzetten bij CNC over de jaren 2017, 2018 en 2019.



2.20.
Bij brief van 7 november 2019 heeft het bestuur de leden opgeroepen voor een algemene ledenvergadering van 21 november 2019, waarop gestemd zal worden over het voorstel aan het bestuur goedkeuring te geven om over te gaan tot verkoop van de gehele onderneming van CNC. Bij brief van 15 november 2019 heeft het bestuur ten behoeve van de vergadering aan de leden een rapport van WVDB Accountants toegestuurd waarin aan de hand van een rekenvoorbeeld uiteen wordt gezet op welke wijze een eventueel na vereffening resterend overschot zal worden verdeeld en tot welke concrete bedragen dat zou kunnen leiden. In het rapport wordt uiteengezet dat uit artikel 22 van de statuten volgt dat het overschot wordt verdeeld onder de leden naar rato van de van CNC afgenomen goederen over de jaren 2017, 2018 en 2019.



2.21.
Op de algemene ledenvergadering van CNC van 21 november 2019 hebben de leden met een meerderheid van 74,96% van de uitgebrachte stemmen besloten goedkeuring te verlenen aan het bestuur van CNC om over te gaan tot de verkoop en overdracht van de gehele onderneming van CNC met een opbrengst van ten minste € 80 miljoen en besloten tot ontbinding van CNC met ingang van de dag na de verkoop en overdracht van de gehele onderneming van CNC, onder de voorwaarde dat de verkoop en overdracht uiterlijk op
1 januari 2021 plaatsvindt.



2.22.
Op de algemene ledenvergadering van CNC van 24 juni 2020 zijn de leden door het bestuur bijgepraat over de voortgang van het verkoopproces. Op 19 oktober 2020 is bekend gemaakt dat de aandelen in CNC Holding zullen worden verkocht aan Sun European Partners.



2.23.
Op 9 december 2020 zijn de aandelen in CNC Holding aan Sun European Partners geleverd. CNC is conform het besluit van 21 november 2019 de daarop volgende dag,
10 december 2020, ontbonden en is sindsdien in staat van vereffening. Op 9 december 2020 heeft een ledenbijeenkomst van CNC plaatsgevonden waarbij de leden zijn voorgelicht over de verkoop en de verdere procedure van de vereffening.



2.24.

[verweersters sub 5 - 16] hebben op 27 november 2020 de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam verzocht een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken binnen CNC over de periode vanaf 2015. Dit verzoek is door de Ondernemingskamer afgewezen bij beschikking van 25 januari 2021 (ECLI:NL:GHAMS:2021:813). Tegen deze beschikking is geen rechtsmiddel aangewend.



2.25.
De algemene ledenvergadering van CNC heeft ter vergadering van 17 februari 2021 mevrouw [naam 1] en de heren [naam 2] en [naam 3] met een meerderheid van 83,9% benoemd tot liquidatiecommissie (en dus tot vereffenaars). De liquidatiecommissie heeft vervolgens in de periode maart 2021 tot en met mei 2021 het ledenbestand en de gerechtigdheid van leden en oud-leden tot (terug)betaling van de ledenleningen, de participatiereserves en de statutaire uitkering van € 2.500,00 per lid vastgesteld. De liquidatiecommissie heeft de leden bij brieven van 9 en 28 juli 2021 geïnformeerd over de toepassing van de statutaire verdeelsleutel en de uitwerking daarvan.



2.26.
De liquidatiecommissie heeft ter vergadering van 24 september 2021 de rekening en verantwoording en het plan van verdeling vastgesteld en heeft deze op 30 september 2021 bij het Handelsregister gedeponeerd.



2.27.

[verzoeksters] verzetten zich door middel van het onderhavige verzoek tegen het door de liquidatiecommissie van CNC neergelegde plan van verdeling. Daartegen is eveneens verzet aangetekend – zij het op (deels) andere gronden – door [verweersters sub 5 - 16] (in de procedure bij deze rechtbank met zaak- en rolnummer C/03/297862 / HA-RK 21-337), door [verweerder sub 17] (in de procedure bij deze rechtbank met zaak- en rolnummer C/03/298764 / HA-RK 21-359) en door [belanghebbenden 48 - 53] (in de procedure bij deze rechtbank met zaak- en rolnummer C/03/299279 / HA-RK 21-371). In al deze zaken wordt heden eveneens beschikking gegeven.






3Het verzoek

3.1.

[verzoeksters] verzoeken de rechtbank om, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
1. te verklaren voor recht dat het door de liquidatiecommissie van CNC ter inzage gelegde plan van verdeling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is en te bepalen dat de vereffenaars van CNC het plan van verdeling dienen te wijzigen zodanig dat het liquidatieoverschot bij gelijke delen wordt verdeeld over de leden die op het tijdstip van de ontbinding van CNC lid waren, althans te bepalen dat de vereffenaars het
liquidatieoverschot verdelen op basis van een verdeelsleutel naar rato van de hoogte van de
ledenlening, zoals onder de randnummers 34 t/m 39 van het verzoekschrift beschreven;
2. CNC met in achtneming van het voorgaande te verplichten tot het opstellen en uitvoeren van een nieuw c.q. gewijzigd plan van verdeling, althans CNC te verplichten tot het uitvoeren van een door de rechtbank in goede justitie op te stellen plan van verdeling;
3. CNC te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen het salaris van de advocaat van [verzoeksters] en de nakosten, al deze bedragen te vermeerderen met de
wettelijke rente met ingang van vijf dagen na betekening van de beschikking van de rechtbank tot aan de dag van algehele betaling.



3.2.
CNC, [verweersters sub 5 - 16] , [verweerder sub 17] en [verweersters sub 18-47] hebben – afzonderlijk – verweer gevoerd.



3.3.
Op hetgeen partijen hebben aangevoerd wordt, voor zover van belang, onder de beoordeling teruggekomen.






4De beoordeling

4.1.

[verzoeksters] zijn ex artikel 2:23b lid 5 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in verzet gekomen tegen het door de vereffenaars van CNC opgestelde plan van verdeling.


de rechtsmacht




4.2.
Aangezien er ook buitenlandse belanghebbenden zijn, dient eerst te worden vastgesteld of de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt. Aan de Nederlandse rechter komt in dit geval rechtsmacht toe op basis van het bepaalde in artikel 6 sub h Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).


ten aanzien van de ontvankelijkheid




4.3.

[verweersters sub 18-47] voeren aan dat [verzoeksters] niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun verzoek. Zij voeren daartoe aan dat [verzoeksters] zich steeds in de relevante besluitvorming hebben kunnen vinden, geen juridische actie daartegen hebben ondernomen en nu een verzoekschrift indienen dat nagenoeg identiek is aan het door [verweersters sub 5 - 16] bij de Ondernemingskamer ingediende verzoekschrift.


4.3.1.
De rechtbank is van oordeel dat [verzoeksters] in hun verzoek kunnen worden ontvangen en oordeelt daartoe als volgt. [verzoeksters] voeren aan dat zij tegen het voorstel tot verkoop en ontbinding van CNC hebben gestemd. Wat daar ook van zij, zelfs al zouden [verzoeksters] hebben ingestemd met alle relevante besluitvorming binnen CNC, dan volgt daaruit naar het oordeel van de rechtbank niet dat zij tegen de gevolgen van die besluitvorming niet in rechte zouden mogen opkomen. Ten aanzien van de procedure bij de Ondernemingskamer geldt dat – voor zover de rechtbank dat kan vaststellen – in het onderhavige verzoekschrift door [verzoeksters] inderdaad grotendeels dezelfde argumenten worden aangevoerd als bij het door [verweersters sub 5 - 16] gedane enquêteverzoek. De context daarvan is echter anders. Bij de Ondernemingskamer lag de vraag voor of er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken binnen CNC. In deze procedure ligt de vraag voor of het plan van verdeling gewijzigd dient te worden. De Ondernemingskamer heeft [verweersters sub 5 - 16] voor beslechting van hun vermogensrechtelijke geschil met CNC ook verwezen naar de rechtbank, door in rechtsoverweging 3.6. te overwegen dat “(…) in het kader van dit verzoek niet ter beoordeling voorligt hoe het na de vereffening van CNC resterende overschot verdeeld moet worden. Dat is uiteindelijk een zuiver vermogensrechtelijk geschil en de enquêteprocedure is niet geschikt om dat geschil te beslechten. (…)”. Van misbruik van procesrecht is op grond van het voorgaande geen sprake.


ten aanzien van het verzoek





4.4.

[verzoeksters] menen dat toepassing van de statutaire verdeelsleutel zoals vermeld in artikel 22 (ii) die is gebaseerd op de elementen (1) afname van grondstoffen (2) in de laatste drie boekjaren, in de gegeven omstandigheden onaanvaardbaar is naar maatstaven van
redelijkheid en billijkheid ex artikel 2:8 lid 2 BW, waarmee het plan van verdeling eveneens
in strijd is met die maatstaf van artikel 2:8 BW. De jegens [verzoeksters] als houders van een minderheidsbelang in acht te nemen zorgvuldigheid wordt niet in acht genomen omdat
toepassing van de statutaire verdeelsleutel van artikel 22 (ii) van de statuten er toe leidt dat

[verzoeksters] worden uitgesloten van een liquidatie-overschotuitkering zoals bedoeld in (ii) van
voormeld artikel. In de gegeven omstandigheden is toepassing van de referentieperiode van drie jaar niet in verhouding tot het 65-jarig bestaan van CNC en is toepassing van de statutaire verdeelsleutel gebaseerd op het afnemen van grondstoffen een miskenning van de bijdrage die [verzoeksters] hebben geleverd aan de financiering van CNC door hun uitstaande en risicodragende ledenleningen en daarmee hun bijdragen aan het liquidatieoverschot. Ook al hebben [verzoeksters] niet tot aan de ontbindingsdatum grondstoffen afgenomen van CNC, door hun uitstaande ledenleningen hebben zij wel tot de ontbinding een financieel economische band gehad met CNC, aldus nog steeds [verzoeksters]



4.5.
De rechtbank merkt – alvorens zij inhoudelijk ingaat op de stellingen van [verzoeksters] – op dat deze stellingen grotendeels ook al aan de Ondernemingskamer zijn voorgelegd in het kader van het door [verweersters sub 5 - 16] gedane enquêteverzoek. De rechtbank sluit zich hierna (groten)deels aan bij hetgeen de Ondernemingskamer heeft overwogen in het kader van het door [verweersters sub 5 - 16] gedane enquêteverzoek. Niet omdat de rechtbank zich daaraan in (formeel) juridische zin gebonden acht, maar omdat de rechtbank zich in die betreffende overwegingen kan vinden.


4.5.1.
De rechtbank stelt vast dat uit de statuten van CNC volgt dat, indien er bij de vereffening van de coöperatie een overschot blijkt te zijn, dit overschot uiteindelijk wordt verdeeld onder de leden die op het tijdstip van de ontbinding lid waren, naar verhouding van de gemiddelde bedragen in geld waarvoor de leden jaarlijks gedurende de laatste drie volle boekjaren (of bij korter lidmaatschap gedurende hun lidmaatschap) goederen van de coöperatie hebben afgenomen.



4.5.2.
De rechtbank stelt vast dat [verzoeksters] niet betwisten dat ten aanzien van de besluiten tot statutenwijzigingen nimmer een beroep is gedaan – door welk lid van CNC dan ook – op het bepaalde in artikel 2:15 BW. Aangezien de termijn uit artikel 2:15 lid 5 BW is verlopen staat een beroep op de vernietigbaarheid van deze statutaire bepalingen ook niet meer open. De rechtbank dient bij de beoordeling daarom uit te gaan van de voorliggende statuten.



4.5.3.
Door [verzoeksters] zijn diverse argumenten aangevoerd die zouden moeten leiden tot de slotsom dat tot een andere verdeelsleutel dient te worden gekomen. Daarop wordt hierna nader ingegaan. Er zijn daarbij twee andere verdeelsleutels voorgesteld door [verzoeksters] Die alternatieve verdeelsleutels worden betwist door CNC en [verweersters sub 18-47] . en deels ook door [verweerder sub 17] . [verweersters sub 5 - 16] refereren zich aan het oordeel van de rechtbank, maar stellen zelf ook nog andere verdeelsleutels voor. [belanghebbenden 48 - 53] hebben geen verweer gevoerd tegen het verzoek van [verzoeksters] , maar zij staan weer een andere wijze van verdeling voor – gebaseerd op een uitleg van de statuten die afwijkt van de uitleg die de liquidatiecommissie hanteert. Een en ander illustreert dat de leden van CNC die in verzet komen tegen het door de liquidatiecommissie opgestelde plan van verdeling onderling tot geheel of gedeeltelijk verschillende conclusies komen over wat een juiste, eerlijke(re), gelijke(re) of rechtvaardige(re) verdeling zou zijn.



4.5.4.
Beoordeeld dient echter te worden of toepassing van de statuten jegens [verzoeksters] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Pas indien dat vast komt te staan, kan worden toegekomen aan de vraag hoe het liquidatieoverschot dan verdeeld dient te worden. De rechtbank is echter van oordeel dat geen sprake is van een situatie waarin toepassing van de statuten jegens [verzoeksters] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, zodat een alternatieve wijze van verdeling niet aan de orde is. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.



4.5.5.
De beslissingsbevoegdheid ten aanzien van de te hanteren verdeelsleutel bij een liquidatieoverschot ligt bij de algemene ledenvergadering van CNC. Die algemene ledenvergadering heeft de statutaire verdeelsleutel bepaald zoals die thans in de statuten is vastgelegd.



4.5.6.

[verzoeksters] betogen dat de in artikel 22 van de statuten opgenomen verdeelsleutel op zichzelf ertoe leidt dat zij worden uitgesloten van een liquidatie-overschotuitkering zodat toepassing ervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht. De rechtbank volgt hen daarin niet. De verdeelsleutel is al sinds in ieder geval 1995 opgenomen in de statuten en beoogt te bevorderen dat de leden van CNC zoveel mogelijk producten van de door CNC gedreven ondernemingen afnemen en blijven afnemen en daarmee zo veel mogelijk bijdragen aan het bestendige succes van de door CNC gedreven ondernemingen. De verdeelsleutel op basis van de bijdrage aan het bedrijfsresultaat over de laatste drie jaren berust daarmee op een welbewuste en legitieme afweging van de daarmee te dienen belangen en deze is door de leden van CNC in de loop der jaren bij iedere statutenwijziging telkens met een 2/3e meerderheid gehandhaafd. Daar komt bij dat [verzoeksters] gesteld noch onderbouwd hebben dat het voor hen niet mogelijk was om grondstoffen bij CNC af te nemen, hetgeen zij sinds of na 2010 kennelijk niet meer hebben gedaan. De rechtbank kan daarom niet aannemen dat [verzoeksters] daadwerkelijk zijn uitgesloten van een uitkering uit het liquidatieoverschot, in die zin dat zij daarvoor hoe dan ook niet in aanmerking konden komen. Juist is wel dat zij daarvoor feitelijk niet in aanmerking komen, aangezien zij kennelijk sinds of na 2010 geen grondstoffen meer van CNC hebben afgenomen, maar dat is – naar de rechtbank bij gebrek aan andersluidende toelichting aanneemt – enkel het gevolg van de eigen vrije keuze van [verzoeksters] om sinds of na 2010 geen grondstoffen meer van CNC af te nemen.



4.5.7.
De omstandigheid dat de verdeelsleutel van artikel 22 van de statuten niet voorziet in een aandeel in een na de vereffening van CNC resterend overschot voor (oud-)leden die nog een ledenlening hebben uitstaan, maakt evenmin dat toepassing van artikel 22 van de statuten in de gegeven omstandigheden onaanvaardbaar zou zijn. Op grond van de statuten worden de ledenleningen bij ontbinding en vereffening eerst afgelost en wordt daarover een marktconforme rente met een opslag van 1,5% punt vergoed. Deze regeling in de statuten, waarbij de verschaffers van de ledenleningen wel een rentevergoeding ontvangen maar niet meedelen in een na ontbinding en vereffening van CNC resterend overschot, is een bewuste keuze geweest, die voor alle leden gold en uit de statuten ook zonder meer kenbaar was. De slotsom is dat de in artikel 22 van de statuten opgenomen verdeelsleutel duidelijk is, dat deze berust op een herhaalde bewuste keuze van een 2/3e meerderheid van de leden en dat toepassing van die verdeelsleutel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is.



4.5.8.
De omstandigheid dat de verdeelsleutel van artikel 22 van de statuten niet voorziet in een aandeel in een na de vereffening van CNC resterend overschot voor alle leden, waaronder dus begrepen leden die weliswaar geen bijdrage aan het bedrijfsresultaat over de laatste drie jaren hebben geleverd, maar wel lange tijd lid zijn van CNC, maakt evenmin dat toepassing van artikel 22 van de statuten in de gegeven omstandigheden onaanvaardbaar zou zijn. Een coöperatie, zoals CNC, heeft tot doel te voorzien in de stoffelijke behoeften van haar leden. Het enkele lid zijn, maar niet handelen met de coöperatie, is daarmee mee niet in lijn. Voor zover [verzoeksters] dus hebben willen betogen dat het enkele langdurig lid zijn zou moeten leiden tot een aanspraak op een liquidatie-overschotuitkering, volgt de rechtbank hen daarin niet. Het hanteren van een periode voorafgaand aan de ontbinding waarin daadwerkelijk zaken zijn gedaan tussen het lid en de coöperatie is, (mede) gelet op het doel van een coöperatie, niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.



4.5.9.
Slotsom van dit alles is dat niet gezegd kan worden dat de huidige verdeelsleutel en/of de toepassing daarvan door de liquidatiecommissie in het plan van verdeling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De conclusie is daarom dat het verzoek reeds daarom dient te worden afgewezen.




4.6.
De beslissingen van de rechtbank zijn gebaseerd op de overwegingen die hierboven staan. Alles wat partijen meer of anders hebben aangevoerd blijft verder buiten beschouwing omdat het voor de beslissing van de rechtbank niet (langer) relevant is.


ten aanzien van de proceskosten




4.7.

[verzoeksters] worden als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.


4.7.1.
De kosten aan de zijde van CNC worden begroot op € 676,00 aan griffierecht en op € 1.126,00 aan salaris advocaat (2,0 punten x tarief € 563,00). De proceskostenveroordeling wordt – nu CNC daarom heeft verzocht – uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De gevorderde hoofdelijke veroordeling wordt afgewezen, nu daarvoor geen grondslag is gesteld.



4.7.2.
De kosten aan de zijde van [verweersters sub 5 - 16] worden begroot op € 676,00 aan griffierecht en op € 1.126,00 aan salaris advocaat (2,0 punten x tarief € 563,00). De proceskostenveroordeling wordt – nu [verweersters sub 5 - 16] daarom hebben verzocht – uitvoerbaar bij voorraad verklaard.



4.7.3.
De kosten aan de zijde van [verweerder sub 17] worden begroot op € 314,00 aan griffierecht en op € 1.126,00 aan salaris advocaat (2,0 punten x tarief € 563,00).



4.7.4.
De kosten aan de zijde van [verweersters sub 18-47] worden begroot op € 676,00 aan griffierecht en op € 1.126,00 aan salaris advocaat (2,0 punten x tarief € 563,00).







5De beslissing

De rechtbank:


5.1.
wijst het verzoek af;



5.2.
veroordeelt [verzoeksters] in de kosten van het geding, aan de zijde van CNC begroot op € 1.802,00;



5.3.
veroordeelt [verzoeksters] in de kosten van het geding, aan de zijde van [verweersters sub 5 - 16] begroot op € 1.802,00;



5.4.
veroordeelt [verzoeksters] in de kosten van het geding, aan de zijde van [verweerder sub 17] begroot op € 1.440,00;



5.5.
veroordeelt [verzoeksters] in de kosten van het geding, aan de zijde van [verweersters sub 18-47] begroot op € 1.802,00;



5.6.
verklaart deze beschikking voor wat betreft de veroordelingen onder 5.2. en 5.3. uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. R. Kluin en in het openbaar uitgesproken op 1 juli 2022.





type: PB
coll:
Link naar deze uitspraak