Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:RBLIM:2024:7678 
 
Datum uitspraak:30-10-2024
Datum gepubliceerd:28-11-2024
Instantie:Rechtbank Limburg
Zaaknummers:C/03/317169 HA ZA 23-190
Rechtsgebied:Ondernemingsrecht
Indicatie:Aandeelhouders zijn ieder 50% aandeelhouder in de vennootschap en vorderen beide uittreding in de zin van artikel 2:343 BW. Zowel op bestuurders- als aandeelhoudersniveau is sprake van een onwerkbare situatie die aan beide aandeelhouders tevens bestuurders te wijten is. Gegeven historie van de vennootschap meer passend dat de aandeelhouder die actief betrokken was bij de bedrijfsactiviteiten de aandelen overneemt. Dwangsommen deels verbeurd. Vordering tot terugbetaling van € 300.000,- toegewezen wegens teveel betaalde managementvergoeding. Vordering tot betaling van boetes wegens overtreding van de managementovereenkomst afgewezen. Vordering ex artikel 843a Rv afgewezen. Vordering tot terugbetaling geldlening toegewezen. Geen aansprakelijkheid ex artikel 2:8 jo. 6:162 BW.
Trefwoorden:burgerlijk wetboek
vaststellingsovereenkomst
wettelijke rente
 
Uitspraak
RECHTBANK Limburg

Civiel recht

Zittingsplaats Roermond

Zaaknummer: C/03/317169 / HA ZA 23-190


Vonnis van 30 oktober 2024


in de zaak van




1 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 1] ,
te [woonplaats 1] ,2. ISY B.V.,
te Brunssum,3. HIT ONLINE SHOPS B.V.,
te Herten,
eisende partijen in conventie,
verwerende partijen in reconventie,
advocaat: mr. R.R.H.J. Ramakers,

tegen




1 [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,
te [woonplaats 2] ,2. D.T.F.G. B.V.,
te Herten,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
advocaat: mr. P.B.A. Acda.

Partijen zullen hierna moeder (eiseres sub 1), Isy (eiseres sub 2), HIT Online (eiseres sub 3), [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] (gedaagde sub 1) en DTFG (gedaagde sub 2) worden genoemd.





1De procedure


1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de rolbeslissing van 7 februari 2024 - de akte uitlaten van 6 maart 2024.



1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.





2De feiten


2.1.
Moeder en (zoon) [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] houden via respectievelijk Isy en DTFG ieder een belang van 50% in HIT Online. De verhoudingen tussen Isy (moeder) en DTFG ( [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ) zijn structureel verstoord. Bij dagvaarding van 14 april 2023 heeft Isy jegens DTFG onderhavige uittredingsprocedure als bedoeld in artikel 2:343 van het Burgerlijk Wetboek (BW) aanhangig gemaakt. Bij conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie van 7 juni 2023 heeft DTFG op haar beurt jegens Isy een uittredingsvordering ingesteld. Kort gezegd willen zowel Isy (moeder) als DTFG ( [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ) door de andere aandeelhouder worden uitgekocht. Aan deze procedure is het volgende voorafgegaan.



2.2.
HIT Online is op 30 mei 2018 opgericht. Isy en DTFG houden elk 50% van de aandelen in HIT Online. Zij waren tot 11 november 2022 allebei bestuurder van HIT Online. DTFG is met ingang van 11 november 2022 afgetreden als bestuurder van HIT Online.



2.3.
Moeder houdt alle aandelen in Isy en is haar enige bestuurder. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] houdt alle aandelen in DTFG en is haar enige bestuurder.



2.4.
HIT Online drijft een onderneming die zich bezighoudt met de online verkoop van onder meer dakkoffers, dakdragers en fietsdragers. De omzet van HIT Online bestaat voor 98% uit producten die afkomstig zijn van VDL-Hapro International B.V. (hierna: Hapro) Tot en met juni 2011 was [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] als international sales manager werkzaam voor Hapro. Tussen Hapro en HIT Online is voor de levering van de koffers en dak- en fietsdragers een overeenkomst gesloten ingaande 1 januari 2018 met een looptijd van 5 jaar.



2.5.
De onderneming is in 2010 gestart in de vorm van een vennootschap onder firma (vof). Wijlen [naam vader] (hierna: vader), echtgenoot van moeder en vader van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en zijn broer [naam broer] (hierna: [naam broer] ), was vanaf de start van de onderneming in 2010 tot aan zijn overlijden op [overlijdensdatum] 2019 zeer actief bij (eerst de vof en daarna) HIT Online betrokken. Vader mocht geen werkzaamheden (waaronder bestuurstaken) verrichten, zodat hij geen formele positie binnen HIT Online had. Echter, feitelijk vervulde hij tot zijn overlijden de bestuurstaken van moeder.



2.6.
Isy en DTFG hebben allebei op 30 mei 2018 een managementovereenkomst met HIT Online gesloten. In deze managementovereenkomsten is bepaald dat de managementvergoeding € 120.000,- excl. btw per jaar bedraagt, te betalen in 12 maandelijkse termijnen (van € 12.100,- incl. btw).



2.7.
In 2019, nog voor het overlijden van vader, zijn de verhoudingen tussen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en zijn ouders volledig verstoord geraakt. Na het overlijden van vader heeft op 20 december 2019 een gesprek plaatsgevonden op het kantoor van [naam fiscaal adviseur] , fiscaal adviseur van HIT Online, waarbij moeder, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en zijn partner en [naam broer] aanwezig waren.



2.8.
Na het overlijden van vader is [naam broer] taken die voorheen door vader werden verricht, gaan uitvoeren. De samenwerking tussen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [naam broer] liep echter al snel spaak.



2.9.
Bij e-mailbericht van 13 mei 2021 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] de managementovereenkomst met Isy opgezegd. Kort daarvoor had [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] aan [naam broer] gevraagd wanneer hij zijn werkzaamheden voor HIT Online zou overdragen.



2.10.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft vervolgens de toegang van moeder en [naam broer] tot het webhostingportaal, de betaaldiensten, en de e-mailaccounts van HIT Online geblokkeerd/onmogelijk gemaakt door de wachtwoorden te wijzigen. [naam broer] heeft deze blokkades daarna weer deels ongedaan gemaakt. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft ook de automatische betaling van de managementvergoeding van Isy voor de maand juli 2021 stopgezet en de automatische betaling van augustus 2021 aangepast van € 12.100,- naar € 1.210,-. [naam broer] heeft gezorgd dat de managementvergoeding alsnog volledig door HIT Online aan Isy werd voldaan.



2.11.
De advocaat van Isy en [naam broer] heeft bij e-mailberichten van 24 juni 2021 en 8 juli 2021 hun bezwaren tegen het beleid en gang van zaken van HIT Online kenbaar gemaakt.



2.12.
Hapro heeft op 14 juli 2021 gewaarschuwd dat zij mogelijk het contract met HIT Online zou beëindigen. Bij e-mailbericht van 19 juli 2021 heeft de advocaat van DTFG en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] aangekondigd dat een algemene vergadering van aandeelhouders van HIT Online bijeengeroepen zou worden op 27 juli 2021 of een door moeder voor te stellen eerdere datum. Deze vergadering heeft niet plaatsgevonden, onder meer omdat Isy betwistte dat aan de oproeping een geldig bestuursbesluit ten grondslag lag.



2.13.
In de periode daarna is tussen (de advocaten van) partijen gecorrespondeerd over mogelijke afspraken over de toekomst of een overname van de aandelen van Isy in HIT Online door DTFG.



2.14.
Op 30 augustus 2021 is namens Isy een verzoekschrift bij de Ondernemingskamer ingediend, waarin zij samengevat, de Ondernemingskamer heeft verzocht een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van HIT Online, onmiddellijke voorzieningen te treffen en te bepalen dat haar aandelen in HIT Online worden overgenomen door HIT Online of door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] (vordering tot uittreding). HIT Online en DTFG/ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] hebben bij verweerschrift de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van Isy af te wijzen en een voorwaardelijk tegenverzoek gedaan (inhoudende het bevelen van een onderzoek en het treffen van onmiddellijke voorzieningen).



2.15.
In zijn rapport van 8 februari 2022 (productie 3 bij dagvaarding) heeft de door de Ondernemingskamer aangewezen deskundige de waarde van de aandelen HIT Online per 1 januari 2022 gewaardeerd op een bedrag van (i) € 2.150.388,- (op basis van going concern, dat wil zeggen met behoud van het contract met Hapro) en (ii) € 1.655.497,- (op basis van liquidatiewaarde, indien de relatie met Hapro tot een einde komt).



2.16.
Medio februari 2022 heeft HIT Online, nadat DTFG de accountant van HIT Online had gevraagd een uitkerings- en balanstest te doen, € 400.000,- aan dividend aan Isy en aan DTFG uitgekeerd.



2.17.
Op 22 juni 2022 hebben partijen een vaststellingsovereenkomst (hierna: de VSO) gesloten, onder meer inhoudende dat de aandelen van Isy in HIT Online voor € 349.000,- door Isy zullen worden verkocht en geleverd aan DTFG. In de VSO is voorts overeengekomen dat een door HIT Online bij de rechtbank Limburg, locatie Maastricht, aanhangig gemaakt kort geding (met betrekking tot de terugvordering van de na het overlijden van vader door HIT Online aan Isy betaalde managementvergoedingen) zal worden ingetrokken na levering van de aandelen van Isy in HIT Online aan DTFG.



2.18.
Kort na 22 juni 2022 heeft DTFG/ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] de toegang van Isy tot alle administratieve systemen en bankrekeningen van HIT Online (opnieuw) geblokkeerd. DTFG/ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft Isy voorts doen uitschrijven als bestuurder van HIT Online in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.



2.19.
Bij e-mailbericht van 19 juli 2022 heeft de advocaat van Isy de buitengerechtelijke vernietiging van de VSO ingeroepen op de grond dat de VSO onder invloed van bedrog aan de zijde van DTFG/ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] tot stand is gekomen omdat het kort geding waarnaar in de VSO wordt verwezen door HIT Online helemaal niet aanhangig bleek te zijn gemaakt.



2.20.
DTFG en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] hebben de Ondernemingskamer verzocht om de lopende procedure voort te zetten en een zelfstandig tegenverzoek ingediend. DTFG en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] hebben verzocht om een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken binnen HIT Online. Daarnaast is een uittredingsvordering ingesteld bij de Ondernemingskamer door DTFG. Isy heeft bij verweerschrift van 15 juni 2023 haar uittredingsverzoek en het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen ingetrokken en de Ondernemingskamer verzocht, samengevat, (i) indien een onderzoek wordt bevolen naar het beleid en de gang van zaken van HIT Online, de onderzoeksperiode te laten aanvangen op [overlijdensdatum] 2019 en te bepalen dat de kosten van het onderzoek door DTFG moeten worden gedragen; en (ii) als onmiddellijke voorziening voor de duur van de procedure één aandeel van DTFG in HIT Online ten titel van beheer over te dragen aan een onafhankelijke derde.



2.21.
Isy heeft in september 2022 een kort geding tegen DTFG en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] aanhangig gemaakt waarin zij kort gezegd heeft gevorderd weer toegang te krijgen tot de administratieve systemen en bankrekeningen van HIT Online en haar weer als medebestuurder te doen inschrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Bij vonnis van 19 oktober 2022 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank zijn de vorderingen van Isy toegewezen.



2.22.
Op 21 oktober 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] € 300.000,- van de bankrekening van HIT Online naar de bankrekening van DTFG overgemaakt.



2.23.
Op 3 november 2022 is Isy opnieuw als bestuurder van HIT Online ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.



2.24.
Isy heeft een tweede kort geding tegen DTFG en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] aanhangig gemaakt, waarbij Isy terugbetaling van het bedrag van € 300.000,- vorderde. Deze vordering is bij vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 19 december 2022 afgewezen omdat deze vordering niet aan Isy maar aan HIT Online toekwam. In een door HIT Online jegens DTFG en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] aanhangig gemaakt derde kort geding is (onder meer) de vordering tot terugbetaling van voormeld bedrag bij vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 1 februari 2023 afgewezen wegens het ontbreken van een voldoende spoedeisend belang.



2.25.
Bij e-mailbericht van 11 november 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] aan moeder onder meer bericht dat (i) DTFG per direct haar functie als bestuurder van HIT Online neerlegt, (ii) de medewerker die verantwoordelijk was voor de klantenservice van HIT Online (Fataccio) per direct zou stoppen, en (iii) het telefoonnummer van de klantenservice van HIT Online zal worden doorgeschakeld naar een telefoonnummer van moeder. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft daarbij vermeld dat na de buitengerechtelijke vernietiging van de VSO door Isy de gezondheidstoestand van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ernstig achteruit is gegaan en dat de gezondheid van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] het niet langer toelaat om in deze onwerkbare situatie te blijven functioneren.



2.26.
Op 14 november 2022 heeft DTFG aan Isy verzocht om een aandeelhoudersvergadering bijeen te roepen. Na enige correspondentie tussen partijen is afgesproken dat de aandeelhoudersvergadering zal plaatsvinden op 16 januari 2023 ten kantore van de advocaat van Isy. Op die dag werd Isy bijgestaan door haar advocaat en door de financieel adviseur van HIT Online. DTFG heeft zich onder verwijzing naar de statuten van HIT Online tegen de aanwezigheid van laatstgenoemde verzet, waarop de aandeelhoudersvergadering geen doorgang heeft gevonden. Daarop is besloten de aandeelhoudersvergadering schriftelijk te laten plaatsvinden. De agendapunten zijn per e-mailbericht van 14 februari 2023 door Isy naar DTFG gestuurd, waarop DTFG bij e-mailbericht van 17 april 2023 heeft gereageerd. Deze schriftelijke aandeelhoudersvergadering is nog niet afgerond. Besluitvorming over de agendapunten heeft niet plaatsgevonden.



2.27.
De Ondernemingskamer heeft drie uitspraken gewezen, te weten op 7 en 12 december 2023 en 20 augustus 2024. Door de Ondernemingskamer is geoordeeld dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken bij HIT Online die een onderzoek rechtvaardigen naar het beleid en de gang van zaken binnen HIT Online. De Ondernemingskamer heeft daarbij geoordeeld dat die twijfel met name ziet op de structureel verstoorde verhoudingen tussen Isy (moeder) enerzijds en DTFG ( [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ) anderzijds en de impasse en problemen die daaruit op management- en aandeelhoudersniveau zijn voortgevloeid met negatieve gevolgen voor de continuïteit van HIT Online. De Ondernemingskamer heeft daarom een onderzoek bevolen over de periode vanaf het overlijden van vader op [overlijdensdatum] 2019, een bestuurder benoemd met beslissende stem die zelfstandig bevoegd is HIT Online te vertegenwoordigen en een beheerder aangewezen aan wie de aandelen van HIT Online zijn overgedragen met uitzondering van één aandeel van ieder van de aandeelhouders. De Ondernemingskamer heeft zich niet uitgelaten over de uittredingsvordering, omdat partijen geen overeenstemming hadden over het bij wijze van prorogatie voorleggen van de uittredingsvordering aan de Ondernemingskamer en er reeds een procedure dienaangaande aanhangig was bij deze rechtbank. Dit betreft de onderhavige procedure.



2.28.
Partijen hebben naar aanleiding van de uitspraken van de Ondernemingskamer onderhandelingen gevoerd over de onderhavige uittredingsprocedure. Die onderhandelingen hebben niet tot een minnelijke regeling geleid.






3Het geschil


in conventie



3.1.
Moeder, Isy en HIT Online vorderen – samengevat – dat de rechtbank voor zover mogelijk uitvoerbaar:

1. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG hoofdelijk zal veroordelen om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan Isy en moeder te voldoen een bedrag ad € 33.000,-;

2. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG hoofdelijk zal veroordelen binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan HIT Online te voldoen het bedrag van € 300.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 oktober 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;

3. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG hoofdelijk zal veroordelen binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan HIT Online te betalen een bedrag ad € 199.500,-;

4. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG te gebieden de managementovereenkomst met HIT Online na te komen en aldus dat zij zich dienen te houden aan het non-concurrentiebeding van artikel 10 van die overeenkomst en dat het hen expliciet wordt verboden verder te gaan met de ontwikkeling en/of exploitatie van concurrerende webshops direct of indirect en op welke wijze dan ook;

5. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG zal veroordelen binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan HIT Online afschriften over te leggen van:
- De opdracht die door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG is verstrekt aan Slampaq en/of Clearis;
- De correspondentie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG met Slampaq en/of Clearis;
- De facturen van Slampaq en/of Clearis aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG;
- De inloggegevens van de webshops;
- De broncode van de webshops;

6. DTFG zal veroordelen aan HIT Online binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis te betalen het bedrag ad € 100.000,-;

7. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG hoofdelijk zal veroordelen om de aandelen van Isy in HIT Online over te nemen, tegen gelijktijdige betaling van een conform het navolgende nader te bepalen prijs;

8. de prijs van de aandelen vast zal stellen conform – naar de rechtbank begrijpt – het rapport van de deskundige van de Ondernemingskamer (productie 3 bij dagvaarding);

9. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG hoofdelijk zal veroordelen om aan Isy de vastgestelde prijs te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf twee (2) weken na de datum van dit vonnis waarbij de prijs wordt vastgesteld;

10. voor recht zal verklaren dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG jegens moeder, Isy en HIT Online aansprakelijk zijn voor de door moeder, Isy en HIT Online geleden en nog te lijden schade als gevolg van hun handelen in strijd met artikel 2:8 BW jo. 6:162 BW, zulks nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;

een en ander met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG in de kosten van deze procedure, te voldoen binnen zeven dagen na dagtekening van het te dezen te wijzen vonnis, en voor het geval voldoening niet binnen die termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede tot betaling van de nakosten.



3.2.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG voeren verweer.



3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.



in reconventie




3.4.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG vorderen na eiswijziging – samengevat – dat de rechtbank voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

- Isy (en moeder) zal veroordelen om zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voor 1 maart 2024, dan wel een nader in goede justitie te bepalen datum, de door DTFG gehouden aandelen in het kapitaal van HIT Online, over te nemen, tegen gelijktijdige betaling van in beginsel de waarde die in het deskundigenrapport d.d. 8 februari 2022 aan de aandelen is toegekend, dan wel een conform het navolgende nader te bepalen prijs;

- voor zover nodig, één of meer deskundigen zal benoemen die met inachtneming van voormelde periode over de prijs van de door DTFG gehouden aandelen schriftelijk bericht zullen uitbrengen, daarmee rekening houdende met gedragingen van Isy en moeder en waarvan aannemelijk is dat die tot een vermindering van de waarde van de over te dragen aandelen hebben geleid;

en voorts, nadat de deskundigen hun bericht hebben uitgebracht:

- de prijs van de aandelen vaststelt, daarbij een billijke verhoging toepast in verband met gedragingen van Isy en moeder en waarvan aannemelijk is dat die tot een vermindering van de waarde van de over te dragen aandelen hebben geleid, en de aldus vastgestelde (verhoogde) koopprijs vermeerdert met waardestijgingen in de periode gelegen tussen de gehanteerde peildatum voor de waardering en de datum van vaststelling van de (verhoogde) koopprijs;

- Isy en moeder hoofdelijk veroordeelt om DTFG het hiervoor omschreven bedrag te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de datum van het vonnis tot de dag van algehele voldoening;

- moeder, Isy en HIT Online zal veroordelen in alle kosten vallende op deze procedure waaronder, doch niet uitsluitend, het salaris van de advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] /DTFG, alsmede de wettelijke rente, ingaande op de 15e dag na betekening van dit vonnis en voorts met veroordeling van moeder, Isy en HIT Online in alle nakosten, waaronder - doch niet uitsluitend - de kosten van betekening.



3.5.
Moeder, Isy en HIT Online voeren verweer.



3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.













4De beoordeling


In conventie en in reconventie



De aandelen



4.1.
De rechtbank is evenals de Ondernemingskamer van oordeel dat na het overlijden van vader zowel op bestuursniveau als op aandeelhoudersniveau een onwerkbare situatie is ontstaan bij HIT Online die naar het oordeel van de rechtbank zowel aan Isy/moeder als aan DTFG/ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te wijten is. Daarvoor is het volgende redengevend.



4.2.
Aan Isy/moeder valt te verwijten dat zij na het overlijden van vader een managementvergoeding van € 12.100,- incl. btw per maand aan zichzelf is blijven betalen vanuit HIT Online, hetgeen over de periode van december 2019 tot 22 juni 2022 een bedrag van € 375.000,- oplevert terwijl hier in feite niet of nauwelijks werkzaamheden tegenover stonden. Tussen partijen staat vast dat vader bij leven de werkzaamheden verrichtte waarvoor de managementvergoeding aan Isy werd betaald en alleen geen aandeelhouder en (indirect) bestuurder van HIT Online was, omdat hij geen werkzaamheden meer mocht verrichten en geen onderneming mocht oprichten/besturen. Dit werd omzeild door de aandelen via Isy op naam van moeder te zetten en haar (indirect) bestuurder te maken. Moeder stelt zelf in de dagvaarding dat zij na het overlijden van vader de werkzaamheden van vader door [naam broer] heeft laten uitvoeren en dat zij de aandelen die zij via Isy in HIT Online hield aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] /DTFG wilde overdragen. Daar komt bij dat Isy weliswaar de aandelen aan DTFG heeft willen verkopen, maar bij de overeen te komen prijs er onvoldoende rekening mee heeft gehouden dat de waarde van HIT Online in feite werd bepaald door het contract met leverancier Hapro dat volledig leunt op het goede contact dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] met de directeur van Hapro onderhoudt. Ook had Isy bij een reële prijs voor de aandelen rekening moeten houden met het feit dat na het overlijden van vader [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] in feite bijna alle werkzaamheden in HIT Online verrichtte, omdat moeder daar zelf niets aan kon bijdragen en [naam broer] in het geheel niet bekend was met de onderneming voor het overlijden van vader en de samenwerking tussen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [naam broer] al snel spaak liep. Het is dan ook mede aan moeder/Isy te wijten dat een onwerkbare situatie is ontstaan.



4.3.
Dat sprake is van een onwerkbare situatie is ook aan DTFG/ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te wijten. DTFG/ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft die situatie in de hand gewerkt door moeder/Isy buiten te sluiten en haar niet te informeren. Ook heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] € 300.000,- uit HIT Online naar DTFG overgeboekt zonder overleg met moeder/Isy, terwijl Isy en DTFG destijds gezamenlijk bevoegd bestuurders waren en zonder dat daaraan een rechtsgeldig besluit aan ten grondslag lag. Dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] /DTFG zelfstandig bevoegd zou zijn geweest om te besluiten het bedrag over te maken, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] /DTFG hebben over deze betaling wisselende standpunten ingenomen, hetgeen erop duidt dat achteraf een rechtvaardiging wordt gezocht voor de overboeking. Samengevat hebben [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] /DTFG geen rekening gehouden met de gerechtvaardigde belangen van Isy/moeder en is mede door hun toedoen een onwerkbare situatie ontstaan.



4.4.
De onwerkbare situatie op zowel bestuurdersniveau als aandeelhoudersniveau heeft ervoor gezorgd dat de jaarrekeningen al jaren niet zijn vastgesteld en er een dividenduitkering van € 400.000,- aan zowel Isy als DTFG is gedaan zonder dat daar een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders aan ten grondslag ligt. Als klap op de vuurpijl heeft Hapro met ingang van 1 januari 2023 de samenwerkingsovereenkomst met HIT Online niet verlengd, terwijl HIT Online voor haar omzet nagenoeg volledig afhankelijk is van Hapro. In feite is daarmee het verdienmodel van HIT Online weggevallen.



4.5.
Naar het oordeel van de rechtbank staat vast dat partijen niet meer samen verder kunnen in HIT Online. Op grond van artikel 2:343 BW kan een aandeelhouder een vordering tot uittreding van een of meer van zijn medeaandeelhouders instellen. Voorwaarde daarvoor is dat de aandeelhouder die de vordering instelt door gedragingen van zijn medeaandeelhouder(s) zodanig in zijn rechten of belangen is geschaad dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van hem kan worden gevergd. De vordering tot uittreding houdt dan in dat de aandelen worden overgenomen onder gelijktijdige betaling door de medeaandeelhouder(s) van de prijs die de rechtbank voor de aandelen heeft bepaald. In deze zaak vorderen zowel Isy als DTFG dat de ander de in HIT Online gehouden aandelen overneemt tegen de prijs die de deskundige daarvoor in het waarderingsrapport van 8 februari 2022 (hierna: het Rapport) voor de Ondernemingskamer heeft vastgesteld (productie 3 bij dagvaarding).



4.6.
De rechtbank vindt het gegeven de historie van HIT Online meer passend dat DTFG de aandelen van Isy overneemt dan omgekeerd. Het is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] die zijn bedrijfsactiviteiten in HIT Online heeft ontplooid en moeder die (via Isy) in feite alleen in naam aan de onderneming was verbonden. Ook in de huidige situatie is het [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] die mogelijk nieuwe bedrijfsactiviteiten hierin kan ontplooien. De rechtbank zal dan ook de vordering van Isy dat DTFG haar aandelen overneemt toewijzen en de tegenvordering van DTFG dat Isy haar aandelen overneemt afwijzen.



4.7.
De overige vorderingen in reconventie borduren voort op de vordering tot overname van de aandelen door Isy. Aangezien de uittredingsvordering van DTFG is afgewezen, worden ook de overige vorderingen in reconventie afgewezen.



4.8.
Isy vordert hoofdelijke veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG om de aandelen over te nemen. De rechtbank zal enkel DTFG hiertoe veroordelen. De reden daarvoor is dat enkel DTFG (mede-)aandeelhouder is in HIT Online en een vordering als bedoeld in artikel 2:343 BW zich enkel tegen een medeaandeelhouder kan richten. De vordering jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zal dus worden afgewezen.



4.9.
De deskundige heeft de waarde van alle aandelen in een going-concern situatie met instandhouding van de overeenkomst met Hapro vastgesteld op € 2.150.388,- en de liquiditeitswaarde van alle aandelen op € 1.655.497,- (zie pagina 13 van het Rapport). Daarbij heeft de deskundige gesteld dat van de liquiditeitswaarde moet worden uitgegaan bij beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst met Hapro, omdat dan een van de belangrijkste pijlers van de onderneming is weggevaagd (zie pagina 4 van het Rapport). Aangezien de samenwerkingsovereenkomst met Hapro inmiddels is geëindigd, moet naar het oordeel van de rechtbank van deze liquidatiewaarde worden uitgegaan.



4.10.
De liquiditeitswaarde van € 1.655.497,- is vastgesteld per 1 januari 2022. De waarde is een optelsom van de op dat moment aanwezige liquide middelen van € 1.196.302,- en een aantal andere posten. Nadien zijn de liquide middelen echter afgenomen doordat er medio februari 2022 een dividenduitkering aan Isy en DTFG van ieder € 400.000,- is gedaan. Aangezien de liquide middelen met € 800.000,- zijn afgenomen zal de rechtbank de liquiditeitswaarde eveneens met € 800.000,- verminderen zodat een liquiditeitswaarde van € 855.497,- resteert. Omdat DTFG de helft van de aandelen moet overnemen, zal de rechtbank de prijs bepalen op de helft van dit bedrag, te weten € 427.748,50. De rechtbank zal DTFG veroordelen de aandelen over te nemen tegen deze prijs.


In conventie



Dwangsommen uit hoofde van het vonnis van 19 oktober 2022 € 33.000,-




4.11.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG zijn in het kort geding vonnis van 19 oktober 2022 hoofdelijk veroordeeld om kort gezegd:


moeder actief toegang te verlenen tot alle systemen van HIT Online waaronder in ieder geval de systemen in randnummer 36 van de kortgedingdagvaarding door het verstrekken van de juiste inloggegevens;


op eerste verzoek van moeder aan de accountant kenbaar te maken dat moeder nog medebestuurder is en dat zij in die hoedanigheid met haar dienen te communiceren;


volledige medewerking te verlenen aan het opnieuw inschrijven van moeder in het handelsregister als medebestuurder met gezamenlijke bevoegdheid en het wijzigen van de inschrijving van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] in medebestuurder met gezamenlijke bevoegdheid;


volledige medewerking te verlenen aan het ongedaan maken van de wijziging van de tenaamstelling van de domeinnamen haprofietsdrager.nl, haprozonnebanken.nl, haprosecret.nl, haprocollageen.nl, zodat moeder wederom als houder wordt vermeld.


Aan die veroordelingen heeft de voorzieningenrechter een dwangsom gekoppeld van € 1.000,- per dag of dagdeel tot een maximum van € 50.000,- dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] /DTFG niet binnen 48 uur na betekening aan de veroordeling voldoet. De dwangsom moet worden betaald aan moeder en Isy, zo staat in het vonnis. De rechtbank begrijpt dit aldus dat eventueel te verbeuren dwangsommen voor de helft aan moeder en voor de helft aan Isy moeten worden betaald.



4.12.
Het vonnis is op 21 oktober 2022 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] betekend. Bij email van dezelfde dag heeft de advocaat van Isy/moeder [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] /DTFG gesommeerd aan het vonnis te voldoen met het verzoek om per omgaande:


“(…)

- alle inloggegevens van de systemen per e-mail te doen toekomen aan cliënte en mij daarvan een bewijs toe te zenden;



de accountant te informeren conform het vonnis;




de bankpas van cliënte te laten deblokkeren, althans het nodige te doen om ervoor zorg te dragen dat zij weer toegang heeft tot de online bankomgeving;




de Kamer van Koophandel kenbaar te maken dat het verweer tegen het bezwaar van cliënte is ingetrokken en hij zich conformeert aan het bezwaar van cliënte;




Protagonist opdracht te geven de houder van de domeinnamen zoals omschreven in het dictum van het vonnis te wijzigen naar cliënte.




(...)”




4.13.
Op 22 oktober 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] /DTFG toegezegd aan het vonnis te zullen voldoen maar ondertussen heeft hij allerlei barrières opgeworpen. Pas op 7 november 2022 voldeed de accountant aan de sommatie van Isy en verstrekte de inloggegevens van Twinfield en Basecone. De hernieuwde inschrijving van Isy als medebestuurder bij het handelsregister werd pas op 3 november 2022 bewerkstelligd nadat Isy zelf het kort geding vonnis had gestuurd. Pas 1 november 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] meegedeeld aan het handelsregister zijn bezwaar hiertegen te laten varen (productie 34 bij dagvaarding). Op 11 november 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] bijna alle inloggegevens verstrekt (productie 12 bij dagvaarding). Dit deed hij tegelijk met het neerleggen van zijn bestuurderschap en nadat hij een grote hoeveelheid e-mails en documenten had gewist. Hij heeft er echter niet voor gezorgd dat moeder weer toegang kreeg tot de systemen van de bank. Pas op 25 november 2022 kreeg Isy/moeder weer toegang tot de ABN AMRO Bank. Omdat tussen 23 oktober 2022 en 25 november 2022 33 dagen zijn verstreken, is € 33.000,- aan dwangsommen verbeurd. Dit alles aldus moeder.



4.14.
Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zijn de domeinnamen op 23 oktober 2022 op naam van moeder gezet. Ook heeft hij op 22 oktober 2022 al de accountant bericht. Om toegang te krijgen tot Basecone en Twinfield moest moeder contact opnemen met de accountant en dat heeft ze pas 2,5 week later gedaan. Moeder mocht ten kantore van HIT Online inzage krijgen in alle systemen. De wijziging van de inschrijving bij het Handelsregister moest moeder zelf bewerkstelligen. Als moeder dat had gedaan, had ze ook zelf kunnen verzoeken aan ABN AMRO haar weer toegang te verschaffen. Immers, zodra ze weer als bestuurder stond ingeschreven, kreeg ze weer toegang. Dit alles aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] .



4.15.
De rechtbank overweegt als volgt. De dwangsommen verbeuren wanneer [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] /DTFG niet binnen 48 uur aan de veroordelingen voldoet. Het vonnis is op 21 oktober 2022 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] betekend, zodat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] uiterlijk op 23 oktober 2022 aan de veroordeling had moeten voldoen. Partijen hebben niet gesteld dat het vonnis ook aan DTFG is betekend. Ook blijkt dit niet uit de overgelegde stukken. De rechtbank zal daarom de vordering jegens DTFG afwijzen.



4.16.
Naar het oordeel van de rechtbank is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] is dwangsommen verschuldigd voor het niet tijdig verstrekken van de inloggegevens. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd betwist dat hij niet aan de veroordelingen heeft voldaan. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft namelijk niet betwist dat hij moeder pas op 11 november 2022 de inloggegevens heeft verstrekt. Inzage geven op het kantoor van HIT Online is niet voldoende om het vonnis uit te voeren, omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] geen eigen voorwaarden mocht koppelen aan de veroordeling.



4.17.
Na 11 november had moeder overal toegang toe. Zij stelt pas later toegang tot de banksystemen te hebben gekregen, maar dit maakt niet dat er na die datum nog dwangsommen zijn verbeurd. Op het moment dat moeder weer was ingeschreven bij het handelsregister als bestuurder, had zij die toegang moeten hebben en ook kunnen realiseren.



4.18.
Samengevat is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] dwangsommen verschuldigd over de periode van 23 oktober 2022 tot 11 november 2022. Dit betekent dat dwangsommen ter hoogte van € 19.000,- (19 dagen x € 1.000,-) zijn verbeurd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zal worden veroordeeld deze dwangsommen bij helfte aan Isy en bij helfte aan moeder te betalen.






Vordering tot betaling van € 300.000,-




4.19.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft vanuit de rekening van HIT Online een bedrag van € 300.000,- overgemaakt naar DTFG. HIT Online vordert terugbetaling daarvan op grond van onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking althans onrechtmatige daad.



4.20.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] /DTFG stelt dat DTFG recht heeft op dit bedrag en heeft wisselende standpunten ingenomen uit hoofde waarvan dit bedrag verschuldigd zou zijn. Het als laatste ingenomen standpunt is dat het een nabetaling aan managementvergoeding zou zijn.



4.21.
Dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] /DTFG herhaaldelijk van standpunt is veranderd, duidt er naar het oordeel van de rechtbank op dat achteraf een rechtvaardiging wordt gezocht voor de overboeking. De rechtbank is van oordeel dat voor de overboeking geen grondslag is. Van een nabetaling van managementvergoeding kan geen sprake zijn, omdat de bestuurders voor wat betreft het salaris gebonden zijn aan hetgeen zij daarover in de managementovereenkomst zijn overeengekomen. In de managementovereenkomst is bepaald dat de hoogte van de vergoeding jaarlijks kan worden gewijzigd. Echter, daarin is niet bepaald dat een bestuurder de managementvergoeding eenzijdig kan wijzigen, laat staan met terugwerkende kracht. Van een rechtsgeldig bestuursbesluit is dan ook geen sprake. De stelling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] recht zou hebben op een nabetaling wegens een herwaardering van zijn inbreng kan de rechtbank niet volgen. Zoals door HIT Online terecht wordt gesteld is dit een discussie die op aandeelhoudersniveau speelt, zodat er nimmer sprake kan zijn van een vordering van DTFG op HIT Online.



4.22.
De rechtbank constateert dan ook dat aan DTFG onverschuldigd is betaald en dat DTFG het bedrag van € 300.000,- aan HIT Online dient terug te betalen. De rechtbank zal deze vordering hierna toewijzen jegens DTFG. De rechtbank zal de vordering jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] afwijzen omdat de gestelde grondslag hiervoor, onrechtmatige daad, onvoldoende is onderbouwd.


Vordering tot betaling van boetes o.b.v. de managementovereenkomst € 199.500,-




4.23.
HIT Online vordert dat de rechtbank [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG hoofdelijk veroordeelt om aan haar een bedrag van € 199.500,- te betalen wegens overtreding van diverse bepalingen uit de managementovereenkomst (productie 50 bij dagvaarding). HIT Online stelt daartoe het volgende:


Er is geen opzegtermijn van 3 maanden in acht genomen (artikel 2 lid 2);


DTFG/ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] hebben Fattaccio aangezet gelijktijdig met hen het werk neer te leggen (artikel 10 lid 1 c jo. artikel 10 lid 4);


Hapro is aangezet de overeenkomst met HIT Online te beëindigen (artikel 10 lid 1 onderdeel c, jo. artikel 10 lid 4);


DTFG/ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] hebben het non-concurrentiebeding overtreden door leveranciers in Nederland, België en Duitsland te benaderen.





4.24.
HIT Online vordert betaling van een boete van in totaal € 199.500,-.



4.25.
DTFG/ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] hebben de stellingen van HIT Online betwist. Zij voeren aan dat DTFG de bestuurstaken heeft neergelegd vanwege ernstige fysieke en psychische gezondheidsklachten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , ontstaan door alle stress door de ontstane situatie. Er is geen sprake van opzegging van de managementovereenkomst, aldus DTFG. Verder betwist DTFG dat Fattaccio en Hapro zijn aangezet om hun relatie met HIT Online te beëindigen. De samenwerkingsovereenkomst met Hapro liep af per 1 januari 2023 en Hapro wilde niet verder door de ontstane situatie. Tot slot betwist DTFG het concurrentiebeding te hebben overtreden. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] werkt in het geheel niet meer gezien zijn medische toestand. De correspondentie waarnaar HIT Online verwijst heeft betrekking op het ontwikkelen van nieuwe webshops voor HIT Online. Tot slot geldt dat slechts DTFG partij is bij de managementovereenkomst, zodat de vorderingen tegen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] moeten worden afgewezen.



4.26.
De rechtbank stelt voorop dat de managementovereenkomst is gesloten tussen HIT Online enerzijds en DTFG anderzijds. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] is geen partij bij deze overeenkomst. Door HIT Online is niet onderbouwd waarom zij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] kan aanspreken tot betaling van een boete op basis van de managementovereenkomst, terwijl [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] hier geen partij bij is. De vorderingen tegen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zullen dan ook worden afgewezen. Ten aanzien van de vorderingen jegens DTFG overweegt de rechtbank als volgt.



4.27.
De rechtbank volgt DTFG in haar stelling dat geen sprake is van opzegging van de managementovereenkomst, maar van belet of ontstentenis van de (middellijk) bestuurder. Nu DTFG een één-persoons-bv is, zorgt ontstentenis of belet van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ook voor ontstentenis of belet van DTFG. De boete wegens het niet in achtnemen van een opzegtermijn is dan ook niet verbeurd.



4.28.
Verder is door HIT Online onvoldoende onderbouwd dat DTFG Hapro heeft aangezet om de overeenkomst met HIT Online te beëindigen. De samenwerkingsovereenkomst is niet beëindigd door Hapro, maar enkel niet verlengd. Van het aanzetten van Hapro tot beëindiging van de overeenkomst door DTFG kan dan ook geen sprake zijn. Daarnaast geldt dat Hapro zelf heeft aangegeven dat de onwerkbare situatie binnen HIT Online de oorzaak is dat de samenwerkingsovereenkomst niet is verlengd.



4.29.
HIT Online stelt dat DTFG Fattaccio heeft aangezet tot het neerleggen van zijn werk, maar onderbouwt die stelling niet. Het is aannemelijk dat de situatie binnen HIT Online Fattaccio heeft bewogen zijn werkzaamheden te beëindigen, welke situatie ook te wijten is aan moeder/Isy.



4.30.
Tot slot oordeelt de rechtbank dat HIT Online de stelling dat DTFG het non-concurrentiebeding heeft overtreden eveneens onvoldoende heeft onderbouwd. HIT Online verwijst naar artikel 10 lid 1 sub a van de managementovereenkomst. Dit artikel ziet op de situatie dat de managementovereenkomst is geëindigd. De rechtbank heeft hiervoor reeds overwogen dat hier geen sprake van is. Zelfs wanneer het non-concurrentiebeding zou gelden gedurende de looptijd van de managementovereenkomst is door HIT Online onvoldoende gesteld dat DTFG concurrerende activiteiten verricht. Uit de overgelegde e-mailcorrespondentie (productie 14 bij dagvaarding) blijkt geenszins dat DTFG zakelijke relaties van HIT Online heeft proberen te bewegen zaken te doen met een andere partij dan HIT Online. In het verlengde daarvan zal ook de vordering van HIT Online tot veroordeling van DTFG tot nakoming van het concurrentiebeding uit de managementovereenkomst worden afgewezen. Die vordering is volledig gebaseerd op de stelling dat DTFG rechtstreeks met HIT Online concurreert. Nu niet is gebleken dat DTFG concurrerende activiteiten verricht, heeft HIT Online ook geen belang bij deze vordering.



4.31.
Samengevat is door HIT Online onvoldoende gemotiveerd gesteld dat DTFG de managementovereenkomst heeft overtreden. Deze vordering zal dan ook worden afgewezen.


Vordering ex artikel 843a Rv




4.32.
HIT Online vordert op grond van artikel 843a Rv afschriften van de volgende bescheiden:



De opdracht die door gedaagden is verstrekt aan Slampaq en/of Clearis


De correspondentie van gedaagden met Slampaq en/of Clearis


De facturen van Slampaq en/of Clearis aan gedaagden


De inloggegevens van de webshops


De broncode van de webshops





4.33.
Op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) heeft een partij recht op inzage van bescheiden indien (i) zij daarbij een rechtmatig belang heeft, (ii) de vordering bepaalde bescheiden betreft, (iii) de verweerder over deze bescheiden de beschikking heeft en (iv) de eiser tot inzage partij is bij de rechtsbetrekking waarop de gevorderde bescheiden zien. De vordering dient te worden afgewezen voor zover de bescherming van vertrouwelijke informatie niet is gewaarborgd.



4.34.
HIT Online wenst inzage in die bescheiden, omdat DTFG volgens haar het in de managementovereenkomst opgenomen concurrentiebeding heeft overschreden. De rechtbank heeft hiervoor reeds overwogen dat geen sprake is van een overtreding van een concurrentiebeding door DTFG of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] . HIT Online heeft zodoende onvoldoende gemotiveerd gesteld dat zij een rechtmatig belang heeft bij afgifte van de bescheiden. Nu niet is voldaan aan het vereiste onder (iv), is niet voldaan aan de cumulatieve vereisten van artikel 843a Rv. De overige vereisten behoeven geen bespreking meer. De vordering zal worden afgewezen.


Terugbetaling geldlening




4.35.
HIT Online vordert terugbetaling van een geldlening van DTFG. HIT Online stelt dat zij op 1 januari 2019 met DTFG een geldleningsovereenkomst heeft gesloten, waarbij zij een bedrag van € 100.000,- aan DTFG heeft geleend. De geldlening had een looptijd van 3 jaar, zodat de vordering op 1 januari 2022 terugbetaald had moeten worden. Dat is niet gebeurd.



4.36.
DTFG stelt dat partijen geen data hebben gevuld en de lening zodoende niet opeisbaar is. Daarnaast voert DTFG aan dat de status van de lening tijdens de aandeelhoudersvergadering van 16 januari 2023 besproken had moeten worden, mede omdat Isy eveneens een lening heeft bij HIT Online.



4.37.
De rechtbank overweegt als volgt. De redenering van DTFG dat door het ontbreken van data de lening niet opeisbaar is, houdt in feite in dat de lening nooit opeisbaar kan worden. De rechtbank volgt DTFG hierin niet. Niet bestreden is dat de lening op 1 januari 2019 is overeengekomen. In de overeenkomst staat dat de lening een looptijd van 3 jaar heeft, zodat ook zonder het invullen van een datum helder is dat daarmee 1 januari 2022 wordt bedoeld. Dat DTFG de status van de lening had willen bespreken, maakt niet dat de lening niet langer opeisbaar is. Partijen hebben geen (afwijkende) afspraken gemaakt over de lening, zodat de lening terugbetaald had moeten worden. Dat Isy eveneens een lening heeft bij HIT Online doet hier niet aan af.



4.38.
Deze vordering zal worden toegewezen.


Aansprakelijkheid DTFG/ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] voor schade 2:8 BW en 6:162 BW




4.39.
HIT Online, Isy en moeder vorderen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en DTFG op grond van artikel 2:8 jo. 6:162 BW worden veroordeeld om alle schade te vergoeden die HIT Online, Isy en moeder lijden als gevolg van de gedragingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] /DTFG. HIT Online, Isy en moeder verwijten [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] /DTFG de volgende gedragingen:



Het volledig buitenspel zetten van Isy als bestuurder gedurende 1,5 jaar;


Het plegen van bedrog in de procedure bij de Ondernemingskamer waardoor Isy genoodzaakt was de overeenkomst terzake de overdracht van de aandelen te vernietigen;


Het zonder grondslag onttrekken van € 300.000,- aan liquiditeiten aan HIT en terugbetaling van dat bedrag weigeren ondanks herhaalde verzoeken, sommaties en procedures;


Een factuur van Hapro van € 56.181,77 niet kunnen betalen omdat ‘hij zichzelf € 300.000,- ten onrechte had overgeboekt’.


Het neerleggen van het bestuurderschap door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] per direct op 11 november 2022, in de wetenschap dat de betrokkenheid van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] voor Hapro van groot belang was om de relatie van HIT en Hapro voort te zetten en daarmee welbewust het voortbestaan van de onderneming van HIT in gevaar te brengen, dit temeer nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zich steeds op het standpunt heeft gesteld dat Isy niet in staat zou zijn HIT te besturen;


Het niet nakomen van de verplichtingen uit hoofde van de managementovereenkomst van D.T.F.G. B.V. met HIT;


Het voor eisers achterhouden van de nieuw ontwikkelde webshops en daarover ondanks meerdere verzoeken, sommaties en procedures, weigeren informatie te verstrekken;


Het ondanks verzoeken en sommaties daartoe weigeren van het terugbetalen van de opeisbare geldlening ad € 100.000,- aan HIT.





4.40.
De rechtbank overweegt als volgt. Anders dan HIT Online, Isy en moeder lijken te stellen, brengt handelen in strijd met de in artikel 2:8 BW opgenomen eisen van redelijkheid en billijkheid niet zonder meer mee dat sprake is van een normschending in de zin van artikel 6:162 BW en dus onrechtmatig handelen. Hiervoor zijn bijkomende omstandigheden vereist. De gedragingen moeten op zichzelf onrechtmatig zijn, de onrechtmatige gedragingen moeten toerekenbaar zijn, er moet sprake zijn van schade en een causaal verband en tot slot moet zijn voldaan aan het relativiteitsvereiste van artikel 6:163 BW. HIT Online, Isy en moeder hebben hierover evenwel niets gesteld. De vordering zal dan ook worden afgewezen.






In conventie en in reconventie



Proceskosten




4.41.
Gelet op het oordeel dat zowel moeder/Isy als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] /DTFG verantwoordelijk zijn voor de ontstane situatie en omdat partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, ziet de rechtbank aanleiding om de proceskosten te compenseren zowel in conventie als in reconventie. Dat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt.





5De beslissing

De rechtbank


in conventie



5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan Isy te voldoen een bedrag ad € 9.500,- en aan moeder te voldoen een bedrag van € 9.500,-,



5.2.
veroordeelt DTFG om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan HIT Online te voldoen het bedrag van € 300.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 oktober 2022 tot aan de dag der algehele voldoening,



5.3.
veroordeelt DTFG om aan HIT Online binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis te betalen het bedrag ad € 100.000,-,



5.4.
veroordeelt DTFG om de aandelen van Isy in HIT Online over te nemen, tegen gelijktijdige betaling van de prijs,



5.5.
stelt de prijs van de door Isy gehouden aandelen vast op een bedrag van € 427.748,50,



5.6.
veroordeelt DTFG om aan Isy de vastgestelde prijs te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf twee (2) weken na de datum van dit vonnis,



5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,



5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af,


in reconventie




5.9.
wijst de vorderingen af,


in conventie en in reconventie




5.10.
compenseert de proceskosten.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koster-van der Linden en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2024.
MS
Link naar deze uitspraak