Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:RBZWB:2023:1832 
 
Datum uitspraak:17-03-2023
Datum gepubliceerd:23-03-2023
Instantie:Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Zaaknummers:AWB- 22_6054
Rechtsgebied:Omgevingsrecht
Indicatie:WABOA
Trefwoorden:bestemmingsplan
omgevingsvergunning
varkenshouderij
 
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/6054


uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 maart 2023 in de zaak tussen



[naam eisers]
, uit [plaatsnaam 1] , eisers
(gemachtigde: [gemachtigde eisers] ),

en


het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk, verweerder.




Inleiding

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eisers hebben ingesteld omdat verweerder volgens hen niet op tijd heeft beslist op de aanvraag van 8 juni 2020 voor een omgevingsvergunning voor wijziging en uitbreiding in dieraantallen binnen de bestaande stalruimte van de varkenshouderij aan de [straatnaam] in [plaatsnaam 2] .




Overwegingen

De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in deze zaak niet nodig is.

Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na die twee weken nog steeds geen besluit is, dan kan de betrokkene beroep instellen. Dit staat (onder andere) in artikel 6:12 van de Awb.

Eisers hebben de aanvraag ingediend op 8 juni 2020. Op deze aanvraag is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure te toepassing, zodat een beslistermijn van zes maanden geldt. Dat staat in artikel 3:18 van de Awb. Tussen partijen is niet in geschil dat de beslistermijn was verstreken voordat eisers verweerder op 26 augustus 2022 in gebreke hebben gesteld. Sindsdien zijn twee weken voorbij gegaan.

Het beroep is kennelijk gegrond.

Omdat verweerder nog geen (nieuw) besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen.

Op grond van artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb moet verweerder dit doen binnen twee weken na het verzenden van deze uitspraak. In bijzondere gevallen of als dit vanwege een wettelijk voorschrift nodig is, kan de rechtbank op grond van het derde lid een andere termijn geven. In het verweerschrift van 25 januari 2023 heeft verweerder aangegeven dat de procedure veel langer heeft geduurd dan wettelijk voorgeschreven. Dit lag enerzijds aan een lang voortraject, maar ook doordat voor de afwijking van het bestemmingsplan de gemeenteraad een (ontwerp)verklaring van geen bedenkingen dient af te geven. Verweerder acht een beslistermijn van 26 weken gewoonweg niet haalbaar. Indien er straks zienswijzen worden ingediend, zal dit extra tijd kosten en dient er wederom voor besluitvorming nar de gemeenteraad te worden gegaan. Verweerder verzoekt onder verwijzing naar een stappenplan om een termijn tot 1 december 2023 om tot besluitvorming over te gaan.

Naar het oordeel van de rechtbank moet een termijn recht doen aan de reële mogelijkheden om op het bezwaar te beslissen, maar ook aan het belang om binnen afzienbare tijd een beslissing te ontvangen. In dit geval acht de rechtbank het redelijk dat verweerder tot 1 november 2023 de tijd krijgt om een besluit bekend te maken. De rechtbank komt tot deze datum gelet op de ruimte tijd die in het stappenplan is opgenomen tussen einde inzagetermijn en de beantwoording van deze zienswijze in een nota van zienswijzen. Indien er geen zienswijzen tegen het ontwerpbesluit worden ingediend, gaat de rechtbank ervan uit dat verweerder zo spoedig mogelijk na einde inzagetermijn tot besluitvorming overgaat.

De rechtbank bepaalt dat verweerder een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee de beslistermijn nu nog wordt overschreden door verweerder. Daarbij geldt wel een maximum van € 15.000,-.

Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, moet verweerder aan eisers het door hen betaalde griffierecht vergoeden.

Omdat het beroep gegrond is, krijgen eisers een vergoeding voor de proceskosten die zij hebben gemaakt. Verweerder moet die vergoeding betalen. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Daarbij merkt de rechtbank het gewicht van de onderhavige zaak aan als licht, gelet op de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is overwogen dat geschillen met betrekking tot het uitblijven van een besluit als licht moeten worden beschouwd. De bijstand door een gemachtigde levert 1 punt op (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837,-), bij een wegingsfactor 0,5. Toegekend wordt € 418,50.





Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op uiterlijk 1 november 2023 alsnog een besluit bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eisers een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 365,- aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 418,50.

Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, op 17 maart 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.














griffier


rechter







Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:




Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.
Link naar deze uitspraak