Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:OGEABES:2025:128 
 
Datum uitspraak:01-08-2025
Datum gepubliceerd:09-12-2025
Instantie:Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Zaaknummers:BON202500029
Rechtsgebied:Civiel recht
Indicatie:Eigenaar onbekend, gelegenheid om aktes te nemen.
Trefwoorden:agrarisch
perceel
 
Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA, zittingsplaats Bonaire

Zaaknummer: BON202500029
Datum uitspraak: 1 augustus 2025

Vonnis in de zaak met betrekking tot het perceel:


KOENOEKOE ZUID NIKIBOKO (10.900 m2) op Bonaire
kadastraal bekend afdeling 4, sectie G, nummer 523, groot 10.900 m2 (koenoekoe),
welk perceel volgens de schriftelijke inzage van het Kadaster ten name staat van
‘Eigenaar Onbekend’, met als opmerking ‘Volgens domein in kaart gebrachte gronden staat de naam van

[Naam 1], overleden, per adres [adres 1]’
hierna: het perceel,


van:


[eiser],
wonend te Bonaire,
hierna te noemen: eiser,
gemachtigde: mr. M.M.A. van Lieshout,


met als in het geding opgeroepen partijen:


HET OPENBAAR LICHAAM BONAIRE,
zetelend te Bonaire,
hierna te noemen: OLB,
gemachtigden: mr. ir. T.L.H. Peeters,

en

de stichting FUNDASHON CAS BONAIRIANO,
gevestigd te Bonaire,
hierna te noemen: FCB,
niet verschenen.





1Het procesverloop


1.1.
Eiser heeft op 14 januari 2025 een verzoekschrift met bijlagen ingediend.



1.2.
Op 3 juli 2025 heeft een regiezitting plaatsgevonden. Verschenen is eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. Van Lieshout voornoemd. Ook zijn dochter en kleindochter waren aanwezig. Namens het OLB is mr. Peeters voornoemd verschenen.



1.3.
Vervolgens is uitspraak nader bepaald op vandaag.






2De beoordeling


2.1.
De vordering (het petitum) van eiser luidt:

Verzoeker verzoekt U EA om bij beschikking:
i. Te verklaren dat hij onvermogend is en dat hem toegestaan wordt kosteloos te procederen.ii. Te verklaren dat verzoeker door verkrijgende of bevrijdende verjaring eigenaar is geworden van het eigendomsperceel grond gelegen te Nikiboko, Afdeling 4, Sectie G, nummer 523, te Bonaire.iii. De beschikking in te (laten) schrijven in de openbare registers van het Kadaster Bonaire.



2.2.
Naar het voorlopig oordeel van het Gerecht faalt het beroep van eiser op verjaring. Naar vaste rechtspraak van het Hof en de gerechten in eerste aanleg geldt wie welbewust (een deel van) een langdurig onverdeelde boedel in gebruik neemt, in beginsel naar verkeersopvattingen als houder voor de boedel (zie HR 14 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:257, Rancho, rov. 5.3.4). Voor verkrijging door verjaring is bezit nodig.



2.3.
Het Gerecht wil weten hoeveel kinderen de stamvader [stamvader] (geboren op 12 juli 1884 en overleden op 7 augustus 1964 te Bonaire) had. Eiser dient zich te wenden tot de burgerlijke stand/basisregistratie persoonsgegevens. De resultaten dienen door eiser bij akte te worden ingebracht.



2.4. [
[kind stamvader] (overleden 7 augustus 1964 in Bonaire) was een van de kinderen van [stamvader]. [kind stamvader] had vier kinderen (productie 3 bij inleidend verzoekschrift).



2.5.
Één van deze vier kinderen van [kind stamvader] is [eiser], eiser in deze zaak. [eiser] heeft drie kinderen (productie 4 bij inleidend verzoekschrift).



2.6.
Kortom, mede afhankelijk van het aantal kinderen van [stamvader], is aannemelijk dat er een substantieel aantal nakomelingen is.



2.7.
De aanduiding in de schriftelijke inzage bij Kadaster Bonaire (productie 6 bij inleidend verzoekschrift) van: ‘Recht van Eigendom Eigenaar Onbekend(1/1) Verkregen bij: Geen Titel van Aankomst … omschrijving: Een eigendomsperceel grond gelegen …. Opmerking Volgens domein in kaart gebrachte gronden staat de naam van …, overleden, per adres …., wonende te … Bonaire’ is het Gerecht bekend uit andere zaken.



2.8.
In een zaak met een vergelijkbare schriftelijke inzage, namelijk de zaak Boezem inzake TRAS DI MONTAÑA, heeft het Kadaster een toelichting gegeven op de tenaamstelling ‘Eigenaar Onbekend’. Het Kadaster heeft toegelicht dat Bonaire in de periode 1970 tot 1980 is gekadastreerd. Uit de perceelskaart blijkt volgens die toelichting dat het perceel in die zaak destijds is geregistreerd als eigendomsgrond en dat er een zakelijk gerechtigde/eigenaar op die perceelskaart staat vermeld. Uit die perceelskaart blijkt echter ook dat er geen titel van aankomst bekend is. Het Kadaster heeft verduidelijkt dat dit betekent dat men geen notariële akte heeft kunnen vinden waaruit blijkt dat de op de perceelskaart vermelde zakelijk gerechtigde/eigenaar eigenaar is worden en dat dus niet als zodanig heeft kunnen registeren. Dit is de reden waarom op de inzage staat ten name van ‘Eigenaar Onbekend’.



2.9.
Het Kadaster heeft in de hiervoor genoemde zaak ook gewezen op de Verordening van 10 december 1924 tot regeling van de rechten met betrekking tot onroerende goederen, die bij wijze van concessie of vergunning op Aruba of Bonaire zijn uitgegeven, PB 1924, 69 (hierna: de Verordening). De artikelen van de Verordening luiden:

Artikel 1

De onroerende goederen die, bij de inwerkingtreding deze verordening, 30 jaren of langer geleden bij wijze van concessie of vergunning op Aruba en Bonaire door het Gouvernement zijn uitgegeven, worden als eigendom van de concessie- of vergunninghouders door het Gouvernement erkend.

Artikel 2

De verordening treedt in werking op den eersten Januari 1925.



2.10.
In een beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna: het Hof) van 1 augustus 2023 (ECLI:NL:OGHACMB:2023:159) is geoordeeld dat uit een dergelijke schriftelijke inzage niet volgt dat de ‘volgens domein in kaart gebrachte gronden’ genoemde persoon, hier: [Naam 1], eigenaar is geworden.



2.11.
Het Hof overwoog (rov. 4.9):

Op de enkele vermelding van de naam van [naam] (of [naam]) op de perceelskaart en in het verwijzingsregister kan niet worden gebaseerd dat die genoemde [naam] houder van een concessie of vergunning was op 1 januari 1925. Een lijst van op Bonaire uitgegeven concessies en vergunningen per die datum ontbreekt bij de processtukken. Ook al was duidelijk geworden dat [naam] wel beschikte over een concessie of een vergunning ter zake het terrein, dan nog geldt dat niet is komen vast te staan dat die concessie of vergunning op 1 januari 1925 al 30 jaar (of langer) was uitgegeven.



2.12.
Er zijn, van dit in een andere zaak gegeven oordeel uitgaande, dus meer stukken nodig. In het bijzonder is een aanwijzing nodig dat de genoemde persoon vergunning- of concessiehouder was en de datum van aanvang van de vergunning of concessie. Ook is denkbaar dat uit een stuk blijkt dat de overheid de eigendom heeft overgedragen aan de betrokkene (al dan niet huurder zijnde). Kennelijk zijn er na 1877 geen concessies meer uitgegeven (zie hierna) en was eigendomsverkrijging door huurders mogelijk.



2.13.
Zie de samenvatting van hetgeen (op verzoek van de Gouverneur) J.H.W. Gravenhorst, Oud-Gezaghebber van Bonaire in 1893 publiceerde onder de titel: Geschiedenis Overzicht der uitgifte van gronden in de Kolonie Curaçao samengesteld naar aanleiding van het Gouvernementsbesluit d.d.15 juli 1891 nr. 431 (uit: P.P.C.H. van der Voort, Recht op gebruik van domeingrond in de Nederlandse Antillen, in: Honderd jaar codificatie in de Nederlandse Antillen, 1969, 294-296). Daarin komen de volgende passages voor:
Het GB (d.i. kennelijk Gouvernementsbesluit; Gerecht) d.d.30 Januari 1886, nr. 68 vulde die verordening aan door voor Bonaire mogelijk te maken eigendomsverkrijging na een 5-jarige huurproef.
(…)
1e. de periode met concessiën (1867-1877), en
2e. de periode van het huurstelsel (i877-a.c.),
't welk sinds 1886 voor Bonaire aan eigendomsverkrijging dienstbaar gemaakt werd.
(…)
Dat concessie-recht geraakte in 1877 uit de practijk, geheel plaats makend voor een huurstelsel. (…)
In agrarisch-oeconomischen zin behoort aan eigendom de voorkeur boven huur gegeven te worden.
De concessie diene te verdwijnen en de gronden behooren bij de uitgifte behoorlijk kadastraal vastgelegd te worden. Aan den Gouverneur verblijve echter het prerogatief van den afstand van grond.



2.14.
Het Gerecht wil dat eiser bij akte een kopie overlegt van de perceelskaart. Wellicht staan daarop verwijzingen, zoals een verwijzing naar de Verordening van 10 december 1924, PB 1924, 69. Voorshands is het Gerecht van oordeel dat zo’n vermelding duidt op eigendomsverkrijging.



2.15.
Ter zitting heeft het Gerecht aan mr. Van Lieshout aangeraden om contact op te nemen met mr. Nicolaas. Deze heeft namelijk in de Bonairiaanse zaak Bara di Karta in Curaçao een archiefonderzoeker Raphaela ingeschakeld. Deze heeft in het Nationaal Archief in Curaçao een register gevonden van huurders van overheidsgrond in Bonaire, met nadere gegevens. De resultaten dienen door eiser bij akte te worden ingebracht.



2.16.
Ter zitting is ook aan te orde geweest de eventuele toepassing van artikel 3:200a e.v. BW BES. Daarvoor is nodig dat de gemeenschap ‘zolang onverdeeld is gebleven dat aannemelijk is geworden dat de deelgenoten niet meer kunnen worden opgespoord of dat de waarde van de aandelen der deelgenoten zeer gering is’. Dit zal eveneens worden besproken op de volgende zitting op 3 november 2025.



2.17.
Ter zitting heeft het Gerecht de suggestie gedaan dat in het kader van artikel 3:200a e.v. BW BES het OLB akkoord zou kunnen gaan dat drie percelen in eigendom worden toegekend aan de drie kinderen van [eiser] en de rest aan het OLB (vergelijk ECLI:NL:OGEAC:2025:86, Speranza Ariba).



2.18.
Denkbaar is voorts toepassing van artikel 3:27 BW BES (eigendomsuitwijzing).



2.19.
Afhankelijk van wat mr. Van Lieshout naar boven weet te halen, zal op de zitting van 3 november 2025 worden beslist of een openbare oproeping en advertentie nodig zijn en zo ja, wat daarvan de inhoud zal zijn.



2.20.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.





3Beslissing

Het Gerecht:

- draagt eiser op de in rov. 2.3, 2.14 en 2.15 bedoelde akte te nemen, op de oude boedelrolzitting van 14 oktober 2025 om 14.00 uur,

- geeft ook het OLB de gelegenheid op die rolzitting een akte te nemen,

- verwijst de zaak voor verdere behandeling naar de inhoudelijke zitting van 3 november 2025 om 10.30 uur,

- houdt iedere verdere beslissing aan.


Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Boer, rechter, en op 1 augustus 2025 door de rolrechter getekend en uitgesproken ter openbare terechtzitting in Bonaire in aanwezigheid van de griffier.
Link naar deze uitspraak