Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:CRVB:2022:2601 
 
Datum uitspraak:01-12-2022
Datum gepubliceerd:02-12-2022
Instantie:Centrale Raad van Beroep
Zaaknummers:22 / 830 AOW
Rechtsgebied:Socialezekerheidsrecht
Indicatie:Intrekking hoger beroep. Svb is met herziene beslissing tegemoet gekomen aan bezwaren van appellant. De Raad ziet aanleiding de Svb te veroordelen in de kosten die appellant in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken.
Trefwoorden:aow
 
Uitspraak
Datum uitspraak: 1 december 2022
22/830 AOW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer









Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
1 februari 2022, 21/4839 (aangevallen uitspraak)






Partijen:


[Appellante] e/v [betrokkene] te [betrokkene] (appellante)

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)



PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. S.L. Soedamah, advocaat, hoger beroep ingesteld.

De Svb heeft op 30 mei 2022 een herziene beslissing op bezwaar genomen.

Bij brief van 9 juni 2022 heeft mr. S.L. Soedamah namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht de Svb te veroordelen in de proceskosten.

De Svb heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.

Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.




OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.

Namens appellante is het hoger beroep ingetrokken omdat de Svb met de herziene beslissing op bezwaar van 30 mei 2022 aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen. Tevens geeft de Svb aan de kosten voor verleende rechtsbijstand in de bezwaarfase te vergoeden, te weten € 541,-.

De Raad ziet aanleiding de Svb te veroordelen in de kosten die appellant in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 1.518,- in beroep en € 759,- in hoger beroep voor verleende rechtsbijstand.

Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellant zich rechtstreeks tot de Svb wenden.




BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt de Svb in de kosten van appellante tot een bedrag van € 2.277,-.

Deze uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van
D. van der Boom als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
1 december 2022.


(getekend) M.A.H. van Dalen-van Bekkum




(getekend) D. van der Boom
Link naar deze uitspraak