Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:RBMNE:2025:2632 
 
Datum uitspraak:28-05-2025
Datum gepubliceerd:30-05-2025
Instantie:Rechtbank Midden-Nederland
Zaaknummers:C/16/588543 / KG ZA 25-50
Rechtsgebied:Aanbestedingsrecht
Indicatie:Aanbesteding. Opdracht voor verzorgen van cateringvoorzieningen. Schending gelijkheidsbeginsel. Fundamenteel gebrekkige procedure. Veroordeling tot intrekking procedure.
Trefwoorden:burgerlijk wetboek
tarieven
wettelijke rente
 
Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

Zittingsplaats Utrecht

Zaaknummer: C/16/588543 / KG ZA 25-50


Vonnis in kort geding van 28 mei 2025


in de zaak van


COMPASS GROUP NEDERLAND B.V.,
te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Compass,
advocaten: mrs. S.C. Brackmann en P.M. Smid,

tegen


PROVINCIE UTRECHT,
te Utrecht,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de Provincie,
advocaten: mrs. S.B. Groenwold en M. Briaire,

met als tussenkomende partij


ALBRON NEDERLAND B.V.,
te De Meern,
tussenkomende partij,
hierna te noemen: Albron,
advocaten: mrs. J.W. Fanoy en S.P. Beenders.




1De procedure


1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:


de dagvaarding van 11 februari 2025;


de incidentele conclusie tot (primair) tussenkomst, (subsidiair) voeging, met 1 productie;


de akte overlegging producties van Compass, met 18 producties;


het bericht van 8 mei 2025 van Compass waarmee productie 10 is ingetrokken en een nieuwe productie 10 is ingediend;


de conclusie van antwoord van de Provincie, met 1 productie;


de akte houdende reactie op dagvaarding tevens overlegging productie van Albron, met 1 productie.





1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 14 mei 2025 plaatsgevonden. Albron heeft bij incident primair gevorderd te mogen tussenkomen in het geding dat aanhangig is tussen Compass en de Provincie. Omdat deze partijen tijdens de mondelinge behandeling hebben verklaard geen bezwaar te hebben tegen deze vordering, heeft de voorzieningenrechter de beslissing mondeling uitgesproken dat de vordering van Albron tot tussenkomst wordt toegewezen. In dit vonnis wordt nog beslist over de proceskosten in het incident.



1.3.
Albron beschikt slechts over een deel van het procesdossier. Compass heeft namelijk een gecensureerde versie van de dagvaarding en van productie 11 en 12 aan Albron verstrekt. In deze versie van de dagvaarding zijn, vanwege het vermeend bedrijfsvertrouwelijke karakter, delen van de inhoud van de randnummers 5.3, 6.7 en 6.8 zwartgelakt. Vanwege het vermeend bedrijfsvertrouwelijke karakter van de inhoud, heeft de Provincie de productie die zij bij haar conclusie van antwoord heeft gevoegd, niet aan Albron verstrekt. Albron heeft verzocht om uiterlijk tijdens de mondelinge behandeling kennis te mogen nemen van het volledige procesdossier.



1.4.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de Provincie, met goedvinden van Compass, een aangepaste versie van de productie die zij bij haar conclusie van antwoord heeft gevoegd, aan Albron verstrekt. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Compass vastgehouden aan haar weigering om aan Albron een ongecensureerde versie van de dagvaarding en productie 11 en 12 te verstrekken. De voorzieningenrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling beslist dat vanwege het bedrijfsvertrouwelijke karakter van de inhoud, de beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is, zodat Compass de ongecensureerde versies van de dagvaarding en productie 11 en 12 niet aan Albron hoeft te verstrekken.



1.5.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn namens partijen de standpunten toegelicht, waarbij Compass en de Provincie gebruik hebben gemaakt van spreekaantekeningen die zijn overgelegd en voorgedragen. Verder is namens partijen antwoord gegeven op vragen van de voorzieningenrechter. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van dat wat tijdens de behandeling is besproken.



1.6.
Ten slotte is vonnis bepaald op vandaag.





2De kern van de zaak


2.1.
Deze aanbestedingsprocedure betreft het verzorgen van catering voor het Huis van de Provincie Utrecht. Compass heeft geldig ingeschreven en de opdracht voorlopig gegund gekregen. Naar aanleiding van het bezwaar van een andere inschrijver, heeft de Provincie de aanbestedingsprocedure opgeschort. Vervolgens heeft de Provincie het gunningsvoornemen ingetrokken en heeft zij vier van de zes inschrijvers, onder wie Compass, uitgesloten van deelname. Albron is niet uitgesloten. De voorzieningenrechter oordeelt dat de Provincie het gelijkheidsbeginsel heeft geschonden door niet alle zes inschrijvers uit te sluiten en wijst om die reden de primaire vordering toe tot intrekking van de aanbestedingsprocedure.






3De achtergrond van het geschil

3.1.
Op 23 juni 2024 heeft de Provincie de aankondiging van een opdracht voor ‘Cateringvoorzieningen Huis voor de Provincie’ gepubliceerd op TenderNed. Het betreft een Europese openbare aanbestedingsprocedure voor het sluiten van een overeenkomst met een opdrachtnemer voor het verzorgen van cateringvoorzieningen in het Huis van de Provincie Utrecht (hierna: de opdracht). Compass en vijf andere inschrijvers, onder wie Albron, hebben geldig ingeschreven. De Provincie heeft besloten de opdracht voorlopig te gunnen aan Compass. Omdat Albron als tweede is geëindigd in de rangorde, was de Provincie voornemens met haar de wachtkamerovereenkomst te sluiten.



3.2.
Naar aanleiding van de voorlopige gunningsbeslissing heeft een andere inschrijver, [onderneming] B.V., een kort gedingprocedure tegen de Provincie aanhangig gemaakt. Deze inschrijver heeft bezwaar gemaakt tegen het gunningsvoornemen. In dit bezwaar heeft de Provincie aanleiding gezien om (de beoordeling van) de inschrijvingen, waaronder de ingediende prijzenbladen, nogmaals kritisch tegen het licht te houden. Op basis van deze herbeoordeling heeft de Provincie de voorlopige gunningsbeslissing ingetrokken en vier van de zes inschrijvers, waaronder Compass, uitgesloten van verdere deelname aan de aanbestedingsprocedure. Albron is niet uitgesloten. De intrekking van de gunningsbeslissing was voor [onderneming] B.V. reden om de kort gedingprocedure in te trekken.



3.3.
Bij brief van 20 december 2024 heeft de Provincie haar intrekkings- en uitsluitingsbeslissing schriftelijk toegelicht. Compass heeft bezwaar gemaakt tegen de uitsluitingsbeslissing. In reactie heeft de Provincie bericht dat zij de uitsluitingsbeslissing handhaaft. Om die reden vraagt Compass een oordeel van de voorzieningenrechter.





4De beoordeling


Vorderingen Compass



De Provincie heeft het gelijkheidsbeginsel geschonden



4.1.
Voor het doen van een geldige inschrijving dienden inschrijvers het ‘Prijzenblad’ volledig in te vullen. In paragraaf 5.4 van de Aanbestedingsleidraad staat hierover het volgende: “Inschrijvers dienen het bijgevoegde Bijlage 11 Format Prijzenblad volledig in te vullen en in TenderNed te uploaden (…). Het niet volledig invullen of wijzigen van het Format Prijzenblad leidt tot uitsluiting van de Inschrijving. Het is enkel toegestaan positieve bedragen in te vullen. De prijsopgave dient in Euro’s (€) (op 2 decimalen) en exclusief BTW te geschieden. Meer specifieke voorschriften staan in de invulinstructie van het Format Prijzenblad.” In de invulinstructie van het Prijzenblad staat onder meer het volgende: “Inschrijver dient enkel de lichtblauwe cellen in te vullen.” En “Indien uurtarieven/personeelskosten worden opgenomen in een van de tabbladen dan zijn de uurtarieven zijn (doorhaling voorzieningenrechter) gebaseerd op de van toepassing zijnde cao (…).”



4.2.
Voor een goed begrip van de zaak, worden twee uitsneden van het Prijzenblad weergegeven in bijlage 1 bij dit vonnis.



4.3.
De tabellen met personeelskosten en algemene kosten van het Prijzenblad moesten zowel worden ingevuld voor het restaurant als voor de zogenoemde ‘All day bar’. Tussen partijen staat vast dat Compass een aantal lichtblauwe cellen van het Prijzenblad niet heeft ingevuld. Met betrekking tot de algemene kosten voor het restaurant heeft zij de lichtblauwe cel behorend bij de voorziening “Kledingkosten” leeg gelaten. Met betrekking tot de algemene kosten voor de All day bar heeft zij de lichtblauwe cellen behorend bij de voorzieningen “Diverse hulpmaterialen”, “Wasserijkosten”, “Kantoormiddelen”, “Verzekeringskosten”, “Bacteriologisch/hygiëne onderzoek”, “Kledingkosten” en “Onderhoud/reparatie eigen apparatuur” leeg gelaten. De reden van Compass voor het niet invullen van deze cellen, is voor dit geschil van ondergeschikt belang. De voorzieningenrechter gaat daar daarom verder niet op in.



4.4.
Bij brief van 20 december 2024 heeft de Provincie aan Compass bericht dat zij wordt uitgesloten van deelname, omdat zij lichtblauwe cellen leeg heeft gelaten. In die brief heeft de Provincie er volledigheidshalve op gewezen dat twee andere inschrijvers ook ieder één lichtblauwe cel hebben leeg gelaten, maar dat zij niet worden uitgesloten van deelname omdat die leeg gelaten cellen, kort gezegd, geen betrekking hebben op prijzen of tarieven.



4.5.
De Provincie heeft toegelicht dat bij één van deze twee inschrijvers in de tabel voor de personeelskosten, onder de cel met betrekking tot “Warme drankenautomaten (conform PvE par. 4.6)”, de functienaam ontbreekt maar de toepasselijke cao-schaal, het uurtarief en de ureninzet per dag wel zijn ingevuld. De Provincie heeft uitgelegd dat zij op basis van de verwijzing in het Prijzenblad naar paragraaf 4.6 van het programma van eisen met betrekking tot warme dranken automaten, uit de wel ingevulde gegevens heeft kunnen afleiden om welke functie het gaat. De Provincie heeft deze aanname zorgvuldigheidshalve bij de inschrijver geverifieerd, die dit heeft bevestigd.



4.6.
De Provincie heeft toegelicht dat bij de andere van deze twee inschrijvers (Albron) in de tabel voor de personeelskosten, onder personeelsinzet, de cao-schaal ontbreekt maar de toepasselijke functienaam, het uurtarief en de ureninzet per dag wel zijn ingevuld. De Provincie heeft toegelicht dat zij uit de opgegeven functienaam heeft kunnen afleiden dat het een SROI-medewerker – een medewerker met een afstand tot de arbeidsmarkt – betreft, waarop geen cao-schaal van toepassing is. De Provincie heeft deze aanname zorgvuldigheidshalve bij de inschrijver geverifieerd, die dit heeft bevestigd.


Standpunt Compass




4.7.
Compass stelt dat de Provincie heeft gehandeld in strijd met het beginsel van gelijke behandeling door twee van de zes inschrijvers niet uit te sluiten van deelname. Vaststaat dat deze twee inschrijvers ieder een lichtblauwe cel van het Prijzenblad hebben leeggelaten. Op grond van de bepaling in paragraaf 5.4 van de Aanbestedingsleidraad leidt dit tot uitsluiting van de inschrijving. In de Aanbestedingsleidraad wordt geen onderscheid gemaakt tussen cellen die zien op prijzen/tarieven en cellen die zien op andersoortige informatie. Ten aanzien van Compass en drie andere inschrijvers oordeelt de Provincie dat het niet invullen van lichtblauwe cellen leidt tot uitsluiting en ten aanzien van twee inschrijvers oordeelt de Provincie dat het niet invullen van lichtblauwe cellen niet leidt tot uitsluiting. Een strikte toepassing van de bepaling uit de Aanbestedingsleidraad zou volgens Compass moeten leiden tot uitsluiting van alle inschrijvers.



4.8.
De Provincie behandelt de inschrijvers ongelijk door op basis van het proportionaliteitsbeginsel de inschrijvingen van twee inschrijvers – van wie de inschrijving wegens het niet invullen van verplichte velden in het Prijzenblad evengoed op basis van de letterlijke tekst van de Aanbestedingsleidraad ongeldig verklaard hadden moeten worden – wel te accepteren en die van Compass en de drie andere inschrijvers niet. De Provincie heeft bij die andere inschrijvingen waarde gehecht aan de inhoud van de betreffende cel, heeft ten aanzien van die cellen aannames gedaan, deze aannames geverifieerd bij de twee inschrijvers en op basis daarvan een beslissing genomen omtrent de geldigheid van de inschrijvingen van deze twee inschrijvers. Het is echter van tweeën een: ofwel alle inschrijvers moeten worden uitgesloten op basis van de bepaling in de Aanbestedingsleidraad, ofwel er is ruimte voor een toetsing van alle inschrijvingen aan de hand van het proportionaliteitsbeginsel.


Standpunt de Provincie




4.9.
De Provincie betwist dat zij in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld door twee van de zes inschrijvers niet van deelname uit te sluiten. De Provincie wenst met de begroting in het Prijzenblad inzicht te verkrijgen in de opbouw van de gehanteerde prijzen en tarieven voor de afzonderlijke kostenonderdelen. Dit inzicht geeft de Provincie zekerheid over de aangeboden totale inschrijfprijs en stelt haar in staat de redelijkheid van deze inschrijfprijs te beoordelen, waaronder of sprake is van een abnormaal lage inschrijving. Om deze reden geldt voor het Prijzenblad de eis dat deze volledig moet zijn ingevuld en niet mag worden gewijzigd, op straffe van uitsluiting. Anders dan de uitgesloten inschrijvers, hebben de twee niet uitgesloten inschrijvers wél alle prijzen en tarieven op het Prijzenblad ingevuld. De lichtblauwe cellen die deze inschrijvers hebben leeggelaten (functienaam en cao-schaal) zijn slechts bedoeld voor een nadere duiding van de op te geven prijzen of tarieven. Materieel gezien was er volgens de Provincie bij deze twee inschrijvingen dan ook geen sprake van ontbrekende prijsinformatie. Omdat er bij de uitgesloten inschrijvers wel sprake was van ontbrekende prijsinformatie, was voor de Provincie niet vast te stellen op welke wijze deze inschrijvers hebben beoogd in te schrijven. Voor verificatie of het bieden van een mogelijkheid tot herstel bestaat bij deze vier inschrijvingen geen ruimte. Volgens de Provincie is dus geen sprake van gelijke gevallen die gelijk behandeld moeten worden.


Oordeel voorzieningenrechter




4.10.
De voorzieningenrechter volgt het standpunt van Compass dat de Provincie in strijd heeft gehandeld met het beginsel van gelijke behandeling. Op grond van paragraaf 5.4 van de Aanbestedingsleidraad leidt het niet-volledig invullen van het Prijzenblad tot uitsluiting van de inschrijving. Anders dan Albron heeft betoogd, staat in deze bepaling niet dat het niet-invullen van prijzen of tarieven leidt tot uitsluiting. Albron wordt ook niet gevolgd in haar stelling dat de cel waarin de toepasselijke cao-schaal moest worden ingevuld, alleen informatief van aard was. Paragraaf 5.4 van de Aanbestedingsleidraad is een zogenoemde knock-out bepaling, op grond waarvan ieder niet volledig ingevuld Prijzenblad tot uitsluiting leidt. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen cellen die zien op prijs- en tariefinformatie en cellen die betrekking hebben op andere informatie.



4.11.
Voor zover de Provincie betoogt dat Albron de cel met betrekking tot de cao-schaal van de SROI-medewerker niet kón invullen omdat op die medewerker nu eenmaal geen cao-schaal van toepassing is, had Albron een nulbedrag moeten invullen. Naar de eigen stelling van de Provincie was het namelijk toegestaan om voor onderdelen waarvoor inschrijvers geen kosten in rekening brengen, een nulbedrag in te vullen. De Provincie werpt Compass tegen dat zij geen nul-bedragen heeft ingevuld in de leeg gelaten lichtblauwe cellen. Dan dient zij dit ook aan Albron tegen te werpen. De voorzieningenrechter ziet namelijk niet in waarom deze stelling niet ook opgaat voor de leeg gelaten lichtblauwe cellen van de nu niet uitgesloten inschrijvers.



4.12.
Uit vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie volgt dat de aanbestedende dienst het beginsel van gelijke behandeling van de inschrijvers moet respecteren. Het beginsel van gelijke behandeling van de inschrijvers beoogt de ontwikkeling van een gezonde en daadwerkelijke mededinging tussen de aan een overheidsopdracht deelnemende ondernemingen te bevorderen. Het beginsel van doorzichtigheid (transparantie), dat er het uitvloeisel van vormt, heeft in essentie ten doel te waarborgen dat elk risico van favoritisme en willekeur door de aanbestedende dienst wordt uitgebannen. Zowel het gelijkheidsbeginsel als het transparantiebeginsel moeten worden nageleefd tijdens de hele aanbestedingsprocedure. In deze context dient de aanbestedende dienst, nauwgezet de door haarzelf vastgestelde criteria in acht te nemen.



4.13.
Feit is dat geen van de zes inschrijvers het Prijzenblad volledig heeft ingevuld. Op grond van het gelijkheidsbeginsel en overeenkomstig de bepaling in paragraaf 5.4 van de Aanbestedingsleidraad had de Provincie alle zes inschrijvers moeten uitsluiten. Zij dient de door haarzelf vastgestelde criteria namelijk nauwgezet te volgen en deze bepaling laat geen ruimte voor het maken van onderscheid in cellen die zien op prijzen/tarieven en cellen die zien op andersoortige informatie. Omdat De Provincie dat niet heeft gedaan, heeft zij gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Vanwege schending van het gelijkheidsbeginsel als een van de leidende beginselen van het aanbestedingsrecht, is de procedure fundamenteel gebrekkig. Het bestaan van een fundamenteel gebrek in de procedure noopt in dit geval tot staking van de procedure. Daarom zal de voorzieningenrechter een deel van de primaire vordering toewijzen en de Provincie veroordelen om de aanbestedingsprocedure voor ‘Cateringvoorzieningen Huis voor de provincie’ in te trekken en ingetrokken te houden.



4.14.
Gelet op het voorgaande behoeven de overige stellingen van partijen geen bespreking meer.



De vordering van Compass tot intrekking van de uitsluitingsbeslissing wordt afgewezen




4.15.
Compass heeft voorts primair gevorderd om de uitsluitingsbeslissing van 20 december 2024 in te trekken en ingetrokken te houden. De voorzieningenrechter ziet met toewijzing van de vordering tot intrekking van de aanbestedingsprocedure, niet in welk belang Compass nog heeft bij intrekking van de uitsluitingsbeslissing, zodat die vordering zal worden afgewezen.



4.16.
Door toewijzing van een deel van het primair gevorderde, wordt aan de beoordeling van de overige vorderingen niet meer toegekomen.


De gevorderde dwangsom wordt afgewezen




4.17.
Er bestaat geen aanleiding te veronderstellen dat de Provincie dit vonnis niet vrijwillig zal nakomen. Oplegging van een dwangsom is dan ook niet aan de orde. De daartoe strekkende vordering zal worden afgewezen.


De provincie wordt veroordeeld in de proceskosten




4.18.
De Provincie is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Compass worden begroot op:









- kosten van de dagvaarding





122,35







- griffierecht





714,00







- salaris advocaat





1.661,00







- nakosten





178,00


(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)




Totaal





2.675,35










4.19.
Vanwege de omvangrijke processtukken en de vele geschilpunten, zal de voorzieningenrechter het liquidatietarief hanteren dat past bij een complexe kort gedingprocedure, te weten: € 1.661,00.



4.20.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.


Vorderingen Albron



In het incident




4.21.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding de proceskosten in het incident te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.


In de hoofdzaak




4.22.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot de vorderingen van Compass volgt dat de vorderingen van Albron moeten worden afgewezen.



4.23.
Albron is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van Compass en de Provincie worden begroot op nihil, omdat niet is gebleken dat zij als gevolg van de vorderingen van Albron extra kosten hebben moeten maken.





5De beslissing

De voorzieningenrechter


Vorderingen Compass



5.1.
veroordeelt de Provincie om de aanbestedingsprocedure voor ‘Cateringvoorzieningen Huis voor de Provincie’ in te trekken en ingetrokken te houden,



5.2.
veroordeelt de Provincie in de proceskosten van € 2.675,35, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als de Provincie niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,



5.3.
veroordeelt de Provincie tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,



5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,



5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,


Vorderingen Albron



In het incident




5.6.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,


In de hoofdzaak




5.7.
wijst de vorderingen af,



5.8.
veroordeelt Albron in de proceskosten, die aan de zijde van Compass en de Provincie worden begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.G. Nicholson en in het openbaar uitgesproken door mr. R.J. Praamstra op 28 mei 2025.

5447






















Bijlage 1





Artikel 217 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).


Artikel 22 Rv.


De aanbesteding is op 23 juni 2024 door de Provincie op TenderNed gepubliceerd en op 25 juni 2024 voor potentieel geïnteresseerde gegadigden zichtbaar geworden.


Op grond van artikel 2.103 Aanbestedingswet 2012.


SROI: Social Return On Investment.


Zie randnummer 10 van haar akte houdende reactie op dagvaarding tevens overlegging productie.


Zie onder andere pagina 3 van productie 18.


HvJ EU 29 april 2004, C-496/99 P (Commissie/CAS Succhi di Frutta), ECLI:EU:C:2004:236, rechtsoverwegingen 108 – 115.


Artikel 3:303 van het Burgerlijk Wetboek.
Link naar deze uitspraak