Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:RBROT:2025:13141 
 
Datum uitspraak:31-07-2025
Datum gepubliceerd:13-11-2025
Instantie:Rechtbank Rotterdam
Zaaknummers:11713908 VZ VERZ 25-3697
Rechtsgebied:Arbeidsrecht
Indicatie:Arbeidsrecht. Werknemer achteraf gezien onterecht op staande voet ontslagen.
Trefwoorden:arbeidsovereenkomst
burgerlijk wetboek
 
Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam

zaaknummer: 11713908 VZ VERZ 25-3697

datum uitspraak: 31 juli 2025


Beschikking van de kantonrechter


in de zaak van



[verzoeker]
,
woonplaats: Rotterdam,
verzoeker,
gemachtigde: mr. A. Cremer,

tegen


DHL eCommerce (Netherlands) B.V.,
vestigingsplaats: Utrecht,
verweerster,
gemachtigde: mr. A. Koekkoek.

De partijen worden hierna ‘ [verzoeker] ’ en ‘DHL’ genoemd.




1De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:


het verzoekschrift van [verzoeker] , met bijlagen;


het verweerschrift van DHL, met bijlagen;


de brief van [verzoeker] van 24 juni 2025, met bijlagen.





1.2.
Op 3 juli 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken.





2Het geschil

2.1.

[verzoeker] is op 1 februari 2025 in dienst getreden bij DHL. DHL heeft hem op 21 maart 2025 op staande voet ontslagen. DHL schrijft [verzoeker] op 21 maart 2025:

Hierbij deel ik u namens DHL eCommerce (Netherlands) B.V. (“DHL”) mee dat u op staande voet bent ontslagen wegens het tijdens uw werkzaamheden als bezorger onder invloed zijn van drugs (cannabis) hetgeen nadrukkelijk verboden is in de DHL huisregels.

U bent dinsdag 18 maart jl. tijdens uw werkzaamheden als chauffeur door de politie staande gehouden vanwege vermoedelijke overtreding van de verkeersregels (PDA gebruik tijdens rijden) waarna een speekseltest is afgenomen. Deze wees op drugsgebruik. U bent vervolgens meegenomen naar het bureau voor aanvullend bloedonderzoek. Ook daar kwam uit dat u drugs (cannabis) had gebruikt.

Wij hebben u vervolgens gesproken en u heeft ons bovenstaande bevestigd waarbij u aangaf van de politie een rijverbod voor 24 uur te hebben gekregen. U erkende drugs (cannabis) te hebben gebruikt, maar zei dat dit afgelopen zaterdag al was. Dat laatste achten wij niet plausibel omdat op dinsdag tijdens uw werk in zowel uw speeksel als bloed drugs zijn vastgesteld. U bent vervolgens geschorst.

Drugsgebruik en/of het onder invloed zijn van drugs of bewustzijnverruimende middelen tijdens het werk is uitdrukkelijk verboden in de DHL huisregels. Dat geldt in versterkte mate voor een professioneel chauffeur. Met uw gedrag heeft u zowel wettelijke als beroepsmatige regels en voorschriften op ernstige wijze overtreden, de veiligheid in gevaar gebracht en de goede naam en reputatie van DHL op het spel gezet. U heeft hiermee een dringende reden gegeven voor onmiddellijke beëindiging van uw dienstverband. Alle omstandigheden van het geval waaronder in het bijzonder uw leeftijd en zeer korte dienstverband zijn daarbij door DHL in de besluitvorming betrokken.



2.2.
De politie schrijft op 14 april 2025 aan [verzoeker] :

Op 18 maart 2025 werd bij u bloed afgenomen in verband met een onderzoek naar rijden onder invloed ingevolge artikel 8 Wegenverkeerswet 1994.

Uit het rapport van het Maasstad Ziekenhuis te Rotterdam blijkt dat er in uw bloed, ten tijde van het bloedonderzoek, geen stoffen zijn aangetroffen die de rijvaardigheid negatief kunnen beïnvloeden of de vastgestelde grenswaarden hebben overschreden zoals gesteld in het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer en/of vermeld in artikel 8 Wegenverkeerswet 1994.



2.3.
De gemachtigde van [verzoeker] neemt op 6 mei 2025 schriftelijk contact op met DHL en deelt onder andere de bevindingen van de politie van 14 april 2025 mee. De gemachtigde schrijft verder dat [verzoeker] voornemens is in een gerechtelijke procedure aanspraak te maken op de gefixeerde schadevergoeding, de transitievergoeding en de billijke vergoeding, maar dat hij open staat voor een regeling.



2.4.
DHL schrijft op 9 mei 2025 aan de gemachtigde van [verzoeker] :

Hoewel DHL druggebruik afkeurt, ook als dat in privétijd gebeurt, is zij met u eens dat de ontslaggrond is komen te vervallen. DHL betreurt het misverstand dat eerder moet zijn ontstaan omtrent de uitkomst van een bloedtest. Daar zal miscommunicatie aan ten grondslag liggen.

Nu uw cliënt geen andere bron van inkomen heeft, kan hij wat DHL betreft direct weer aan de slag in zijn functie als chauffeur. Hij heeft in de korte periode dat hij voor DHL werkte, buiten dit incident, geen slechte indruk achtergelaten. Deze situatie kan dan als een waarschuwing dienen dat alle drugsgebruik uit den boze is voor een professioneel bestuurder, maar dat hoeft geen beletsel te zijn voor een verder vruchtbaar dienstverband. Het gebeurde zal hem niet verder nagedragen worden.

Wij zullen het loon vanaf de datum van ontslag (21 maart) nabetalen aan uw cliënt behoudens de dag (24 uur) die hij niet mocht werken door een omstandigheid die in zijn invloedsfeer lag. Het ontslag trekken we hierbij in.

(…)

Mocht uw cliënt kosten hebben gemaakt in verband met uw inschakeling (kosten van toevoeging?) dan zullen wij die gemaximeerd tot € 500 ex BTW bij werkhervatting aan hem vergoeden tegen indiening door hem van een kopie van uw nota.



2.5.
De gemachtigde van [verzoeker] schrijft op 12 mei 2025 aan DHL:

Cliënt kan niet instemmen met uw voorstel. De wijze waarop DHL is omgegaan met onderhavige situatie maakt dat cliënt geen vertrouwen meer heeft in een vruchtbare samenwerking. Daarbij komt dat u cliënt nog altijd een verwijt blijft maken inzake de gebeurtenissen. U stelt immers dat het 24 uur niet kunnen werken binnen diens risicosfeer lag en hij hierover geen loon zal ontvangen. U gaat er daarbij aan voorbij dat gebleken is dat sprake was van een valse speekseltest. Een vals positieve test kan cliënt niet worden verweten.



2.6.
DHL schrijft op 13 mei 2025 aan de gemachtigde van [verzoeker] :

Het beeld dat u opwerpt behoeft enige nuance. U cliënt heeft zelf bij DHL de positieve speekseltest gemeld en was zeer beschaamd en schuldbewust. Omtrent de bloedtest is vervolgens kennelijk een misverstand ontstaan, anders hadden we het ontslag voorwaardelijk gegeven. Het kan niet van ons verwacht worden dat wij een bloedonderzoek, waarin wij zelf geen partij zijn en waarin wij niet in de resultaten gekend worden, afwachten. Laten we ook niet vergeten dat DHL niet om deze situatie heeft gevraagd en slechts (als verantwoordelijk logistiek werkgever) heeft moeten reageren op wat uw cliënt zelf gemeld heeft.



2.7.
De gemachtigde van [verzoeker] schrijft op 13 mei 2025 aan DHL:

Het is juist dat DHL niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor een vals positieve speekseltest, maar hetzelfde geldt voor cliënt. In een dergelijke situatie geldt volgens artikel 7:628 BW dat een werknemer zijn recht op loon behoudt.

Wat DHL wel kan worden aangerekend is dat zij ervoor heeft gekozen cliënt te ontslaan zonder het bloedonderzoek af te wachten. Terwijl DHL, als een bedrijf in de transportsector waarbij diens werknemers dagelijks deelnemen aan het verkeer, wist of behoorde te weten dat speekseltests niet altijd even betrouwbaar kunnen worden geacht en dat een aanvullend bloedonderzoek derhalve noodzakelijk is. Door desondanks over te gaan tot ontslag op staande voet heeft DHL ernstig verwijtbaar gehandeld jegens cliënt. DHL is geen slachtoffer van een ondeugdelijke testuitslag, want zij heeft er zelf voor gekozen het aanvullend onderzoek niet af te wachten. DHL had alle gelegenheid om op andere wijze te handelen.

Door de wijze waarop DHL met onderhavige situatie is omgegaan heeft cliënt geen enkel vertrouwen meer in DHL en wenst hij het dienstverband dan ook niet te hervatten.



2.8.

[verzoeker] en DHL komen er samen niet uit. [verzoeker] verzoekt daarom in deze zaak DHL te veroordelen tot het betalen dan wel verstrekken van:

1. een vergoeding voor onregelmatig ontslag van € 2.800,00 bruto (exclusief vakantietoeslag en bijkomende vergoedingen);
2. een billijke vergoeding van € 33.690,00 bruto;
3. een transitievergoeding van € 130,00 bruto;
4. tot betaling van een correcte eindafrekening, met vakantietoeslag en verlofsaldo;
5. rente;
6. een loonspecificatie;
7. de proceskosten.



2.9.
DHL voert verweer.



2.10.
Is dit voor de beoordeling van belang, dan wordt hierna ingegaan op wat partijen (verder) naar voren brengen.





3De beoordeling


vergoeding onregelmatige opzegging



3.1.
DHL erkent de vergoeding voor onregelmatige opzegging te moeten betalen. Het gaat om € 2.800,00 bruto, met 8% vakantietoeslag, in totaal dus € 3.024,00 bruto, met rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek vanaf 21 maart 2025 tot aan de dag dat dit bedrag volledig is betaald.


billijke vergoeding




3.2.
Achteraf gezien heeft DHL [verzoeker] ten onrechte op staande voet ontslagen. Dat erkent zij ook. Dit wil echter niet per definitie zeggen dat het ontslag op staande voet op het moment dat DHL het gaf, aan de hand van wat DHL toen wist en moest weten, ook onterecht was. [verzoeker] heeft aan DHL meegedeeld dat hij van de politie een rij-ontzegging van 24 uur had gekregen in verband met drugsgebruik. Dit was tijdens zijn werkzaamheden als bezorger voor DHL. Er is kennelijk een misverstand ontstaan over hoe definitief de uitslag van de speeksel- en bloedtest was. DHL was (kennelijk) in de veronderstelling dat het om een definitieve uitslag ging. Dat [verzoeker] heeft gezegd dat dit niet zo is, dat de definitieve uitslag nog moest komen, blijkt niet. Er staat in ieder geval niets over op schrift, bijvoorbeeld een e-mail naar aanleiding van de ontslagbrief waarin [verzoeker] zegt dat hij nog wacht op de definitieve uitslag. ‘DHL had toch even kunnen googelen naar hoe dit werkt’, aldus [verzoeker] , maar op welke website DHL dan hét antwoord had moeten vinden zegt hij niet.



3.3.
Hoe dit ook allemaal gelopen is, en de kantonrechter begrijpt uiteraard dat het voor [verzoeker] een uiterst vervelende situatie is, toen DHL er eenmaal achter kwam dat zij [verzoeker] ten onrechte op staande voet ontslagen had, heeft zij dit ruimhartig proberen goed te maken. [verzoeker] kon terugkomen, hem werd met terugwerkende kracht zijn loon betaald en hij kreeg een vergoeding voor gemaakte juridische kosten. DHL had [verzoeker] wellicht ook de 24 uur dat hij een rij-ontzegging had kunnen doorbetalen, maar dat zij dit niet wilde lijkt niet het springende punt te zijn geweest waarop de besprekingen tussen partijen zijn afgebroken. [verzoeker] wilde ‘gewoon’ niet meer. Bedacht moet echter worden dat DHL [verzoeker] op staande voet ontslagen heeft door een beslissing van een ander (de rij-ontzegging door de politie), op basis van mededelingen daarover van [verzoeker] zelf, en niet door iets wat uit DHL zelf gekomen is. ‘DHL heeft geen oog voor eigen handelen’, aldus de gemachtigde van [verzoeker] , maar [verzoeker] op zijn beurt lijkt geen oog te hebben voor de situatie waarin DHL buiten haar schuld door de beslissing van een ander (de politie) terecht is gekomen.



3.4.
De kantonrechter vindt het in de gegeven omstandigheden niet billijk om DHL te veroordelen € 33.690,00 bruto aan [verzoeker] te betalen, terwijl [verzoeker] de mogelijkheid had zijn schade volledig te beperken door weer terug te komen bij DHL. Weliswaar hoefde [verzoeker] hieraan niet zijn medewerking te verlenen, maar het enkele ‘Ik heb er geen vertrouwen meer in’ is gelet op al het voorgaande onvoldoende (voor de onderhavige aanspraak). DHL kon er uiteindelijk ook weinig aan doen. Een jaarsalaris ontvangen (want daar komt de hoogte van de billijke vergoeding op neer) voor anderhalve maand werk is gelet op de omstandigheden van het geval buiten proportie. Dit zou mogelijk anders zijn als DHL een ernstig verwijt te maken valt, maar dat valt haar niet. Het verzoek om een billijke vergoeding wordt daarom afgewezen.


transitievergoeding




3.5.
Van de transitievergoeding van € 130,00 bruto is € 73,00 bruto betaald. DHL moet [verzoeker] daarom nog € 57,00 bruto aan transitievergoeding betalen, met rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek vanaf 21 april 2025 tot aan de dag dat dit bedrag volledig is betaald.


specificatie




3.6.
DHL wordt er, voor zover dat nog niet is gebeurd en voor zover wat in deze zaak nog toegewezen wordt daar aanleiding toe geeft, toe veroordeeld een eindspecificatie aan [verzoeker] te verstrekken, ter voldoening aan de verzoeken 4 en 6. De kantonrechter gaat ervan uit dat als die eindspecificatie blijkt dat [verzoeker] nog recht heeft op een bepaald bedrag dat nu niet besproken is, dat DHL dat bedrag aan [verzoeker] betaalt.


proceskosten




3.7.
DHL moet weliswaar nog een bepaald bedrag aan [verzoeker] betalen, maar in het feit dat het voornaamste verzoek van [verzoeker] , de billijke vergoeding, niet toegewezen wordt, ziet de kantonrechter aanleiding te bepalen dat partijen ieder de eigen proceskosten betalen.


uitvoerbaar bij voorraad




3.8.
Deze beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat als deze zaak aan een hogere rechter wordt voorgelegd, in afwachting van de uitspraak van die hogere rechter afgedwongen kan worden dat aan de veroordelingen in dit vonnis wordt voldaan.





4De beslissing
De kantonrechter:


4.1.
veroordeelt DHL om aan [verzoeker] een vergoeding voor onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst van € 3.024,00 bruto te betalen, met rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek vanaf 21 maart 2025 tot aan de dag dat dit bedrag volledig betaald is;



4.2.
veroordeelt DHL om aan [verzoeker] een (aanvullende) transitievergoeding van € 57,00 bruto te betalen, met rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek vanaf 21 april 2025 tot aan de dag dat dit bedrag volledig is betaald;



4.3.
veroordeelt DHL om, voor zover dat nog niet is gebeurd en voor zover wat in deze zaak nog toegewezen wordt daar aanleiding toe geeft, een eindspecificatie aan [verzoeker] te verstrekken;



4.4.
bepaalt dat partijen ieder de eigen proceskosten betalen;



4.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad en wijst wat meer of anders verzocht is af.

Deze beschikking is gegeven door mr. I.K. Rapmund en in het openbaar uitgesproken.
686
Link naar deze uitspraak