|
|
|
| ECLI:NL:GHAMS:2025:2996 | | | | | Datum uitspraak | : | 11-11-2025 | | Datum gepubliceerd | : | 14-11-2025 | | Instantie | : | Gerechtshof Amsterdam | | Zaaknummers | : | 200.349.849/01 GDW | | Rechtsgebied | : | Civiel recht | | Indicatie | : | Klacht tegen een gerechtsdeurwaarder. Te late betaling vordering; klager is incassokosten en rente verschuldigd. Volgens klager worden deze kosten onterecht gevorderd, omdat er geen correspondentie over is gevoerd. Klacht ongegrond. | | Trefwoorden | : | belastingrecht | | | | Uitspraak | beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.349.849/01 GDW
nummer eerste aanleg : C/13/742557 / DW RK 23/416
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 11 november 2025
inzake
[appellant]
,
wonend te [plaats] , gemeente Hoeksche Waard,
appellant,
tegen
[gemachtigde]
,
gerechtsdeurwaarder te Amsterdam,
geïntimeerde,
gemachtigde: [naam] .
Partijen worden hierna klager en de gerechtsdeurwaarder genoemd.
1De zaak in het kort
Het kantoor van de gerechtsdeurwaarder is belast met de inning van een vordering op klager en heeft in dat kader diverse betalingsherinneringen aan klager gestuurd, de laatste op 17 juli 2023. Klager heeft de verschuldigde hoofdsom op 25 oktober 2023 betaald. Klager is daarna door een medewerkster van de gerechtsdeurwaarder geïnformeerd dat hij nog incassokosten verschuldigd is vanwege de te late betaling. In deze tuchtprocedure beklaagt klager zich erover dat incassokosten van hem worden gevorderd, zonder dat daar correspondentie over is gevoerd. Klager wijst in dit verband erop dat zijn echtgenote niet te woord werd gestaan toen zij heeft geprobeerd te bellen met het kantoor van de gerechtsdeurwaarder en dat bovendien de link om zijn dossier online in te zien niet werkte. Het hof beslist, net als de kamer voor gerechtsdeurwaarders, dat de klacht ongegrond is.
2Het geding in hoger beroep
2.1.
Klager heeft op 10 januari 2025 een beroepschrift – met een bijlage – bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam (hierna: de kamer) van 23 december 2024 tussen partijen gegeven onder bovengenoemd nummer (ECLI:NL:TGDKG:2024:145).
2.2.
De gerechtsdeurwaarder heeft op 14 mei 2025 een verweerschrift bij het hof ingediend.
2.3.
Klager heeft op 15 september 2025 nadere producties ingediend.
2.4.
Het hof heeft van de kamer de stukken van de eerste aanleg ontvangen.
2.5.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 25 september 2025. De gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen en heeft het woord gevoerd. Klager is, zonder berichtgeving, niet verschenen.
3Feiten
Het hof verwijst naar de feiten die de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling daarvan geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die zijn komen vast te staan, zijn die feiten de volgende.
3.1.
Bij brief van 21 juni 2023 heeft (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder aan klager een betalingsherinnering gestuurd voor een vordering van Eneco Services B.V. (hierna: Eneco). De betalingsachterstand bestond uit de hoofdsom van € 475,89, verhoogd met rente (€ 3,75) en incassokosten (€ 71,38).
3.2.
Bij brief van 29 juni 2023 heeft (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder aan klager opnieuw een betalingsherinnering gestuurd voor de vordering van Eneco.
3.3.
Bij brief van 17 juli 2023 heeft (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder klager een laatste kans gegeven de vordering van Eneco te voldoen, met het verzoek om binnen vijftien dagen na ontvangst van de brief de hoofdsom van € 475,89 te betalen. In de brief is vermeld dat bij niet tijdige betaling klager de (wettelijke of overeengekomen) rente en € 71,38 aan incassokosten verschuldigd was.
3.4.
Bij e-mail van 25 oktober 2023 heeft de echtgenote van klager aan (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder het volgende laten weten:
“Zojuist heb ik telefonisch contact gehad met [naam medewerkster]. Helaas kon zij mij niet helpen omdat het dossier op naam van mijn man staat en ik niet gemachtigd ben.
Ook heb ik geprobeerd om in te loggen op mijndossier. [bedrijf 2] .nl alleen laadt deze site niet op de vaste pc als op de telefoon. Daarom is aan de hand van uw laatste brief dd 17-07-2023 het bedrag van € 475,89 overgemaakt.
Hopende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en dat het dossier tot sluiting zal overgaan.”
3.5.
Bij e-mail van 27 oktober 2023 heeft een medewerkster van de gerechtsdeurwaarder aan klager meegedeeld dat incassokosten verschuldigd zijn vanwege de te late betaling:
“Uw betaling hebben wij in goede orde ontvangen. Echter heeft u de incassokosten niet voldaan. In de brief d.d. 17-07 staat vermeld dat u binnen 14 dagen dient te betalen om te voorkomen dat er incassokosten bij komen. Helaas heeft u hier niet aan voldaan, u dient de incassokosten nog te voldoen. Voordat wij u het restantbedrag door kunnen geven ontvangen wij graag een machtiging.”
3.6.
Bij brief van 3 november 2023 heeft klager (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder bericht dat op 25 oktober 2023 de medewerkster van de gerechtsdeurwaarder inhoudelijk niets kon vertellen over het openstaande bedrag omdat zijn vrouw geen gemachtigde was, dat online geen contact kon worden gemaakt met het kantoor van de gerechtsdeurwaarder en dat daarna het bedrag van € 475,89 was voldaan aan de hand van de laatste correspondentie van het kantoor.
3.7.
Bij e-mail van 8 november 2023 heeft (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder herhaald dat de vordering nog niet volledig was voldaan en dat de betalingsachterstand € 84,92 bedroeg.
3.8.
Bij e-mail van 13 november 2023 heeft klager, onder meer, gesteld dat de vordering is voldaan conform de brief van 17 juli 2023, en dat niet is gereageerd op klagers bericht van 3 november 2023.
3.9.
Bij e-mail van 15 november 2023 heeft (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder aan klager een specificatie gestuurd van de vordering, die bestaat uit de incassokosten en de rente vanwege het overschrijden van de betalingstermijn.
4De klacht
Klager heeft op 25 oktober 2023 een betaling van € 475,89 gedaan naar aanleiding van een brief van (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder van 17 juli 2023. Klager beklaagt zich erover dat over dat bedrag incassokosten van hem worden gevorderd, zonder dat daar correspondentie over is gevoerd. De echtgenote van klager heeft geprobeerd te bellen met het kantoor van de gerechtsdeurwaarder, maar zij werd niet te woord gestaan. Daarnaast werkte de link om het dossier van klager online in te zien niet.
5Beoordeling
5.1.
De kamer heeft in de bestreden beslissing de klacht van klager tegen de gerechtsdeurwaarder ongegrond verklaard.
Verantwoordelijk gerechtsdeurwaarder
5.2.
Klager heeft zijn klacht ingediend tegen het kantoor van de gerechtsdeurwaarder ( [bedrijf 2] ). Evenals de kamer merkt het hof de in het kopje van deze beslissing vermelde gerechtsdeurwaarder als beklaagde aan, omdat de zaak van klager werd behandeld door een afdeling die onder haar verantwoordelijkheid viel.
Gang van zaken eerste aanleg
5.3.
In zijn beroepschrift heeft klager aangevoerd dat hij niet op de hoogte was van de datum van de zitting bij de kamer en daarom niet ter zitting is verschenen. Bij dit procedurele bezwaar heeft klager echter geen belang. Zijn hoger beroep leidt ertoe dat de klacht opnieuw in volle omvang wordt behandeld. Een eventueel gebrek in de behandeling in eerste aanleg, is aldus hersteld. Dat klager in hoger beroep opnieuw niet ter zitting is verschenen, doet daaraan niet af.
Inhoudelijk
5.4.
De kamer heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder op 27 oktober, 8 en 15 november 2023 telkens voldoende duidelijk heeft gemaakt waarom de betaling van klager niet als volledige betaling werd beschouwd, namelijk omdat in de brief van 17 juli 2023 was vermeld dat het bedrag van € 475,89 binnen vijftien dagen moest worden betaald en dat klager incassokosten en rente verschuldigd zou zijn als niet tijdig werd betaald.
5.5.
In zijn beroepschrift heeft klager onder meer aangevoerd dat hij zich wel aan de betalingstermijn heeft gehouden, omdat de brief van 17 juli 2023 niet was aangetekend en dat hij de betaling heeft gedaan nadat er op 25 oktober 2023 telefonisch contact was geweest met het kantoor van de gerechtsdeurwaarder.
5.6.
Als klager bedoelt dat hij de brief van 17 juli 2023 pas op een later moment – na het verstrijken van de betalingstermijn – heeft ontvangen, moet worden vastgesteld dat hij dit nooit heeft laten weten aan (het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder. Klager heeft immers geen stukken overgelegd waaruit van enige kennisgeving aan de gerechtsdeurwaarder van deze latere ontvangst blijkt. Gelet daarop acht het hof het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de gerechtsdeurwaarder heeft vastgehouden aan het standpunt dat de betaling te laat was ontvangen en dat incassokosten en rente waren verschuldigd. De vraag of daarop achteraf beschouwd aanspraak bestaat is in deze tuchtprocedure niet aan de orde.
5.7.
Het kantoor van de gerechtsdeurwaarder heeft op 25 oktober 2023 – begrijpelijkerwijs – zonder machtiging de echtgenote van klager niet telefonisch te woord willen staan over de vordering. Zelfs als juist is dat die dag ook online geen inzage kon worden verkregen in het dossier van klager (wat op zichzelf niet tuchtrechtelijk laakbaar is), ontsloeg een en ander klager niet van de verplichting ook de incassokosten en de rente te betalen. Die waren immers in de brief van 17 juli 2023 al op voldoende duidelijke wijze aangezegd.
Conclusie
5.8.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat het hof, net als de kamer, van oordeel is dat de klacht tegen de gerechtsdeurwaarder ongegrond is. Het hof zal de beslissing van de kamer daarom bevestigen.
6Beslissing
Het hof:
- bevestigt de bestreden beslissing.
Deze beslissing is gegeven door mrs. J.C.W. Rang, J.W.M. Tromp en J.H. Lieber en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2025 door de rolraadsheer. | Link naar deze uitspraak
|
| | |
|
|