Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:RBNNE:2025:4248 
 
Datum uitspraak:26-09-2025
Datum gepubliceerd:21-11-2025
Instantie:Rechtbank Noord-Nederland
Zaaknummers:C/18/25/228 R
Rechtsgebied:Insolventierecht
Indicatie:Beschikking rechter-commissaris ex artikel 349a Fw, verkorting looptijd ivm afdrachten tijdens faillissement.
Trefwoorden:vaststellingsovereenkomst
vrijstelling
Wetreferenties:Faillissementswet 349a
 
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Privaatrecht

Locatie: Assen

zaaknummer: C/18/25/228 R

beschikking van 26 september 2025

ex artikel 349a van de Faillissementswet (Fw) van de rechter-commissaris in de schuldsaneringsregeling van:



[verzoeker] .

geboren op [geboortedatum] 198 l te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen [verzoeker] ,
bewindvoerder: [bewindvoerder] .




PROCESGANG

De rechtbank Noord-Nederland heeft bij vonnis van 7 september 2022 het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling afgewezen. [verzoeker] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Bij arrest van 3 november 2022 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is het vonnis vernietigd en is [verzoeker] toegelaten tot de schuldsaneringsregeling.

De rechtbank Noord-Nederland heeft hij vonnis van 26 april 2024 de toepassing van de wettelijke schuldsanering op verzoek van een schuldeiser tussentijds beëindigd en [verzoeker] in staat van faillissement verklaard. Bij arrest van 27 juni 2024 van het gerechtshof Arnhem- Leeuwarden is dit vonnis bekrachtigd.

Tijdens het faillissement hebben de curator (mr. S. Veenema-Bruinsma) en [verzoeker] - met goedkeuring van de rechter-commissaris - een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarbij de afdrachtverplichting van [verzoeker] is vastgesteld en waaraan hij met terugwerkende kracht middels een tweetal nabetalingen heeft voldaan.


[verzoeker] heeft op 26 mei 2025 een verzoek ingediend tot opheffing van zijn faillissement onder het gelijktijdig uitspreken van de wettelijke schuldsaneringsregeling (hierna: Wsnp). Bij brief van 26 mei 2025 heeft de curator positief advies uitgebracht over het omzettingsverzoek.

De rechter-commissaris heeft het faillissement op 28 mei 2025 voorgedragen voor opheffing

Bij vonnis van de rechtbank van 30 juli 2025 is de Wsnp op [verzoeker] van toepassing verklaard, waarbij mw. [bewindvoerder] tot bewindvoerder is benoemd. De rechtbank heeft in voornoemd vonnis overwogen dat zij geen aanleiding ziet om een eerdere ingangsdatum te bepalen en dat een eventueel verzoek om verkorting van de looptijd van de Wsnp aan de rechter-commissaris kan worden voorgelegd.

De advocaat van [verzoeker] , mr. A.L.S. Verhoog, heeft de rechter-commissaris bij brief van 8 september 2025 verzocht om de looptijd van de Wsnp te verkorten.

De bewindvoerder heeft de rechter-commissaris bij bericht van 12 september 2025 laten weten zich te refereren aan het oordeel van de rechter-commissaris.




RECHTSOVERWEGINGEN

Mr. Verhoog heeft namens [verzoeker] verzocht de duur van de Wsnp te verkorten, nu [verzoeker] gedurende het faillissement door het uitvoeren van de vaststellingsovereenkomst en nadien alle verplichtingen ‘als ware sprake van een Wsnp’ is nagekomen.

De rechter-commissaris overweegt als volgt. De standaard looptijd van de Wsnp is door de wetgever vastgesteld op 18 maanden. In artikel 1.2 onder b van de Recofa-richtlijnen voor schuldsaneringsregelingen is vermeld dat de wettelijke termijn kan worden verkort als de schuldenaar in een faillissement voorafgaand aan de Wsnp het meerdere boven het in de Wsnp geldende vrij te laten bedrag (hierna: Vtlb) aan de boedel heeft afgedragen.

De rechter-commissaris is op grond van artikel 349a Fw bevoegd de looptijd van de schuldsanering te verkorten. Bij arrest van 20 mei 2025 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden overwogen dat in het geval van een omzettingsverzoek - waarvan in dit geval ook sprake is - tot uitgangspunt wordt genomen dat de termijn van de schuldsaneringsregeling verkort kan worden als de gefailleerde c.q. saniet niet alleen dat deel van het inkomen aan de boedel heeft afgedragen dat uitgaat boven het Vtlb, maar ook de uit het faillissement voortvloeiende verplichtingen is nagekomen en zich overigens heeft gedragen en ingespannen zoveel mogelijk aan de boedel af te dragen als ware sprake van een schuldsaneringsregeling (zie ECLI:NL:GHARL:2025:3075).

Gelet op het voorgaande is de rechter-commissaris van oordeel dat er aanleiding bestaat het verzoek van [verzoeker] (gedeeltelijk) toe te wijzen. Mr. Verhoog heeft verklaard dat [verzoeker] tijdens het faillissement door uitvoering van de vaststellingsovereenkomst feitelijk tot en met augustus 2025 gedurende 34 maanden maandelijks het meerdere boven het in de Wsnp geldende Vtlb heeft afgedragen aan de boedel. Daarnaast heeft [verzoeker] aan alle verplichtingen voortvloeiend uit het faillissement voldaan. De bewindvoerder heeft dit bevestigd, evenals de curator in haar advies van 26 mei 2025.

De rechter-commissaris zal dan ook onder toepassing van voornoemde Recofa-richtlijn de looptijd van de Wsnp verkorten. Daarbij overweegt de rechter-commissaris dat voor het bepalen van de duur van de verkorting aansluiting moet worden gezocht bij de formulering van artikel 1.2. onder b van de Recofa-richtlijn, te weten dat het moet gaan om in het faillissement gedane afdrachten. [verzoeker] verkeert vanaf 7 mei 2024 in staat van faillissement, zodat naar het oordeel van de rechter-commissaris met afdrachten na die datum rekening kan worden gehouden bij de verkorting van de looptijd van de Wsnp. [verzoeker] heeft zodoende gedurende 15 maanden aan zijn verplichtingen voldaan. De rechter-commissaris zal de looptijd van de schuldsaneringsregeling dan ook vaststellen op 3 maanden.

De bewindvoerder dient van deze gewijzigde termijn onverwijld kennis te geven aan de schuldeisers.

Naar het oordeel van de rechter-commissaris is een verlenging van de looptijd onder vrijstelling van de afdrachtverplichting in dit geval niet nodig, nu de bewindvoerder werkzaam is op hetzelfde kantoor als de voormalig curator en er zodoende voldoende tijd lijkt te resteren voor het opmaken van het eindverslag en het bepalen van de eindzitting.




BESLISSING

De rechter-commissaris:

- stelt de termijn waarop de schuldsaneringsregeling op [verzoeker] van toepassing is vast op3 maanden, te rekenen vanaf de dag van de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, die dag daaronder begrepen, derhalve eindigend op30 oktober 2025.

Deze beschikking is gegeven op 26 september 2025 door mr. N.A. Baarsma






Tegen deze beschikking staat gedurende vijf dagen na dagtekening van deze beschikking hoger beroep open bij deze rechtbank.
Link naar deze uitspraak