Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:RBAMS:2025:7720 
 
Datum uitspraak:16-10-2025
Datum gepubliceerd:11-12-2025
Instantie:Rechtbank Amsterdam
Zaaknummers:11809146 EA VERZ 25-831
Rechtsgebied:Arbeidsrecht
Indicatie:verzoek vernietiging ontslag op staande voet afgewezen; fraude door werknemer met reiskostendeclaraties
Trefwoorden:arbeidsovereenkomst
burgerlijk wetboek
wettelijke rente
 
Uitspraak
RECHTBANK
AMSTERDAM


Civiel recht
Kantonrechter

Zaaknummer / rekestnummer: 11809146 \ EA VERZ 25-831




Beschikking van 16 oktober 2025


in de zaak van



[verzoeker]
,
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker, verweerder in het (voorwaardelijk) tegenverzoek,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. A.J. Engelsma

tegen


NOVAGRAAF NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verweerster, verzoeker in het (voorwaardelijk) tegenverzoek,
hierna te noemen: Novagraaf,
gemachtigde: mr. F.A. Chorus




1De zaak in het kort

In deze zaak verzoekt [verzoeker] vernietiging van een ontslag op staande voet. De kantonrechter wijst het verzoek af, omdat het ontslag (rechts)geldig is. Op het voorwaardelijk tegenverzoek van Novagraaf tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst hoeft daarom niet meer te worden beslist.




2De procedure


2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingekomen op 24 juli 2025,
- het verweerschrift met producties, ingekomen op 9 september 2025,
- twee aanvullende producties van de zijde van [verzoeker] ,
- een aanvullende productie van de zijde van Novagraaf.



2.2.
Op 18 september 2025 is de zaak mondeling behandeld. [verzoeker] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Namens Novagraaf zijn verschenen [naam 1] , algemeen directeur en [naam 2] , HR Specialist, bijgestaan door de gemachtigde. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. De gemachtigde van Novagraaf heeft het woord gevoerd aan de hand van overgelegde pleitnotities.


2.3.
De beschikking is bepaald op vandaag.





3De feiten


3.1.
Novagraaf is een bedrijf dat zich bezighoudt met het adviseren en informeren inzake intellectuele eigendomsrechten, het ten behoeve van derden beschermen van merken en modellen en het verrichten van diensten die daarmee verband houden. Novagraaf heeft ongeveer 100 werknemers in dienst.



3.2.

[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] 1995, is na een periode van detachering vanaf 1 april 2023, sinds 1 juni 2024 bij Novagraaf op fulltime basis in de functie van Medior systeembeheerder in dienst op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het loon bedraagt € 4.183,08 bruto per maand, exclusief vakantiegeld. [verzoeker] heeft recht op een reiskostenvergoeding voor de door hem op kantoor gewerkte dagen.



3.3.
Op 16 juni 2025 heeft er een gesprek tussen de algemeen directeur, de HR specialist en [verzoeker] plaatsgevonden. In dit gesprek is [verzoeker] geconfronteerd met onregelmatigheden in op zijn naam in de applicatie Reisbalans aangetroffen reiskostendeclaraties.



3.4.
Bij brief van 17 juni 2025 heeft Novagraaf [verzoeker] op staande voet ontslagen. De gronden voor het ontslag zijn in de brief als volgt vermeld:

1. U heeft voor meerdere dagen een reiskostenvergoeding aangevraagd, terwijl u daar geen recht op had.
2. U heeft het onder 1. genoemde willens en wetens gedaan, kennelijk met het doel uzelf op oneigenlijke wijze ten koste van Novagraaf te verrijken.
3. Nadat u door ons met het vermoeden van het bovenstaande werd geconfronteerd, heeft u dit in eerste instantie ten onrechte ontkend en daarover niet open en transparant gehandeld. U heeft zelfs onwaarheden c.q. onjuiste excuses verkondigd over hetgeen is voorgevallen.
(…) Wij beschouwen elk van de hierboven genoemde redenen 1., 2., en 3., zowel afzonderlijk als in samenhang, als een dringende reden die ontslag op staande voet rechtvaardigt. (..)”.



3.5.
Bij brief van 24 juni 2025 heeft Novagraaf aan [verzoeker] medegedeeld dat zij aanspraak maakt op de gefixeerde schadevergoeding op grond van artikel 7:677 lid 2 en lid 3a BW over de periode van 18 juni tot en met 31 juli 2025 en een deel daarvan zal verrekenen met de eindafrekening van € 716,98.



3.6.
Bij brief van 4 juli 2025 heeft de gemachtigde van [verzoeker] de nietigheid van het gegeven ontslag ingeroepen.





4Het verzoek


4.1.

[verzoeker] verzoekt de kantonrechter, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad,

primair

(samengevat) te verklaren voor recht dat het ontslag op staande voet nietig dan wel vernietigbaar is, het ontslag op staande voet te vernietigen, voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen nog voortduurt en Novagraaf te veroordelen tot betaling van het loon vanaf 17 juni 2025 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig wordt beëindigd, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50% en de wettelijke rente,


subsidiair

Novagraaf te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 25.000,00 bruto, op grond van artikel 7:681 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

primair en subsidiair
met veroordeling van Novagraaf in de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten.


4.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] gepersisteerd bij het primair verzochte en het subsidiair verzochte laten vallen. Hij heeft aangegeven met ingang van 1 september 2025 een nieuwe baan te hebben en verzoekt daarom het ontslag op staande voet te vernietigen en Novagraaf te veroordelen tot betaling van zijn salaris tot die datum.


4.3.

[verzoeker] legt aan zijn verzoek ten grondslag dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is omdat er geen sprake is van een dringende reden. Hij ontkent met de reisdeclaraties te hebben gefraudeerd. De applicatie Reisbalans had foutmeldingen. Ook waren er centenverschillen bij de declaraties. Bovendien stelt hij zich op het standpunt dat het ontslag op staande voet een onevenredig zware sanctie is.





5Verweer en voorwaardelijk tegenverzoek


5.1.
Novagraaf voert verweer en verzoekt het verzoek af te wijzen. Voor het geval het ontslag op staande voet wordt vernietigd, verzoekt Novagraaf ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:669 lid 3 BW onder e (verwijtbaar handelen), g (verstoorde arbeidsverhouding) dan wel i (combinatiegrond), met veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten.



5.2.
Op de nadere standpunten van partijen zal - voor zover relevant - bij de beoordeling worden ingegaan.





6De beoordeling


6.1.
Het verzoek van [verzoeker] is tijdig ingediend.



6.2.
Allereerst dient te worden beoordeeld of sprake is geweest van een dringende reden in de zin van artikel 7:677 lid 1 BW die het ontslag op staande voet kan rechtvaardigen. Op grond van de wet mag een werkgever de arbeidsovereenkomst onverwijld opzeggen als daar een dringende reden voor is en hij die reden onverwijld aan de werknemer heeft meegedeeld. Voor de werkgever worden als dringende redenen beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.



6.3.
Bij die beoordeling moeten volgens vaste jurisprudentie alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen, waaronder de aard en de ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt, de aard van de arbeidsovereenkomst, de duur daarvan en de wijze waarop de werknemer zijn verplichtingen uit de overeenkomst heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben.



6.4.
De kantonrechter is van oordeel dat in dit geval aan de vereisten voor een ontslag op staande voet is voldaan. Daartoe wordt het volgende overwogen



6.5.

[verzoeker] had recht op vergoeding van zijn reiskosten op de dagen dat hij op kantoor werkte. Niet betwist is dat [verzoeker] geen recht had op vergoeding van reiskosten voor weekenddagen en vakantiedagen, nu hij immers op die dagen geen reiskosten maakte.



6.6.
Bij Novagraaf declareren de werknemers hun reiskosten handmatig in de applicatie Reisbalans. Steekproefsgewijs controleert de HR Specialist de declaraties. Op 16 juni 2025 ontdekte zij dat in de applicatie reiskosten op naam van [verzoeker] waren gedeclareerd voor de weekenddagen in februari tot en met mei 2025 en voor 7 april 2025 tot 2 mei 2025, de dagen waarop [verzoeker] op vakantie was. De reiskosten voor de weekenddagen in februari en maart waren achteraf gedeclareerd in april, nadat de reiskosten over de werkdagen in die maanden al waren gedeclareerd.



6.7.

[verzoeker] betwist de bewuste declaraties te hebben ingediend. Volgens hem had de applicatie foutmeldingen (een “login error”) gegeven. Deze heeft hij niet gemeld bij Novagraaf of Reisbalans. Novagraaf heeft daarom op 16 juni 2025 navraag gedaan bij Reisbalans over mogelijke foutmeldingen. Reisbalans heeft daarop geantwoord dat er geen “login error” bij haar bekend is.



6.8.
Dat voor het indienen van een declaratie in ‘Reisbalans’ meerdere handmatige handelingen moeten worden verricht door de werknemer heeft [verzoeker] niet betwist. Zo moet een werknemer ‘Reisbalans’ openen en de keuze ‘woon-werkverkeer’ aanklikken, vervolgens moeten de data waarop is gereisd worden geselecteerd, deze selectie moet tot tweemaal toe worden bevestigd, waarna de modaliteit moet worden gekoppeld (keuze uit vervoermiddel en zakelijk, woon-werk of privé). Eerst na controle van de adresgegevens kan de declaratie definitief worden bevestigd.



6.9.
Met Novagraaf is de kantonrechter van oordeel dat juist [verzoeker] in zijn functie van IT-specialist eventuele foutmeldingen in bij Novagraaf gebruikte programma’s, zoals Reisbalans, had moeten melden. Dat het een externe applicatie is maakt dat niet anders. Hij heeft het niet gemeld, ook niet bij Reisbalans. Geen van de andere 80 medewerkers van Novagraaf die Reisbalans gebruiken hebben een foutmelding gehad of doorgegeven en niemand heeft reiskosten gedeclareerd voor weekend- en/of vakantiedagen. Bij Reisbalans zijn ook geen digitale problemen bekend. Novagraaf heeft genoegzaam verklaard dat de door [verzoeker] opgevoerde centenverschillen in de declaraties het gevolg zijn van de koppeling van Reisbalans met TomTom en de verschillende reisroutes die per dag als optimaal worden berekend.



6.10.
De door [verzoeker] vlak voor de mondelinge behandeling overgelegde productie met een foto van een “login error” in Reisbalans overtuigt de kantonrechter niet. Novagraaf heeft de foutmelding betwist en zich op het standpunt gesteld dat de print is gemaakt ná het ontslag op staande voet toen hij niet meer was geautoriseerd om Reisbalans te gebruiken. [verzoeker] heeft niet onderbouwd van welke datum de print met de “login error” was of waarom hij die destijds wel had geprint, maar niet had gemeld. Bovendien houdt een “login error” in dat je de applicatie niet in kunt, niet dat de applicatie zelf reiskostenaanvragen gaat aanmaken. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] naar het oordeel van de kantonrechter geen geloofwaardige uitleg kunnen geven over hoe de reiskostendeclaraties zonder toedoen van [verzoeker] tot stand zijn gekomen. [verzoeker] heeft dan ook onvoldoende onderbouwd dat een systeemfout in de applicatie Reisbalans, zonder handelingen van [verzoeker] zelf, heeft geleid tot de indiening van de betreffende reisdeclaraties. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat [verzoeker] de declaraties zelf handmatig heeft ingediend.



6.11.
Novagraaf verwijt [verzoeker] ook dat hij de declaraties opzettelijk heeft ingediend en dat hij niet open en transparant heeft gehandeld en onwaarheden heeft opgevoerd toen hij door Novagraaf hiermee werd geconfronteerd. Wat daar ook van zij, het onterecht declareren van reiskosten levert op zichzelf reeds een dringende reden op die een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Immers, met deze handelswijze heeft [verzoeker] zich gelden toegeëigend waarop hij geen aanspraak had en daarmee heeft hij Novagraaf benadeeld. Van Novagraaf kon redelijkerwijze niet worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.



6.12.
Anders dan [verzoeker] heeft betoogd, had Novagraaf niet hoeven te volstaan met een lichtere sanctie. Dat het wederrechtelijke voordeel van [verzoeker] slechts een paar honderd euro was doet aan de onrechtmatigheid van de gedraging immers niet af.



6.13.
Ook de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] leiden niet tot een ander oordeel. Hij is jong en nog niet zo lang in dienst, de arbeidsmarkt voor een IT-er is goed en gebleken is dat hij per 1 september 2025 weer aan het werk is bij een andere werkgever.


conclusie



6.14.
De conclusie is dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. Het verzoek van [verzoeker] tot vernietiging van het ontslag op staande voet wordt dan ook afgewezen. Hetzelfde geldt voor zijn verzoek tot doorbetaling van loon vanaf 17 juni 2025 en de daaraan gekoppelde nevenverzoeken, nu hij vanaf de ontslagdatum geen recht meer had op loonbetaling en Novagraaf bij de afrekening de vergoeding van artikel 7:677 lid 2 BW mocht verrekenen. Ook de verzochte buitengerechtelijke kosten zullen worden afgewezen.


voorwaardelijk verzoek



6.15.
Omdat de arbeidsovereenkomst op 17 juni 2025 rechtsgeldig is geëindigd, is de voorwaarde waaronder Novagraaf de ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft verzocht niet in vervulling gegaan. Op dat verzoek hoeft dus niet te worden beslist.


proceskosten



6.16.
De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker] omdat hij ongelijk krijgt. De proceskosten aan de zijde van Novagraaf worden begroot op € 610,50 (€ 543,00 aan salaris gemachtigde en € 67,50 aan nakosten), plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing.





7De beslissing

De kantonrechter


7.1.
wijst de verzoeken af,



7.2.
bepaalt dat op het tegenverzoek van Novagraaf niet hoeft te worden beslist,



7.3.
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van deze procedure, aan de zijde van Novagraaf tot op heden begroot op € 610,50, voor zover verschuldigd inclusief btw, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [verzoeker] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,



7.4.
verklaart deze beschikking wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2025, in aanwezigheid van mr. B.A. Terwee, griffier.
452.MVU
Link naar deze uitspraak