Inloggen 
 

 Registreren
 Wachtwoord vergeten?


Terug naar het beginscherm

 
 
 
Neem contact op met de Agro-advieslijn:
0570-657417 (Houtsma Bedrijfsadvies)
ECLI:NL:OGEAC:2025:271 
 
Datum uitspraak:08-09-2025
Datum gepubliceerd:11-12-2025
Instantie:Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Zaaknummers:CUR202501925
Rechtsgebied:Civiel recht
Indicatie:Loon (compensatie)vordering. Geen spoedeisend belang
Trefwoorden:arbeidsovereenkomst
levensonderhoud
wettelijke rente
 
Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202501925

Vonnis in kort geding van 8 september 2025

in de zaak van


[Eiseres],
wonend in [woonplaats], eiseres, gemachtigde: mr. S.N. Zahedi,

tegen


NETHERLANDS ANTILLES & ARUBA ASSURANCE COMPANY (NA&A)N.V. H.O.D.N. CITIZENS INSURANCE,

gevestigd in Curaçao, gedaagde, gemachtigde: mr. K.D. Keizer,


Partijen worden hierna [eiseres] en Citizens genoemd.






1Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:


het verzoekschrift van 12 juni 2025,


de producties van Citizens van 25 juli 2025,


de mondelinge behandeling van 11 augustus 2025, waar de zaak, gelijktijdig met de zaak CUR202502293, is behandeld,


de pleitnotities.





1.2.
Vonnis is bepaald op vandaag.






2De feiten


2.1. [
eiseres], thans [leeftijd], is op 25 juli 1983 op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst getreden van Citizens en was laatstelijk werkzaam als Account Manager tegen een bruto maandsalaris van Cg 8.174,38.



2.2.
Op 23 februari 2024 is in verband met het vertrek van [eiseres] bij Citizens een afscheidsfeest gegeven. Sindsdien heeft [eiseres] geen werkzaamheden meer verricht voor Citizens.



2.3.
Bij e-mailbericht van 18 maart 2024 heeft [eiseres] aan de managing director van Citizens het volgende bericht:


“I would like to know under which conditions my employment will continue. Will this be based on my current employment agreement that is still in force?”




2.4.
Bij e-mailbericht van 20 maart 2024 heeft het hoofd HRM van Citizens aan [eiseres] een van de zijde van Citizens ondertekende conceptbeëindigingsovereenkomst toegestuurd en daarbij het volgende bericht:


“As promised, I am sending you attached the reference letter and the termination letter from the employee agreement. After this we will make a new agreement with you for the upcoming period as discusses with [belanghebbende 1] and [belanghebbende 2].”




2.5.
Bij e-mailbericht van 28 maart 2024 heeft [eiseres] de managing director van Citizens het volgende bericht:


“(…) but I have not signed the termination agreement yet as my consent to the termination of my employment by mutual consent is contingent of the contents of the new agreement. (…) I have no objection in the termination of my agreement provided that I can continue working with Citizens as promised.”




2.6.
Daarop heeft de managing director bij e-mailbericht van dezelfde datum geantwoord dat hij hoopt op een soepele overgang en dat hij openstaat voor de mogelijkheid van “post-pensioen” overeenkomsten met [eiseres] als zelfstandige, zoals besproken.



2.7.
Bij e-mailbericht van 15 april 2024 aan de managing director van Citizens deelt [eiseres] mee dat zij haar salaris van de maand maart 2024 nog niet heeft ontvangen, dat zij daar nog recht op heeft nu haar dienstverband nog niet is beëindigd en dat zij, indien betaling uitblijft, helaas een advocaat in de arm zal moeten nemen.



2.8
Bij e-mailbericht van 2 mei 2024 reageert de managing director van Citizens daarop – voor zover hier van belang – als volgt:


“While I hoped for a smooth transition of your official retirement from Citizens Insurance, there unfortunately seems to be some misunderstanding. Your last employment agreement was terminated automatically (by operation of law) and without any action thereto being required on 29 February 2024. We also kindly refer to article 6 paragraph 3 of our ‘Huishoudelijk Reglement’ which refers to the automatic termination once pension is achieved.


Citizens entered conversations with you about continuing our relationship after you reached the pensionable age, and before your employment was automatically terminated on 29 February 2024 last as mentioned above. As you know, the intention has always been (and still is) to allow you to continue to provide services to our company after reaching pensionable age, however under different terms with a possible contractual basis with less hours. The fact that Citizens entered conversations with you about the possibility of you providing services to our company after you reached the pensionable age, does not change the fact that your last employment agreement with citizens terminated by operation of law on 29 February 2024 (…).


To reiterate, we would still like to offer you the opportunity to enter into a contractual agreement. (…)”




2.9.
In augustus 2024 heeft [eiseres] haar laptop ingeleverd bij Citizens.






3De vordering en de standpunten van partijen


3.1. [
eiseres] vordert – samengevat – dat het gerecht Citizens bij uitvoerbaar verklaarde beschikking veroordeelt tot betaling aan [eiseres] vana. een bedrag aan hoofdsom van Cg 501.485,95, bestaande uit Cg 359.276,16 aan looncompensatie, Cg 127.418,94 aan cessantia en Cg 24.297,7 aan wettelijke rente;
b. de buitengerechtelijke incassokosten van Cg 2.250;
c. de kosten van deze procedure, inclusief de nakosten, onder de bepaling dat over het bedrag van de toegewezen proceskosten wettelijke rente verschuldigd zal zijn vanaf 14 dagen na de datum van vonniswijzing;
d. alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van Cg 1.000 per dag dat Citizens niet voldoet met een maximum van Cg 10.000.



3.2.
Citizens heeft gemotiveerd verweer gevoerd.






4De beoordeling


4.1.
Ter zitting heeft [eiseres] de eis verminderd, in die zin dat zij geen cessantia meer vordert, maar een bedrag van Cg 359.276,16, ter zake van loon(compensatie) tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. [eiseres] grondt de vordering erop dat het aan haar met ingang van 1 maart 2024 gegeven ontslag nietig is. Daarom dient haar salaris te worden betaald tot aan het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, aldus [eiseres].



4.2.
Citizens voert als verweer dat [eiseres] geen spoedeisend belang heeft bij de vordering, dat de vordering zich niet leent voor beoordeling in kort geding en dat [eiseres] geen recht heeft op loon, omdat de arbeidsovereenkomst per 1 maart 2024 is geëindigd, dan wel dat [eiseres] vanaf eind februari 2024 geen arbeid meer heeft verricht.



4.3.
Een vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als daarbij een spoedeisend belang bestaat. Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op zijn plaats. De rechter zal daarbij niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl de rechter in de afweging van de belangen van partijen mede zal hebben te betrekken de vraag naar - kort gezegd - het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, welk risico kan bijdragen tot weigering van de voorziening.



4.4.
Aangezien iemand in de regel afhankelijk is van loon om in diens levensonderhoud te kunnen voorzien en de spoedeisendheid uit de aard van de vordering blijkt, kan in beginsel bij een loonvordering worden volstaan met de enkele stelling dat sprake is van spoedeisendheid. Dit ligt echter anders indien de loonvordering van langere tijd geleden is. In dat geval kan er niet zonder meer van worden uitgegaan dat er een verband is tussen de loonvordering en het levensonderhoud waarin voorzien dient te worden. In een dergelijke situatie gelden voor het spoedeisend belang verzwaarde motiveringseisen.



4.5.
Vaststaat dat [eiseres] vanaf de datum waarop de vermeende opzegging van de arbeidsovereenkomst heeft plaatsgevonden ruim 15 maanden heeft gewacht met het instellen van deze procedure. [eiseres] heeft, ook desgevraagd ter zitting nog, geen gegronde reden gegeven waarom zij daarmee zo lang heeft gewacht. Op enig moment gedurende deze periode had voor [eiseres] duidelijk kunnen zijn dat Citizens de arbeidsovereenkomst beëindigd achtte. Met het salaris van februari 2024 heeft Citizens met [eiseres] afgerekend, en daarna heeft Citizens [eiseres] geen loon meer uitbetaald. Dat [eiseres] nu als gevolg van het niet ontvangen van loon in financiële problemen is geraakt of spoedig dreigt te raken is door haar niet onderbouwd gesteld.



4.6.
Bij deze stand van zaken is de onderhavige loon(compensatie)vordering in beginsel niet anders te beschouwen dan de incasso van een geldsom en is onvoldoende gebleken dat de vordering dermate spoedeisend is dat van [eiseres] niet kan worden gevergd dat zij een bodemprocedure afwacht.



4.7.
Omdat [eiseres] in het ongelijk wordt gesteld, wordt [eiseres] veroordeeld in de proceskosten. De kosten van Citizens worden tot aan deze uitspraak begroot op Cg 1.000 aan gemachtigdensalaris.



4.8.
De gevorderde wettelijke rente en de nakosten worden toegewezen zoals hierna onder de beslissing vermeld.



4.9.
De veroordelingen in deze uitspraak gaan meteen in en kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van de partijen deze beslissing voorlegt aan het Hof.







5De beslissing in kort geding

Het gerecht:


5.1.
wijst de vordering af;



5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van Citizens van Cg 1.000, te vermeerderen met Cg 250 aan nakosten zonder betekening, verhoogd met Cg 150 in geval van betekening;



5.3.
bepaalt dat de proceskosten moeten worden betaald binnen veertien dagen en dat die kosten worden verhoogd met de wettelijke rente als niet op tijd wordt betaald;



5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en in het openbaar uitgesproken.
Link naar deze uitspraak